De Frans-Martinikaanse psychiater, schrijver en Pan-Afrikaanse filosoof, Frantz Fanon (1925-1961) was een vrijheidsstrijder en een revolutionair, wiens werk grote invloed had op het postkoloniaal denken. In zijn bekendste werk, “Les Damnés de la Terre” (“De verworpenen der aarde”) uit 1961, bood hij inzicht in gekoloniseerde volkeren. Geschreven midden in de Algerijnse oorlog, aanvankelijk verboden in Frankrijk, voorzien van een voorwoord van Jean-Paul Sartre, was het een referentie voor de antikoloniale bevrijdings- en zelfbeschikkingsbewegingen.
Zijn eerste boek, “Peau noire, masques blancs” (1952) ging over de psychologische gevolgen van kolonisatie en onderdrukking. In zijn analytisch essay, “Les damnés de la Terre” (The Wretched of the Earth), keek Fanon naar het kolonialisme, de vervreemding van de gekoloniseerde mensen en bevrijdingsoorlogen en onderzocht hij de rol van geweld tussen de kolonisator en de gekoloniseerde. Hij pleitte voor de anti-kolonialistische strijd, onder meer door middel van geweld (“La violence atmosphérique”), en de emancipatie van de Derde Wereld. Zijn boek legde ook met een zeker voorgevoel de tegenstellingen bloot die inherent waren aan de machtsuitoefening in het postkoloniaal tijdperk in Afrika. Daarom stond Fanon ook bekend om zijn vooruitziende blik op de postkoloniale, Afrikaanse natiestaat.
Fanon stelde zich niet tevreden met nationale of economische onafhankelijkheid, maar predikte fel een integraal herontwaken, ook in cultureel en intellectueel opzicht. Hiermee had hij grote invloed op antikoloniale en nationale bevrijdingsbewegingen, zoals die van Ali Shariati in Iran, Steve Biko in Zuid-Afrika, Malcolm X in de Verenigde Staten en Ernesto Che Guevara op Cuba. Guevara was met name geïnteresseerd in Fanons theorieën over geweld, Shariata en Biko in Fanons ideeën over ‘de nieuwe mens’ en ‘zwart bewustzijn’. Fanons invloed strekte zich verder uit tot bevrijdingsbewegingen als de PLO in Palestina, de Black Panthers in de VS en de Tamiltijgers in Sri Lanka.
In “Les damnés de la terre”, zijn interdisciplinair hoofdwerk, dat ook psychiatrische vraagstukken politiek, sociologie, antropologie, taalkunde en literatuur bevat, gepubliceerd kort voor zijn vroegtijdig overlijden, verdedigde Fanon het recht van een gekoloniseerd volk om geweld te gebruiken om onafhankelijkheid te verwerven. Bovendien schetste hij de processen en krachten die leidden tot nationale onafhankelijkheid of neokolonialisme tijdens de dekolonisatiebeweging, die na de Tweede Wereldoorlog een groot deel van de wereld overspoelde. Ter verdediging van het gebruik van geweld door gekoloniseerde volkeren betoogde Fanon dat mensen die niet als zodanig worden beschouwd (door de kolonisator) niet gebonden zullen zijn aan principes die van toepassing zijn op de mensheid in hun houding ten opzichte van de kolonisator. Zijn boek werd gecensureerd door de Franse regering.
Voor Fanon was bv. de aanwezigheid van de kolonisator in Algerije gebaseerd op pure militaire kracht. Elk verzet tegen deze kracht moest dan ook gewelddadig van aard zijn, omdat het de enige ‘taal’ was die de kolonisator sprak. Gewelddadig verzet was dus een noodzaak die de kolonisten aan de gekoloniseerden oplegden. De relevantie van taal en de hervorming van het discours is doordrenkt van een groot deel van zijn werk.
Zijn deelname aan het Algerijnse Front de Libération Nationale vanaf 1955 bepaalde zijn publiek toen de Algerijnen koloniseerden. Het was voor hen dat zijn laatste werk, Les damés de la terre (door Constance Farrington in het Engels vertaald als The Wretched of the Earth) werd geregisseerd. Het vormt een waarschuwing aan de onderdrukten voor de gevaren waarmee zij worden geconfronteerd in de wervelwind van de dekolonisatie en de transitie naar een neokolonialistische, gemondialiseerde wereld.
“De verworpenen van de aarde”, met een voorwoord van Jean-Paul Sartre, dient als een inspiratiebron voor degenen die streven naar een rechtvaardigere wereld en nadenken over de complexiteit van dekoloniale strijd. ‘Europeanen, sla dit boek open, ga erin binnen. Na een paar passen in het duister zult u vreemdelingen rond een vuur zien zitten. Kom dichterbij, luister…’ (Jean-Paul Sartre). In 1961 werd Fanons “Les damnés de la terre” een tijdloze analyse van ras, kolonialisme, trauma en revolutie, voor het eerst gepubliceerd. Sinds 2020, trekt het boek opnieuw de aandacht na Black Lives Matter-protesten en de opkomst van een nieuwe antiracismebeweging. Het boek behoudt zijn relevantie vanwege voortdurende uitdagingen op het gebied van kolonialisme, racisme en ongelijkheid. Fanon biedt scherp inzicht in de situatie van gekoloniseerde volkeren, belicht de rol van geweld binnen de context van dekolonisatie en pleit voor de deconstructie van opgelegde koloniale identiteiten. “Les Damnés de la Terre” werd vertaald door Joost Beerten.
Frantz Fanon (1925-1961) was een Frans-Martinikaanse filosoof, psychiater en revolutionair. Zijn werk heeft wereldwijd intellectuelen en activisten geïnspireerd in hun streven naar sociale rechtvaardigheid en bevrijding. Zijn diepgaande analyses hebben een blijvende impact op het denken over kolonialisme, racisme en emancipatie. Fanon werd geboren op Martinique, als zoon van een douaneambtenaar. Hij groeide op in een middenklassengezin, en volgde het Lycée Schoelcher, waar Aimé Césaire een van zijn leraren was. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij in het leger van de Vrije Fransen (waar hij het Oorlogskruis verdiende) en vervolgens studeerde hij geneeskunde en psychiatrie in Lyon. Hij werkte van 1952 tot 1956, als psychiater in Algerije waar hij zich ook bezighield met de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd, en wel als redacteur van het blad van het Front de Liberation Nationale (FLN). Fanon overleed op 36-jarige leeftijd aan de gevolgen van leukemie.
Frantz Fanon De verworpenen van de aarde 336 bladz. uitg. Ten Have ISBN 9789025910778