De zangeres en componiste Mademoiselle Duval (1718–na 1775) was na Elisabeth Jacquet de la Guerre, de tweede vrouw die een opera heeft gecomponeerd. Met Les Génies, componeerde ze een eigentijds entertainmentwerk, waarbij ze in elke akte een nieuwe liefdesintrige toepaste waarin de “Génies” centraal stonden, het water (de nimfen), de lucht (de sylfen), de aarde (de kabouters) en het vuur (de salamanders).
Mlle Duval, zangeres, lid van het koor van de Académie Royal, met een sterk temperament, was een van de zeldzame, vrouwelijke componisten die onder het Ancien Régime een opera in het openbaar heeft kunnen laten uitvoeren, naast de klaveciniste, Élisabeth Jacquet de La Guerre (1665-1729) en de zangeres, Henriette Adélaïde Villard (Mlle Beaumesnil) (1748-1813). In 1736, het jaar van Rameau’s “Indes galantes”, ontstond haar opera-ballet “Les Génies”, in een proloog en vier bedrijven. Men was verbaasd toen men tijdens de opvoeringen een achttienjarige juffrouw het klavecimbel zag bespelen.
Haar “Les Génies ou les caractères de l’amour”, een Opéra-Ballet in een proloog en 4 bedrijven op een libretto van Jacques Fleury (1730-1775), opgedragen aan Monseigneur le Prince de Carignan, ging op 18 oktober 1736 in première aan de Koninklijke Academie voor Muziek in Parijs.
Het is in de muzikale taal tussen Lully en Rameau dat Mlle Duval zich origineel en verrassend toonde, zoals bv. in de grote orkeststukken inclusief virtuoze passages ter begeleiding van de zangers. De schrijfstijl is zowel melodieus (Italiaanse stijl) als ritmisch (Franse stijl) en geeft een sprankelend en zonnig resultaat. De basso continuo is kleurrijk, zeer ritmisch en onthult haar kennis van het klavecimbel. Het Ensemble Il Caravaggio, een kleine formatie van 15 musici, wordt geleid door een enthousiaste, dansende en betrokken dirigente, Camille Delaforge.
Onder leiding van een dynamische continuo volgen de instrumentalisten met gemak de melodieën, duetten en kwartetten en meer in het bijzonder de dansen, goed geïnterpreteerd met respect voor de karakters en de tempi. Dit heroïsch ballet wordt hier gepresenteerd in de traditionele vorm van een proloog en vier bedrijven, die het algemene thema van de liefde illustreren. De partituur werd opgegraven door Camille Delaforge en de ontbrekende delen werden herschreven met de hulp van het Barok Muziekcentrum van Versailles.
Camille Delaforge begon haar artistieke opleiding met dans en piano en ontdekte door improvisatie en het klavecimbel een passie voor oude muziek. Ze volgde een opleiding aan het Conservatoire Supérieur de Musique et de Danse in Parijs en specialiseerde zich in het vocaal repertoire door middel van orkestdirectie, werk als zangcoach en door het repertoire van lied en melodie te oefenen in recital met zangers. In 2017, richtte ze het Ensemble Il Caravaggio op, dat al snel een nieuwe speler werd in het Frans barokke landschap. Geprezen door critici in Frankrijk en in het buitenland door hun eerste cd, “Madonna della Grazia”, een cd gewijd aan historische en populaire muziek in Italië in de 17de eeuw, uitgegeven door Klarthe Record, zette Il Caravaggio zich in voor het verdedigen van het lyrisch, Frans en Italiaans repertoire op historische instrumenten. Het ensemble onderscheidde zich al snel door zijn vermogen om nieuw standaardrepertoire uit te brengen, door te werken aan de theatraliteit van zijn concerten en om klassieke muziek samen te brengen met historische, populaire muziek.
Rolverdeling:
Marie Perbost: Lucile, Zaïre, Isménide, Florise
Florie Valiquette: Amour, Zamide, une Sylphide
Anna Reinhold: La Principale Nymphe, Pircaride
Etienne de Bénazé: Léandre
Paco Garcia: Un Indien, un Sylphe
Guilhem Worms: Zoroastre
Matthieu Walendzik: Zerbin, Adolphe
Cécile Achille: L’Africaine, une Nymphe
Mademoiselle Duval Les Génies ou les caractères de l’amour Camille Delaforge Marie Perbost Florie Valiquette Anna Reinhold Guilhem Worms Ensemble Il Caravaggio Chœur de l’Opéra Royal 2 cd Château de Versailles CVS 121