Veel van de trio’s in deze box getuigden van de nieuwe interesse van de componist, die bekend stond als de absolute meester van het strijkkwartet, voor dit houten blaasinstrument. De trio’s werden ofwel oorspronkelijk voor traverso gecomponeerd, ofwel door Haydn zelf getranscribeerd.
Na het overlijden van Nicholas I Joseph Prins Esterházy van Galantha (foto) in september 1790, werd Haydns hoforkest ontbonden en verhuisde Haydn naar Wenen. In 1791/92 bracht hij zijn eerste bezoek aan Engeland en in 1794/95 zijn tweede. Het is niet uitgesloten dat de keuze voor de fluit in plaats van de anders meer gebruikelijke viool in de bezetting van het pianotrio, een tegemoetkoming was aan de Engelse smaak. De fluit was nl. een favoriet instrument van de Engelse aristocratie en de deftige bourgeoisie en de London Trios, Hob. IV:1-4, werden gecomponeerd voor twee aristocratische amateur-fluitisten, Lord Aston en Lord Abingdon. Andere componisten, zoals Vanhal en Stamitz, hadden reeds met succes voor fluit gecomponeerd. De in totaal zeven werken bleven echter de enige waarin Haydn de fluit een centrale rol toekende.
De fluittrio’s die Haydn in 1794, in Londen componeerde, zijn pittige stukken vergelijkbaar met divertimenti. Deze trio’s, die van matige moeilijkheidsgraad zijn en beide fluiten in gelijke mate laten deelnemen aan de muzikale activiteit, hebben een vaste plaats veroverd in zowel het fluitonderwijs als de huismuziek. Van Haydns 3 trio’s voor fluit, cello en piano, Hob. XV:15–17, zijn enige voor deze combinatie, gingen de manuscripten verloren. Haydn verkocht de werken aan twee verschillende uitgevers tegelijk, aan de Engelsman John Bland, die hem in november 1789, in Estherháza (foto) had bezocht, en aan zijn eigen uitgever Artaria in Wenen.
In Hob. XV:15 speelde de fluit een geheel zelfstandige rol en was hij een gelijkwaardige partner naast de piano. De cellopartij was weliswaar nog steeds nauw verbonden met de linkerhand van de piano en had vaak als verdubbeling van de linkerhand, soms licht gevarieerd, een ondersteunende rol. In Haydns latere pianotrio’s werd de cellopartij iets zelfstandiger, zoals bijvoorbeeld in Hob. XV:30 in Es, waar de viool en de cello de hoofdrol overnemen, begeleid door de piano. Dit behoorde tot de eerste stappen op weg naar de cello als een volledig gelijkwaardige triopartner, zoals in de pianotrio’s van de latere componisten. De muziek van deze negentien trio’s is vol humor, verve en behendigheid, tederheid en ingehouden passie. De uitvoerders (Les curiosités esthétiques) zijn Jean-Pierre Pinet, traverso, Valérie Balssa, fluit, Cyrielle Eberhardt, viool, Cécile Verolles en Étienne Mangot, cello, en Aline Zylberajch, pianoforte.
De fluitist, Jean Pierre Pinet is samen met Didier en Nicole Aubert, een van de stichtende leden van het Atelier Musical de Touraine. Zijn studie bracht hem van het CNSM in Parijs naar het Koninklijk Conservatorium in Brussel, waar hij werd opgeleid door Barthold Kuijken. Nadat hij zijn studies had afgerond, wijdde Jean-Pierre Pinet een aanzienlijk deel van zijn activiteit aan creatie: de oprichting van het Stravinsky Ensemble, dat hij twaalf jaar lang heeft geleid. Hij is hoofd van de Musical Creation Workshop aan de CRR in Metz en geeft daar ook fluit- en kamermuziekles. Hij is een open en veelzijdige muzikant en werkt aan het Darius Milhaud Conservatorium in Aix-en-Provence op de afdeling oude muziek. Hij wordt regelmatig uitgenodigd in Quebec voor concerten, conferenties en masterclasses, nadat hij in 1986 docent was aan de Universiteit van Montreal. Hij werkt samen met ensembles als Chapelle Rhénane, Les Talens lyriques, Le Concert Spirituel, Les Idées heureux…
Inhoud:
Flute trios H4 Nos. 6-11 for Flute, Violin, Cello (Divertimenti)
Flute trios H4 Nos. 1-4 for 2 Flutes & Cello “London Trios”
Flute trios H15 No. 15-17 (No. 15 for Flute, Violin, Cello); Nos. 16 & 17 for Flute, Cello, Piano
Flute trios H11 Nos. 82, 100, 103, 109, 110, 118 for Flute, Violin, Cello
Haydn Intégrale des Trios avec flûte Les Curiosités Esthétiques Jean Pierre Pinet 3 cd En Phases ENP018