“Mozart & Poulenc Double & Triple Piano Concertos” door Mari Kodama, Momo Kodama, Karin Kei Nagano en het Orchestre de La Suisse Romande o.l.v. Kent Nagano, op het label Pentatone. Meesterlijk!

Mari Kodama, Momo Kodama, Karin Kei Nagano en Kent Nagano presenteren op deze unieke cd, samen met het Orchestre de la Suisse Romande, dubbel- en drievoudige pianoconcerti van Mozart en Poulenc. Dit uniek project benadrukt in de hoogste mate de hoogstaande muzikaliteit van deze bijzondere muzikale familie. Het delen van het podium op deze opname is een droom die uitkomt voor de familie. Karin Kei Nagano, de dochter van Kent Nagano, maakt hier daarenboven haar schitterend Pentatone-debuut.

Na een Sonate in C, K. 19d voor vierhandig klavecimbel (London, 1765), componeerde Mozart tussen 1772 en 1787, nog 5 Sonates voor vierhandig klavier, niet te verwarren met zijn enige Sonate voor twee piano’s in D, K. 448/375a uit 1781. Mozart componeerde zijn enige Sonate voor twee piano’s in D K. 448, in november 1781 in Wenen, toen hij 25 jaar oud was. Deze sonate werd gecomponeerd voor een uitvoering die Mozart zou geven met de pianiste, Josephine von Aurnhammer (1758-1820), een Oostenrijkse componiste, muziekpedagoge en pianiste. Zij was zijn leerlinge en vanaf 1785, concerteerde zij regelmatig in het Burgtheater, het Kärntnertortheater en andere concertzalen in Wenen. Mozart droeg ook zijn zes Sonates voor viool en piano K. 296 aan haar op.

Naast 21 Pianoconcerti, componeerde Mozart ook 2 schitterende concerti voor 2 piano’s en orkest. Hij voltooide zijn Concerto nr. 7 in F, K. 242 ”Lodron”, in februari 1776, eerst in de zeldzame bezetting voor drie piano’s, in opdracht van Antonia Felizitas Gräfin Arco (1738-1780) (foto), de (tweede) echtgenote van Erblandmarschall, Ernst Maria Joseph Johann Nepomuk Graf Lodron (1716-1779), die het samen met haar twee dochters, Aloysia en Giuseppa, wilde spelen. In 1780 herschreef Mozart het werk, voor zichzelf en een andere pianist, voor twee piano’s. Het “Lodron” Concerto is een werk van grote elegantie en overvloeiende tederheid, dat al het Mozartiaans genie in zich draagt. Mozart componeerde zijn Pianoconcerto nr. 10 in Es, KV 365, een dubbelconcerto voor twee piano’s en orkest, om het te spelen met zijn zus, Maria Anna (“Nannerl”).

Als jaar van voltooiing wordt 1779 genoemd, aan het eind van zijn Salzburgse periode, maar papieronderzoek heeft uitgewezen dat de cadensen voor de beide hoekdelen eerder werden gecomponeerd. Daarom zou het concerto tussen augustus 1775 en januari 1777 gedateerd kunnen worden. Jaren later voerde hij het werk nog eens uit in een huisconcert met zijn eerder genoemde leerlinge, Josepha Barbara von Auernhammer. Dit Concerto vestigde nieuwe niveaus van relatie tussen solisten vol repliek, verrassingen, tegenstrijdigheden en wendingen.

Bij Poulencs Dubbelconcerto denken we meteen aan de pianist, Jacques Février die het werk met Poulenc in première speelde. Daarna denken we meteen ook aan Gabriel Tacchino (1934), de leerling van Jacques Février. Naast de Pianoconcerti van Mozart, Liszt en Ravel, was de Partita van Igor Markevitch (1912-1983) voor piano en kamerorkest uit 1931, Poulencs belangrijkste inspiratiebron. Poulenc schreef in een brief aan Markevitch, “Wil je weten wat ik op mijn piano had tijdens de twee maanden dat ik het concerto schreef? De concerti van Mozart, die van Liszt, die van Ravel en je Partita”.

De première vond plaats op 5 september 1932 op het Festival Internazionale di Musica Contemporanea della Biennale di Venezia. Poulenc en zijn jeugdvriend Jacques Février, waren de solisten en het La Scala Orchestra, stond onder leiding van de Belgische (Gentse!) dirigent, Désiré Defauw (foto), later de dirigent van het Chicago Symphony Orchestra. Poulenc was blij met de lovende kritieken die zijn werk ontving en voerde het concerto in 1945 in Engeland uit met Benjamin Britten (foto).

Het terugkerend moto perpetuo van het concerto is duidelijk geïnspireerd door Poulencs contact met een Balinese gamelan op de Exposition Coloniale de Paris in 1931. Bovendien doen de instrumentatie en ‘jazzy’ effecten van het werk denken aan Ravels Concerto in sol, dat in januari 1932 in Parijs in première ging. Het is onvermijdelijk dat er vergelijkingen worden gemaakt met Mozarts Concerto in Es voor twee piano’s, K. 365, maar de gracieuze, klassiek eenvoudige melodie en de zachte, regelmatige begeleiding van het larghetto, doen denken aan de langzame beweging van Mozarts Pianoconcerto in C, K. 467. De componist gaf toe dat hij het openingsthema in de stijl van Mozart had gecomponeerd, omdat, zo zei hij, “ik een verering heb voor zijn melodielijn en omdat ik Mozart verkies boven alle andere componisten”.

Op deze opname dirigeert de echtgenoot (Kent Nagano) zijn vrouw (Mari Kodama), zijn dochter (Karin Kei Nagano) en zijn schoonzus (Momo Kodama). De collectieve uitvoering resoneert met Mozarts eigen praktijk om zijn muziek samen met zijn zus, zijn vrouw en zijn schoonzus uit te voeren. Ondanks dat ze tot verschillende tijdperken in de muziekgeschiedenis behoren, delen Mozart en Poulenc een combinatie van speelsheid en ernst, en Poulenc – die dol was op Mozarts Concert voor twee piano’s – slaagde erin om Mozartiaans neoclassicisme te integreren in zijn speels maar magnifiek dubbelconcerto.

Mozart & Poulenc Double & Triple Piano Concertos Mari Kodama Momo Kodama Karin Kei Nagano Orchestre de La Suisse Romande Kent Nagano cd Pentatone PTC5187202