Sinds de tijd van Haydn, Mozart en Beethoven is het gebruik van pianoreducties van orkestmuziek, en zelfs van strijkkwartetten, een gebruikelijke manier om kennis te maken met nieuwe muziek. Je kon de muziek thuis zo vaak spelen als je maar wilde. Voordat de technische vooruitgang geluidsweergave mogelijk maakte, was dit niet alleen de conventionele manier om vertrouwd te raken met bepaalde composities, maar het maakte ook concertuitvoeringen in dit formaat mogelijk, voor het geval de beschikbare middelen een orkest niet toelieten. Ontdek op deze cd Beethovens twee Romances, een Cellosonate en zijn Triple Concerto in fijne arrangementen voor een solistisch kamermuziekensemble, gemaakt door Henk Guittart (leiding).
Het concept van het arrangeren of herschrijven van muziek voor andere, meestal kleinere, ensembles kent een lange geschiedenis en bestaat nog steeds in vele vormen. Componisten arrangeerden vaak hun eigen muziek of die van anderen, variërend van letterlijke transcripties tot vrij vrije versies, met toevoegingen en wijzigingen. Bekende voorbeelden uit het verleden zijn onder meer Johann Sebastian Bach, die zijn eigen werken en muziek van andere componisten arrangeerde, en Johannes Brahms, die altvioolversies schreef van zijn sonates voor klarinet en piano. Henri Vieuxtemps bv. schreef een solo-altvioolpartij voor het klarinetconcert van Mozart, en Igor Stravinsky en Arnold Schönberg arrangeerden hun eigen composities, waarbij de instrumentatie en het aantal uitvoerders vaak radicaal veranderden.
De gevierde componist op deze cd, Ludwig van Beethoven, hercomponeerde zijn Pianosonate nr. 9, op. 14 nr. 1 voor strijkkwartet, waarbij de toonsoort werd gewijzigd van E majeur naar F majeur. Hij arrangeerde zijn beroemd Septet op. 20 (voor blazers en strijkers) voor pianotrio, en stond anderen toe zijn Tweede symfonie voor pianotrio en de Serenade op. 25 (geschreven voor fluit, viool en altviool) voor altviool en piano, of fluit en piano te arrangeren.
Beethoven componeerde zijn Romance voor viool en orkest nr. 1 in G, op. 40, omstreeks 1801, na de tweede Romance, en werd gepubliceerd in 1803, twee jaar vóór de publicatie van de tweede. Deze Romance werd dus bestempeld als Beethovens eerste. De Romance op. 40, werd oorspronkelijk gecomponeerd voor vioolsolo en een orkest van strijkers, twee hobo’s, twee fagotten, twee hoorns en fluit. De zogenaamde Romance voor viool en orkest nr. 2 in F, op. 50, werd feitelijk reeds gecomponeerd in 1798, maar werd pas in 1805 gepubliceerd. De “tweede” Romance werd gecomponeerd voor viool, fluit en een paar hobo’s, fagotten en hoorns, en strijkers. Ontdek ze hier in een arrangement voor een solistisch kamerensemble, gemaakt door Henk Guittart.
Beethoven componeerde zijn 3de Cellosonate in A, op. 69, in 1808, in hetzelfde jaar als zijn Pianotrio’s op. 70 en de Koorfantasie. In datzelfde jaar gingen Beethovens vijfde en zesde symfonieën in première. De sonate werd voor het eerst uitgevoerd in maart 1809 door de cellist Nikolaus Kraft en de pianiste, Dorothea von Ertmann, en werd opgedragen aan baron Ignaz von Gleichenstein, die zelf cellist was. De Sonate op. 69 was de eerste sonate die Beethoven componeerde sinds zijn op. 5, meer dan 10 jaar eerder. Nikolaus Kraft (1778-1853) (foto) was een cellist en componist van zes celloconcerti uit Eszterháza, in Oostenrijk-Hongarije. Hij was de zoon van Antonín Kraft, bij wie hij eerst studeerde, voor hij leerling werd van Jean-Louis Duport. Hij beweerde de solist te zijn geweest op de première van Beethovens Triple Concerto en speelde samen met Mozart en Anton Teyber in april 1789 in Dresden, tijdens de Berlijnse reis van Mozart in 1789. Ontdek deze Cellosonate hier, gespeeld op contrabas.
Het Concerto voor viool, cello en piano in C, op. 56, bekend als Beethovens “Tripelconcerto”, werd in 1803 gecomponeerd, en in 1804 gepubliceerd bij Breitkopf & Härtel. Van Anton Schindler, de biograaf van Beethoven, weten we dat het Tripelconcerto gecomponeerd werd voor aartshertog Rudolf von Habsburg-Lotharingen, die een leerling was van Beethoven. Carl August Seidler (1778-1840) was mogelijks gepland als violist, terwijl de beroemde Anton Kraft (1749-1820), de gewezen eerste cellist van het orkest o.l.v. Haydn van Nikolaus I. Joseph Esterházy, en op dat moment, cellist van het Lobkowitz orkest, de cellopartij zou spelen. Seidler speelde reeds als 10-jarige! jongen, vanaf 1788, in de preußischen Hofkapelle van Koning Friedrich Wilhelm II in Berlijn. Later werd Seidler er hofmusicus en huwde hij met de dochter van de beroemde componist en violist, Anton Wranitzky (Antonín Vranický) (1761-1820) (foto), eveneens lid van de orkesten van Lobkowitz, eerst in Praag dan in Wenen.
Beethovens Triple concert toonde overeenkomsten met het genre van het pianotrio en de Sinfonia concertante, zoals van Johann Christian Bach, Haydn en Mozart. Dit blijkt ook uit twee eerdere werken van Beethoven. De nog jonge Beethoven schetste nl. in 1786/87 in Bonn, een onvoltooide, romantisch Cantabile in mi klein voor fluit, fagot, piano en orkest. Dit werd pas in 1952 in Wiesbaden gepubliceerd. Ook onvoltooid was een Concertante in D, waaraan hij in 1802 begon en bedoeld was voor een concert dat gepland was voor de lente van 1803 maar nooit heeft plaats gevonden. Met zijn pianotrio-bezetting was deze concertante gecomponeerd voor dezelfde bezetting als het Triple Concerto.
Het Triple Concerto heeft eigenlijk meer gemeen met kamermuziek dan met een soloconcerto. Het is als het ware Beethovens rijkst geïnstrumenteerde kamermuziek. Anton Schindler, de biograaf van Beethoven, beweerde dat het tripelconcerto gecomponeerd werd voor de koninklijke leerling van Beethoven, aartshertog Rudolf von Habsburg-Lotharingen (foto). Er is weliswaar geen enkel verslag waaruit blijkt dat Rudolf het werk ooit heeft uitgevoerd. De aartshertog, die later een volwaardige pianist en componist werd, was toen nog maar een tiener. Beethoven componeerde voor hem een relatief gemakkelijke pianopartij, geflankeerd door twee meer ervaren, volwassen solisten. De ‘openbare’ première vond plaats in de zomer van 1808 in het paleis “Augarten” in Wenen. Toen het gepubliceerd werd, droeg het een opdracht voor Franz Joseph Maximilian von Lobkowitz. De solisten op deze cd zijn Xenia Gamaris, viool (Romances), Toby Hughes, contrabas (Sonate) en Kristian Winther, viool, Elena Nemtsova, piano en Gideon den Herder, cello (Triple Concerto).
Henk Guittart (geb.1953) studeerde altviool aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag bij Jürgen Kussmaul en orkestdirectie bij Louis Stotijn. Van 1974 tot 1990, was hij als altviolist en artistiek leider verbonden aan het door hem opgericht Schönberg Ensemble. Vanaf het ontstaan in 1976, tot de opheffing in 2009, gedurende 33 jaar, was Henk Guittart altviolist van het internationaal befaamd Schönberg Kwartet (foto). Van het Schönberg Kwartet zijn wel 35 cd’s verschenen die internationaal veel lof oogstten.
Gedurende de 37 jaren waarin Henk Guittart als altviolist op het podium te horen was, gaf hij vele wereldpremières (inclusief werken van Schönberg en Zemlinsky die hij herontdekte) en werkte hij samen met componisten als Louis Andriessen, Luigi Dallapiccola, Berthold Goldschmidt, Sofia Gubaidulina, Mauricio Kagel, Otto Ketting, Igor Markevitch, Luigi Nono, Alfred Schnittke, Valentin Silvestrov en Isang Yun. In 2011 richtte hij in Canada Gruppo Montebello op.
Tracklist:
- Romanze in F major op. 50: Adagio cantabile
(Xenia Gamaris, viool, Gruppo Montebello, Henk Guittart)
- Sonata in A major op. 69: Allegro ma non tanto
(Elena Nemtsova, piano Toby Hughes, contrabas)
- Scherzo. Allegro molto
- Adagio cantabile-Allegro vivace
- Romanze in G major op. 40
(Xenia Gamaris, viool, Gruppo Montebello, Henk Guittart)
- Triple Concerto in C major op. 56: Allegro
(Elena Nemtsova, piano, Kristian Winther, viool, Gideon den Herder, cello, Gruppo Montebello, Henk Guittart)
- Largo
- Rondo alla Polacca
Beethoven Violin Romances op. 40 & 50 Sonata op. 69 Triple concerto op. 56 arrangements for chamber ensemble Gruppo Montebello Henk Guittart, conductor, Live Recordings cd Et’cetera KTC 1799