“Konstantin Paustovski, Lichtend water, De romantici, De Baai van Kara-Bogaz, De Zwarte Zee”, vertaald door Wim Hartog, uitgegeven door Van Oorschot.

“Lichtend water” is een verzameling van drie prachtige romans van Konstantin Paustovski(1892-1968), die zich alle afspelen aan de kusten van Rusland. De zee wordt in elk van deze romans weliswaar van een andere kant belicht, maar alom aanwezig zijn Paustovski’s meesterlijke vertelwijze en rake karakterschetsen, zijn prachtige natuurbeschrijvingen en zijn ontembare reis- en levenslust. Niet te missen!

Konstantin Paustovski studeerde aanvankelijk wis- en natuurkunde in Kiev, en vervolgens filosofie in Moskou. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog moest hij zijn studie echter afbreken. Tijdens die oorlog diende Paustovski als ziekenverzorger aan het Pruisisch front en maakte hij de terugtocht van het Russische leger door Polen en Wit-Rusland mee. Nadat hij bericht ontving dat twee van zijn broers waren gesneuveld, keerde hij terug naar zijn moeder in Moskou. Hij verliet Moskou opnieuw om diverse eenvoudige baantjes te vervullen zoals tramconducteur en visser, onder meer in Jekaterinoslav en Taganrog.

Paustovski begon te schrijven terwijl hij nog op het gymnasium zat. Zijn eerste werken waren imitatieve poëzie, maar hij beperkte zijn schrijven tot proza nadat Ivan Boenin in een brief aan hem schreef: “Ik denk dat jouw sfeer, jouw echte poëzie, proza is. Als je vastberaden genoeg bent, ben ik hier zeker dat je iets belangrijks kunt bereiken”. Zijn eerste verhalen die werden gepubliceerd waren “Na vode” (“Op het water”) en “Chetvero” (“De Vier”) in 1911 en 1912. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef hij schetsen van het leven aan het front, waarvan er één werd gepubliceerd. Zijn eerste boek, Morskiye Nabroski (“Zeeschetsen”), verscheen in 1925, maar kreeg weinig aandacht. Dit werd gevolgd door Minetoza in 1927, en de romantische roman Blistaiushie Oblaka (“Shining Clouds”) in 1929.

Zijn werk uit deze periode werd beïnvloed door Alexander Grin en door de schrijvers van de “Odessa-school”, (Isaac Babel, Valentin Kataev en Yury Olesha). Aleksandr Stepanovich Grinevsky (beter bekend onder zijn pseudoniem, Aleksander Green of Grin, (1880-1932) was bekend om zijn romantische romans en kortverhalen, die zich meestal afspelen in een niet nader genoemd fantasieland met een Europees of Latijns-Amerikaans tintje (Grinlandia). De meeste gaan over de zee, avonturen en liefde.

In de jaren ’30, bezocht Paustovski verschillende bouwplaatsen en prees hij de industriële transformatie van het land. Tot die periode behoren de romans “Kara-Bugaz” (1932) en “Kolkhida” (1934). “Kara-Bugaz” kreeg bijzondere lof. Het is in wezen een verhaal over avontuur en verkenning in de regio rond Kara-Bugaz Baai, waar de lucht op mysterieuze wijze zwaar is. Het begint in 1847 en verplaatst zich naar de periode van de Russische Burgeroorlog, wanneer een groep Rode Garde wordt achtergelaten op een verlaten eiland. Sommigen van hen overleven weliswaar wel en worden gered door een ontdekkingsreiziger en blijven om te helpen bij de verkenning, ontwikkeling en studie van de natuurlijke rijkdommen van de regio.

Konstantin Paustovski moest tijdens de Eerste Wereldoorlog dienst verrichten als ziekenbroeder op een hospitaaltrein aan het Pruisische front. Na de afschuwelijke terugtocht van het Russisch leger in 1916 door Polen en Wit-Rusland, maakte hij in 1917, in Moskou, de mislukte Februarirevolutie mee. Na de Oktoberrevolutie vluchtte hij naar Odessa en Tiflis, waar hij als journalist werkte. Vanaf 1930 kwam hij als verslaggever voor diverse kranten en tijdschriften aan de kost. Vanaf 1930, werkte hij in Moskou onder andere voor de Pravda en diverse vooraanstaande tijdschriften.

Daarnaast vond hij steeds meer tijd om zich te wijden aan zijn literaire oeuvre, in het bijzonder aan het episch auobiografisch “Povest o Zhizni” (“Verhaal van een leven”) zijn beroemdste werk. Het is geen strikt historisch document, maar eerder een lang, lyrisch verhaal waarin de interne percepties en poëtische ontwikkeling van de schrijver centraal staan. Het wordt eerder een ‘biografie van de ziel’ genoemd dan een biografie van gebeurtenissen. Niettemin biedt het een unieke kijk op het leven in Rusland tijdens de turbulente jaren van de Eerste Wereldoorlog, de Russische Burgeroorlog en de opkomst van de Sovjets, waaraan Paustovski allemaal deelnam. In 1965, werd Paustovski genomineerd voor de Nobelprijs voor Literatuur, maar die werd echter toegekend aan Michail Sjolochov (foto), voor zijn “De Stille Don”.

In “De romantici”, een boek over een kunstenaar die zijn eenzaamheid tracht te overwinnen, reist een groep studievrienden langs de Zwarte Zee. De vrienden zetten zich af tegen de burgerlijkheid en de beklemmende bureaucratie van tsaristisch Rusland. Ze praten met kunstenaars, vissers en bannelingen die ze onderweg ontmoeten, en dromen van verre reizen. De groep school- en studievrienden schuimt de kust van de Zwarte Zee af en dromen van reizen naar Tahiti en de Middellandse Zee. Maksimov, Paustovski’s alter ego, is een twintiger die het romantisch leven van schrijver begeert en om die reden jaagt naar het hart van het leven.

Op hun reis spit hij naar de verhalen van kunstenaars, vissers en bannelingen. Maar als tijdens deze reis het leven hém grijpt, slaat hij op de vlucht. In het nauw gedreven door een liefdesaffaire zet hij koers terug naar Moskou. Het leven blijft hem echter achtervolgen, ook als de oorlog losbreekt. “De romantici” draait om typisch Paustovskiaanse thema’s, uit zijn eigen leven. Oorlog, liefde en het schrijverschap combineerde hij tot een sprankelend boek, met observaties die blijk gaven van zijn oog voor detail en vooral, van zijn hartstochtelijke liefde voor de natuur.

“De Baai van Kara-Bogaz” stelt de strijd tussen mens en natuur centraal. Paustovski reeg de verhalen van zeelui, ingenieurs en expeditieleiders aaneen tot een subtiel relaas over de oliewinning in de baai aan de Kaspische Zee. De steeds doorklinkende twijfel over deze onderneming maakt het tot een meeslepende geschiedenis. Het boek was veel meer dan een roman. Het verenigde op organische wijze uiteenlopende genres als het literair pamflet, de reisbeschrijving, de dramatische novelle, de psychologische schets en de (historisch gedocumenteerde) avonturenroman. “De Baai van Kara-Bogaz” kreeg grote aandacht en werd in binnen- en buitenland enthousiast ontvangen door de toenmalige, literaire kritiek.

“De Zwarte Zee” combineert romantische lyriek en journalistieke nieuwsgierigheid. Het is een levensecht en poëtisch sfeerbeeld van de natuur en cultuur van de Zwarte Zee, geschreven zoals alleen een journalist met een schrijvershart dat kan. “De Zwarte Zee” is een mengeling van romantische lyriek en nauwkeurige beschrijvingen vol specialistische kennis over de zee, haar flora en fauna, de winden, het reliëf van de kust, de kustplaatsen en hun geschiedenis. Als Paustovskij op poëtische wijze de kleur van het zeewater beschrijft, geeft hij er meteen de chemische formule bij alsook de uitleg waarom de zee, als gevolg van bepaalde zouten, een groenachtige kleur aanneemt! De wetenschappelijke fragmenten en lyrische beschrijvingen zijn met elkaar verbonden door terugkerende personages, zoals Gart, een onverbeterlijk romantische schrijver, die Paustovskij boetseerde naar diens zielsverwant en tijdgenoot, Alexander Grin, die de laatste periode van zijn leven in Staryj Krym aan de Zwarte Zee heeft doorgebracht.

Via de “Bond van Sovjetschrijvers”, in 1932, opgericht door het Centraal Comité van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, (de eerste voorzitter was Maksim Gorki), drong de Sovjetisering volledig door tot de literatuur. Het socialistisch realisme werd met name de enige nog toegestane literatuurstijl en de censuur vierde hoogtij. Het typische Sovjetoptimisme, de partijtrouw, de volksheid, de verheerlijking de vooruitgang (en na de oorlog de wederopbouw), met de altijd positieve helden, waren het duidelijkst herkenbaar bij Ostrovski en Gladkov. Andere belangrijke vertegenwoordigers waren de oude Gorki (boegbeeld van het Sovjetbewind, de eerste voorzitter van de bond), Sjolochov (de latere Nobelprijswinnaar), Aleksej Tolstoj, en de dichters Simonov en Tvardovski.

Behoudens een aantal schrijvers die in een eigen stijl geruisloos langs de grenzen van het toelaatbare wisten te manoeuvreren (bv. Prisjvin, Paustovski), waren er sinds het midden van de jaren dertig eigenlijk nauwelijks of geen schrijvers meer die nog persoonlijk werk konden publiceren zonder de verstikkende regels van het opgelegd socialistisch realisme van Stalin. In deze periode werden weliswaar enkele van de grootste klassieke literaire werken uit de twintigste eeuw geschreven (Boelgakovs – De Meester en Margarita, Grossmans – Leven en Lot, Platonovs – Tsjevengoer, Rybakovs – Kinderen van de Arbat en Pasternaks – Dokter Zjivago). Deze konden pas vele jaren later het licht zien…

Wim Hartog vertaalde onder meer Paustovski’s Verhaal van een leven, dat hij aanvulde met hoofdstukken die niet door de Sovjetcensuur kwamen. Hij is samensteller en vertaler van de bestseller Goudzand, waarin vele brieven, dagboekaantekeningen en verhalen zijn ondergebracht. Hij verzorgde eveneens de vertaling van Paustovski’s verzamelde verhalen, die verscheen onder de titel De muziek van de herfst.

Konstantin Paustovski, Lichtend water De romantici De Baai van Kara-Bogaz De Zwarte Zee vertaald door Wim Hartog 585 bladz. uitg. Van Oorschot ISBN 9789028221208