Het bijzonder suggestief programma van de cd “Expressionist Music”, verkent de uitgestrektheid van de menselijke emotie door middel van de liederen van Arnold Schönberg, die elk overeenkomen met zijn schilderijen. Het is een confrontatie met iriserende kleuren, rauwe emoties en diepe sensualiteit.
Arnold Schönberg legde zich nl. in 1907, toe op schilderen en had de schilders Oskar Kokoschka en Richard Gerstl ontmoet. De verhouding van zijn vrouw, Mathilde met Gerstl veroorzaakte echter een crisis binnen het huwelijk en leidde in 1908, tot de zelfmoord van Gerstl. In de zomer van 1908, had Schönbergs vrouw, Mathilde hem voor enkele maanden verlaten voor een jonge Oostenrijkse schilder, Richard Gerstl. Deze periode markeerde een duidelijke ommekeer in het werk van Schönberg. Het was tijdens de afwezigheid van zijn vrouw dat hij “Du lehnest breder eine Silberweide”, het dertiende lied in de cyclus “Das Buch der Hängenden Gärten”, op. 15, gebaseerd op de gelijknamige bundel van de Duitse mystieke dichter Stefan George, componeerde. Dit was zijn eerste compositie zonder enige verwijzing naar een toonsoort. Een zelf georganiseerde expositie van zijn schilderwerk in 1910 leidde tot nader contact met de expressionistische schilder Wassily Kandinsky, de oprichter van Der Blaue Reiter, waaruit een langdurige vriendschap ontstond. Schönberg exposeerde trouwens ook met de schilders van Der Blaue Reiter.
Schönberg was een schilder met aanzienlijke bekwaamheid, wiens werken goed genoeg werden geacht om naast die van Franz Marc en Wassily Kandinsky te worden tentoongesteld. Van ongeveer 1908 tot 1910, zou hij ongeveer twee derde van een totaal oeuvre uitvoeren dat ongeveer vijfenzestig olieverfschilderijen omvatte. In de jaren 1906–1912 en 1913, was Schönberg intensief betrokken bij de schilderkunst. Hugo Heller organiseerde in 1910 zijn eerste tentoonstelling met 50 schilderijen en tekeningen voor hem in zijn boekwinkel. Tijdens zijn leven werden zijn schilderijen opgenomen in wel tien tentoonstellingen, waaronder de Der Blaue Reiter-show geïnitieerd door zijn vriend en collega Wassily Kandinsky. Hij nam zijn schilderijen Nachtelijk landschap (1910) en zijn Zelfportret (van achteren) (1911) op in de tentoonstelling.
Inhoudelijk is het werk van Schönberg in meerdere genres verdeeld: naast talrijke zelfportretten en portretten kennen vooral zijn ‘visies’ en ‘looks’ een hoge mate van expressiviteit, en zijn er ook een aantal landschapsportretten en decorontwerpen. Net als in zijn muziek is Schönbergs manier van componeren van de schilderijen gemaakt tussen 1906 en 1911 vrij associatief. Hij schilderde niet omwille van een “mooi, beminnelijk” beeld, maar om “zijn subjectieve gevoel vast te leggen” (Wassily Kandinsky).
In tegenstelling tot zijn compositorisch werk, dat hij zich eigen maakte door autodidactische studie van de ‘oude meesters’, beschouwde Schönberg zichzelf als een amateur op kunstgebied. Hij had geen theoretische of esthetische opleiding genoten, maar was naar eigen zeggen een goed tekenaar met een betrouwbaar gevoel voor verhoudingen en afmetingen. In hoeverre Schönberg zijn schilderkunst in verband zag met zijn muziek blijkt uit de beschikbare bronnen niet. Enerzijds zegt hij: “Schilderen en mijn muziek hebben niets met elkaar gemeen. Mijn muziek is het resultaat van puur muziektheorie en mag alleen worden beoordeeld in termen van puur muzikale omstandigheden”. (1913).
Aan de andere kant: “voor mij was het hetzelfde als componeren. Het gaf mij de kans om mezelf te uiten, om mijn emoties, ideeën en gevoelens te delen. Dat kan wel of niet de sleutel zijn tot het begrijpen van deze beelden”. (1949). Door Schönbergs amateurisme als schilder lijkt het ene medium niet van het andere afgeleid te zijn. De basisstructuur van zijn muzikaal oeuvre, dat even expressief maar theoretisch verfijnd was, stond niet in verhouding tot de onmiddellijke spontaniteit van de schilderijen. Ondanks veel kritische opmerkingen over zijn amateurisme werd het artistiek werk na de dood van Schönberg steeds belangrijker met een zelfstandige positie onder tijdgenoten/schilders als Oskar Kokoschka, Egon Schiele, Richard Gerstl, Gustav Klimt, Max Oppenheimer en Albert Paris Gütersloh.
De specifieke werken die voor deze opname zijn gekozen, omvatten thema’s als verwachting, nocturne, haat, satire, denken en tranen, en bieden een uitgebreide reis door de complexiteit van de menselijke natuur. Schönbergs diepe verbondenheid met de schilderkunst wordt weerspiegeld in deze liederen, waarbij wisselende kleuren, rauwe emoties en diepgaande sensualiteit worden onthuld.
Sopraan Claire Booth heeft een reputatie opgebouwd door haar verkenningen van divers repertoire, met haar uitgebreide opera- en concertopdrachten, waaronder samenwerkingen met grote orkesten en festivals, die getuigen van haar veelzijdigheid als artiest. Booths samenwerking met regisseur Netia Jones bij het produceren van innovatieve producties onderstreept haar toewijding om artistieke grenzen te verleggen. Dit album, opgenomen tegen de achtergrond van de uitdagingen van het mondiale landschap, is een bewijs van de blijvende kracht van muziek. Ondanks de tumultueuze tijden resoneert Booth en Glynns werk van Schönberg met tijdloze schoonheid en relevantie. “Expressionist Music” nodigt luisteraars uit om de complexiteit van Schönbergs composities te verkennen en biedt een meeslepende en belangrijke ervaring in de wereld van het expressionisme. Schönbergs diepe verbondenheid met de schilderkunst wordt weerspiegeld in deze liederen.
Christopher Glynn studeerde muziek aan New College, Oxford en piano bij John Streets en Malcolm Martineau aan de Royal Academy of Music. Hij is een Grammy Award-winnende pianist, geprezen om zijn ‘adembenemende gevoeligheid’ (Gramophone), ‘onstuitbare energie, humor en finesse’ (The Guardian) en ‘openbarende optredens’ (BBC Music Magazine). Hij treedt op met toonaangevende zangers, instrumentalisten en ensembles over de hele wereld en heeft tal van veelgeprezen en baanbrekende opnames gemaakt, waaronder een baanbrekende Lieder in English-serie voor Signum Classics. Hij combineert zijn podiumleven met de rol van artistiek directeur op het Ryedale Festival, waar hij wordt geprezen als ‘visionair’ en ‘geïnspireerd programmeur’ (The Times) en vanwege de ‘echte flair in zijn programmering’ (The Guardian).
Tracklist:
Erwartung op. 2 Nr. 1
Alles op. 6 Nr. 2
Hochzeitslied op. 3 Nr. 4
Mädchenlied op. 6 Nr. 3
Schenk mir deinen goldenen Kamm op. 2 Nr. 2
Lockung op. 6 Nr. 7
Waldsonne op. 2 Nr. 4
Sehr langsam op. 19 Nr. 3
Traumleben op. 6 Nr. 1
Warnung op. 3 Nr. 3
Tot op. 48 Nr. 2
Am Wegrand op. 6 Nr. 6
Der genügsame Liebhaber
Mädchenlied op. 43 Nr. 3
Gedenken op. posth.
Der Wanderer op. 6 Nr. 6
Geübtes Herz op. 3 Nr. 5
Sommermüd op. 48 Nr. 1
Mein Herz ist mir gemenget
In diesen Winterlagen op. 14 Nr. 2
Jane Grey op. 12 Nr. 1
Lied Toves – Nun sag ich dir
Sehr langsam op. 19 Nr. 6
Arnold Schoenberg Expressionist Music Claire Booth (soprano), Christopher Glynn (piano) cd Orchid Classics ORC100306