“James Ensor en het Stilleven in België (1830-1930) Rose, Rose, Rose à mes yeux” uitgegeven door Mercatorfonds.

“Rose, Rose, Rose à mes yeux” biedt een unieke reis door de geschiedenis van het stilleven in België in de 19de – en 20ste eeuw, met James Ensor (1860-1949) als gids. Het stilleven speelde nl. een belangrijke rol in het werk van deze Vlaamse/Belgische expressionistische en symbolistische schilder. Deze catalogus en de bijbehorende tentoonstelling focussen op de artistieke verkenning en innovatie van de picturale ruimte van het stilleven. Daarom zijn boek/catalogus en tentoonstelling ook relevant voor Belgische stillevens in het algemeen.

2024 staat in Vlaanderen in het teken van James Ensor.  Dan is het 75 jaar geleden dat deze Oostendse meester overleed.  Dit wordt groots herdacht in Oostende, de stad waar Ensor werd geboren en waar hij zijn hele leven doorbracht.  Mu.ZEE geeft samen met het Fort Napoleon het startschot van dit bijzonder jaar.  Mu.ZEE doet dit met de tentoonstelling  “Rose, Rose, Rose, à mes yeux! James Ensor en het stilleven in België 1830-1930”.

Het stilleven of nature morte is al eeuwen populair, denk aan de prachtige schilderijen met de meest exotische voorwerpen en bloemen uit de 17de eeuw? Aan het eind van de 19de eeuw veranderde het stilleven sterk. Nederlandse en Vlaamse schilders stapten af van de klassieke, realistisch geschilderde en gearrangeerde composities. Exotische boeketten maakten plaats voor bloemen uit de tuin en luxe voorwerpen werden vervangen door alledaagse potten en vazen. Het kleurgebruik werd uitbundiger, de voorstellingen steeds abstracter. Maar de belangrijkste ontwikkeling was dat kunstenaars het stilleven nu zagen als de ultieme expressievorm, die hen alle mogelijkheden bood in de zoektocht naar vorm, kleur en compositie.

“Rose, Rose, Rose, à mes yeux! James Ensor en het stilleven in België 1830-1930” is de eerste tentoonstelling ooit, volledig gewijd aan de stillevens van Ensor. De tentoonstelling volgt de evolutie binnen het oeuvre van Ensor en binnen de geschiedenis van het stilleven in België. Hoewel we bij Ensor in de eerste plaats denken aan maskers, schedels en skeletten, speelde het stilleven in het oeuvre van Ensor een belangrijke rol. De kwaliteit en de betekenis van zijn intrigerende, complexe stillevens worden duidelijk wanneer deze gesitueerd worden binnen de ontwikkeling van dit genre in België van 1830 tot 1930. Het stilleven, dat begin 19e eeuw afgegleden was tot een decoratief genre van bloemstukken en pronk, zonder inhoudelijke inzet en artistiek belang, werd in de 19e eeuw op verschillende manieren opgewaardeerd door het beeld te animeren met exotische voorwerpen, poppen, maskers e.d., of door het als onderdeel van een interieur te beschouwen. Ensors werk vormde het keerpunt waarin de burgerlijke pronk zijn geloofwaardigheid verloor, de schilder zich losmaakte uit de conventies van het genre, en het beeld oploste in licht en kleur.

De tentoonstelling biedt met ca. 150 werken, een overzicht van de 19e-eeuwse, academische, decoratieve traditie vanaf Antoine Wiertz tot Frans Mortelmans, met veel nu vergeten maar zeer vakkundige en in hun tijd zeer succesvolle schilders zoals Jean-Baptiste Robie, David Émile Joseph De Noter, François Huygens of Hubert Bellis. In de vroege 20ste  eeuw ontwikkelden kunstenaars als Louis Thevenet het genre van het stilleven verder op de traditionele manier, terwijl vernieuwers zoals de late James Ensor, Léon Spilliaert, de kubistische Marthe Donas, Walter Vaes en Gustave Van de Woestyne, heel persoonlijke interpretaties maakten. De traditie van stillevens eindigde o.a. met kunstenaars zoals Jean Brusselmans en het surrealisme van René Magritte, die de picturale ruimte van het  ’theater van de dingen’ deconstrueerden.

Een 30-tal werken van Ensor uit publieke en private verzamelingen uit binnen- en buitenland, worden geplaatst naast een 120 veelal onbekende, zelden of nooit publieke getoonde stillevens die de ontwikkeling van het beeldgenre in België illustreren van o.a. Antoine Wiertz, Frans Mortelmans, Marie de Bièvre, Louis Thévenet, Marthe Donas, Walter Vaes, Rik Wouters of Jean Brusselmans.

Bijzondere aandacht gaat hierbij ook naar geheel vergeten vrouwelijke schilders, o.a. leden van de  Cercle des Femmes Peintres en naar de geïsoleerde maar belangrijke figuur, Henri De Braekeleer (1840-1888) (foto), de Antwerpse schilder van figuren, interieurs, stillevens en landschappen. 

De “Cercle des Femmes Peintres”, in 1888, opgericht naar het voorbeeld van de Franse “Union des Femmes Peintres et Sculpteurs” in Parijs,  (in 1881, opgericht door de beeldhouwster, Hélène Bertaux (1825-1909)), was een vereniging van beeldend kunstenaressen in Brussel, actief tussen 1888 en 1893. Leden waren onder meer Jeanne Adrighetti, Alix d’Anethan, Berthe Art, Marie De Bièvre, Marguérite Dielman, Mathilde Dupré-Lesprit, Mary Gasparioli, M. Heyermans, Pauline Jamar, Rosa Leigh, Alice en Henriëtte Ronner, Rosa Venneman, Marguerite Verboeckhoven en Emma Verwee. Ze organiseerden weliswaar tussen 1888 en 1893, maar vier groepstentoonstellingen.

Dit boek met deskundige teksten van Bart Verschaffel, Sabine Taevernier en Stefan Huygebaert, wordt gepubliceerd ter gelegenheid van de eerste tentoonstelling ooit die volledig aan de stillevens van James Ensor is gewijd, in Mu.ZEE (Oostende), 16/12/23 – 14/04/24.

Sabine Taevernier is een erkende expert in het oeuvre van James Ensor. Bart Verschaffel publiceert over beeldende kunsten, vooral over kunst in de negentiende en twintigste eeuw. Hij is de auteur van verschillende kunstheoretische studies over klassieke schilderkunst in het algemeen en het stilleven in het bijzonder. Stefan Huygebaert is curator van Mu.Zee.

James Ensor en het Stilleven in België (1830-1930) Rose, Rose, Rose à Mes yeux 192 bladz. geïllustreerd Uitg. Mercatorfonds ISBN 9789462303621

                                                          Mercatorfonds

https://www.stretto.be/2023/12/16/start-ensorjaar-2024-rose-rose-rose-a-mes-yeux/