Ontdek Rezső Kókai en Jan van der Roost op de cd, “Zayt Gezunterheyt. The folk soul of the Eastern”, door Roeland Hendrikx Ensemble op het label Antartica.

Deze bijzondere cd bevat muziek van Glazunov, Prokofjev, Khachaturian, Rezső Kókai en Jan van der Roost, en toont een samensmelting van oosterse en westerse muzikale elementen. De componisten deelden nl. gemeenschappelijke thema’s en technieken, waarbij ze de nadruk legden op de eenheid in diversiteit tussen verschillende culturele invloeden, Klezmer en Roma, waardoor een boeiende en goed geïntegreerde, muzikale reis ontstond.

‘Klezmer’ wijst op de traditionele joodse/jiddische muziek van Centraal Europa en slaat op een muzikant, gespecialiseerd in joodse muziek, Asjkenazisch, Sefardisch en Jemenitisch, zowel profaan als religieus. Een ‘echte’ klezmer was en is een muzikant, ten dienste van zijn gemeente, op privé feesten, vieringen van de gemeenschap, begeleiding van een zanger, van een Khazan, een toneelstuk, een groep folkloristische dansers of het begeleiden van een kinderkoor. In 1930 spraken meer dan 13 miljoen mensen Jiddisch over de hele wereld! Dertien miljoen mensen, die een prachtige cultuur hebben gecreëerd van Warschau tot Buenos Aires en New York. Oost-Europa was de bakermat van Klezmer muziek en Joodse zang. Buenos-Aires, met zijn drie dagbladen in het Jiddisch en vijf Jiddische theaters, was de geboorteplaats van de Jiddische tango. Second Avenue in New York was vol met Jiddische theaterzalen.

Een sârba of sîrba bv. is een Roemeense Csángó-dans. De dans was en is populair, niet alleen in Roemenië, maar ook in Servië, Oekraïne, Hongarije, bij Zuid-Poolse Gorals (Hooglanders) en onder de Ashkenazische Joden. De sîrba is nog steeds populair in de Roemeense traditionele muziek en in de Joodse Klezmer-muziek. De Csángó’s of Ceangăi vormen een etnische groep in Roemeens Moldavië. De Csángós hebben lange tijd in isolatie geleefd van de buitenwereld en hebben daardoor enkele culturele tradities behouden, die in de rest van Europa verloren zijn gegaan. Het woord Csángó laat zich uit het Hongaars vertalen als afgeleid van csángál dat ‘zwerven of rondtrekken’ betekent of afkomstig van csángani dat “bastaarden” betekent, dat door de Székely, een westelijker in Roemenië wonende Hongaarse bevolkingsgroep, werd gebruikt om Roemenen die bekeerd waren tot het katholieke geloof, aan te duiden.

Als de oosterse kunstmuziek een volkshart heeft, zijn de slagaders Roma- en Klezmer-klanken. Van de oriëntalistische verbeelding van Glazunov, de Joodse adoptie van Prokofjev, de Oezbeekse inspiratie van Khachaturian, tot de Romani-Hongaarse wortels van Kokai en het Balkanisme van Jan van der Roost, alle componisten vertrouwden alle op de klarinet als de ultieme vertolker van deze overlevering, alweer voortreffelijk uitgevoerd door Roeland Hendrikx.

De klarinet wordt gepresenteerd als dé centrale en ultieme vertolker van deze muzikale overlevering, en onderstreept de betekenis en rol ervan bij het overbrengen van de essentie van oosterse kunstmuziek. De cd wil een muzikale ervaring bieden, waarbij verschillende culturen samenkomen via bezield samenspel met de klarinet, wat een meeslepende luisterervaring oplevert. De uitvoerders hier zijn Nicolas Dupont en Noémi Tiercet (viool), Sander Geerts (altviool), Sébastien Walnier (cello), Liebrecht Vanbeckevoort (piano) en Roeland Hendrikx (klarinet).

Het programma opent met Rêverie Orientale van Alexander Glazounov (1865-1936) (foto). Hoewel Alexander Glazunov acht symfonieën componeerde (nr. 9 bleef onvoltooid), zeven strijkkwartetten en instrumentale koor- en solowerken, lijkt het erop dat het zwaartepunt van zijn productie gericht was op incidentele orkestwerken. Hij was nl. op zijn best in het componeren van korte, beschrijvende, orkestwerken. Glazoenov komt de verdienste toe, dat hij in zijn werken een synthese bewerkte tussen de stromingen van de muziek van Het Machtige Hoopje (Modest Moessorgski, Alexander Borodin, César Cui, Nikolaj Rimski-Korsakov en Mili Balakirev), dat een nationaal-Russisch, aan het idioom van de folklore georiënteerd compositie-ideaal nastreefde, en de daartegen overstaande, meer westelijk georiënteerde stroming, met Tsjaikofski aan de spits. Hij was een briljant orkestrator, een begaafd kunstenaar in het gebruik van het contrapunt en een meester van de vormgeving. Zijn muziek bezit een zeer positieve grondstemming en een zucht naar pathos en heroïsche gestiek.

Aram Iljitsj Khachaturian (1903-1978) (foto) was de belangrijkste muzikale figuur uit de 20ste eeuw in de toenmalige Sovjetrepubliek, Armenië en veel van zijn belangrijkste werken dateren uit de eerste helft van zijn carrière. De expressieve onmiddellijkheid van zijn muziek, bepaald door zijn Armeense afkomst, met zijn intens sensuele, melodische schriftuur, levendige orkestratie en opvallende ritmiek, resulteerde in een populariteit die door weinig componisten van zijn generatie werd geëvenaard.

De titel van de cd, “Zayt Gezunterheyt!” (het ga je goed) slaat op het afscheid van een bruid van haar ouders. Klezmorin speelden deze anonieme melodie aan het einde van de bruiloft, wanneer de schoonfamilie afscheid nam en de stemming melancholisch was. Sergei Prokofiev gebruikte deze melodie in zijn Ouverture over Hebreeuwse thema’s, op. 34, gecomponeerd in 1919, voor klarinet, strijkkwartet en piano. In dat jaar ging Prokofiev, die voor het eerst in de Verenigde Staten was, nl. naar Carnegie Hall voor een concert van een groep oud-studenten van het conservatorium van Sint-Petersburg en als gevolg daarvan raakte Prokofjev geïnteresseerd in joodse thema’s. Simon Belilson, de klarinettist en leider van het Zimroh Ensemble (foto), gaf Prokofiev een verzameling Joodse melodieën. Prokofiev selecteerde een opgewekte melodie (“Zayt Gezunterheyt!”) en nog een nostalgisch tweede (cantabile) voor zijn ouverture. Tijdens zijn tweede bezoek aan de Verenigde Staten bewerkte hij ze voor een klein symfonieorkest. In 1946 ontving de uitvoering van de ouverture door het Carnegie Sextet de Annual Recorded Music Award.

„O, zayt gezunterheyt, mayne libe eltern!

lkh voor avek in een vaytn veg,

Vu keyn vint veyt nit,

Un vu keyn feygele flit nit,

Un vu keyn hon kreyt nit. »

(“O, het ga je goed, mijn geliefde ouders!

Ik ga ver weg, op een weg

waar geen wind waait,

waar geen vogel vliegt

en geen haan kraait.”)

De Hongaarse componist en muziekhistoricus, Rezső Kókai (1906-1962)  studeerde compositie bij János Koessler (1853-1926) en piano bij Emmanuel Hegyi (1877-1944). Hij studeerde muziekgeschiedenis in Freiburg en tussen 1926 en 1934, was hij leraar aan de Nationale Franz Liszt Muziekacademie. Vanaf 1929, doceerde hij ook muziekesthetiek, compositie, pedagogiek aan de Muziekacademie en vanaf 1952 doceerde hij stijlgeschiedenis. Vanaf 1945 was hij hoofd van de muziekafdeling van de Hongaarse Radio. Op deze cd ontdekt u zijn Quartettino voor klarinet, viool, altviool en cello  uit 1952.

Jan Van der Roost (1956), studeerde aan het Lemmensinstituut in Leuven en de Conservatoria van Gent en Antwerpen. Hij is ere-docent aan het Leuvense Lemmensinstituut en ere-dirigent van het harmonieorkest van deze instelling. Momenteel is hij gastdocent aan de ‘AP Hogeschool’ (Antwerpen), gastprofessor emeritus aan de ‘Nagoya University of Arts’ en visiting professor aan het ‘Senzoku Gakuen College of Music in Kawasaki’ (beide in Japan). Hij is componist van vocale en instrumentale muziek: zijn œuvre vertoont een breed spectrum qua genres en stijlen en gaat van eenvoudige werkjes voor kinderkoor tot grootschalige composities voor professionele uitvoerders. Tenslotte is hij een veelgevraagd jurylid, gastlector en gastdirigent in binnen- en buitenland: zijn muzikale activiteiten brachten hem in ruim 50 landen in alle windstreken. Hij componeert uitsluitend in opdracht en zijn muziek wordt zowat overal ter wereld uitgevoerd en opgenomen.

De klarinettist, Roeland Hendrikx (1969) studeerde aan het Lemmensinstituut in Leuven en aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen en volgde masterclasses bij grote klarinettisten in o.m. Canada, Engeland en Frankrijk. Hendrikx is sinds 2003 klarinet-solo van het Nationaal Orkest van België en was van 1998 tot 2003 verbonden aan het Symfonieorkest van de Munt. In kamermuziek-verband trad hij op met vooraanstaande musici en ensembles, en dit voor prestigieuze concertreeksen. In 2014 richtte hij het Roeland Hendrikx Ensemble (foto) op.

Dit schitterend ensemble spitst zich toe op het rijk repertoire voor klarinet, piano en strijkers, met een hoofdrol voor de klarinet. Andere vooraanstaande leden van het ensemble zijn Nicolas Dupont, Noemi Tiercet, Sander Geerts, Sebastien Walnier, Liebrecht Vanbeckevoort en Roeland Hendrikx. In april 2018 werd zijn droom werkelijkheid toen Roeland Hendrikx als eerste Belgische solo-artiest met het illuster London Philharmonic Orchestra mocht samenwerken, om opnames te maken van het beroemdste klarinetconcerto aller tijden (dat van Mozart), van een onterecht, verguisd werk (Bruchs Dubbelconcerto voor klarinet en altviool), en van een onverklaarbaar vergeten meesterstuk (het Klarinetconcerto van Gerald Finzi).

Tracklist:

Aleksandr Glazunov – Rêverie Orientale

Sergei Prokofiev – Overture on Hebrew Themes, op. 34

Aram Khachaturian – Trio for Violin, Clarinet and Piano

 Rezső Kókai – Quartettino

Jan Van der Roost – Euterpe

Zayt Gezunterheyt. The folk soul of the Eastern clarinet Roeland Hendrikx Ensemble cd Antartica AR 054

https://www.stretto.be/2019/01/05/dedications-finzi-mozart-en-bruch-door-klarinettist-roeland-hendrikx-the-london-philharmonic-orchestra-op-het-label-evil-penguin-classic-niet-te-missen/