Saskia Giorgini presenteert op haar nieuwe cd “Images”, enkele van de meest kleurrijke pianowerken van Claude Debussy. Beginnend met melodieuze vroege werken als Tarantelle styrienne en Deux arabesques, werkt Giorgini geleidelijk toe naar latere, ambitieuzere composities als Estampes en de twee boeken Images, waaraan de cd zijn naam ontleent.
Claude Debussy markeerde het keerpunt tussen twee grote periodes in de muziekgeschiedenis, het romantisch erfgoed van de 19de eeuw en de moderniteit van de 20ste eeuw. Hij evolueerde weliswaar tot een zuiver, lineair modernisme, wat hem misschien wel tot de Mondriaan van de muziek maakte… Aan het begin van zijn carrière werd de jonge Debussy omschreven als een impressionist, als het muzikaal equivalent van het impressionisme in de figuratieve kunst. Dit was begrijpelijk, maar vanwege zijn connecties met Mallarmé en Maeterlinck, paste het niet helemaal, in die mate dat hij later eerder als symbolistisch kunstenaar zou worden gedefinieerd. Over het algemeen is het zelfs de symbolistische beweging die de kunst van Debussy het beste beschrijft.
Maar de componist had zijn eerste meesterwerk, de cantate La Damoiselle élue, gecomponeerd op een tekst van Dante Gabriele Rossetti, de meest vooraanstaande figuur van de Pre-Raphaelitische beweging, en zijn laatste werken waren hedendaags, zowel chronologisch als spiritueel, tot het begin van de abstracte beweging die door Mondriaan was geïnitieerd. In Debussy’s pianowerken vinden we tekenen van deze evolutie die ons in staat stellen de verschillende fasen van zijn esthetiek te begrijpen, niet alleen als kunstenaar maar ook als communicator in muziek, die alle artistieke velden van de 19de – tot de 20ste eeuw weerspiegelde.
Images I bestaat uit “Reflets dans l’eau”, “Hommage à Rameau” en “Mouvement”. Images II bestaat uit “Cloches à travers les feuilles”, “Et la lune descend sur le temple qui fut” en “Poissons d’or”. Debussy werkte aan de drie bewegingen van het eerste boek in de lente en zomer van 1905. Hij componeerde vervolgens in 1907 bij zijn vriend Louis Laloy, die zijn eerste biograaf zou worden, in Rahon in de Jura, “Cloches à travers les feuilles”, het eerste stuk van de tweede reeks, geïnspireerd door de klokkentoren van het dorp.
“Reflets dans l’eau” is één van de vele stukken die Debussy componeerde, geïnspireerd door water, hier in het bijzonder, door het licht dat de oppervlakte reflecteert. De muziek creëert een beeld van water dat in beweging komt. “Reflets dans l’eau” is een treffend voorbeeld van de nieuwe toonkleuren die Debussy in deze periode voor de piano ontdekte. En hoewel hij deze stijl later verfijnde, is deze compositie een hoogtepunt onder de vernieuwingen die Debussy voor en met het instrument bereikte. Wat de eerste serie “Images” betreft, schreef Debussy aan zijn uitgever, Jacques Durand: “Zonder valse trots, denk ik dat deze drie stukken zullen stand houden en dat ze hun plaats zullen vinden in de literatuur van de piano … aan de linkerkant van Schumann, of aan de rechterhand van Chopin … “.
“Hommage à Rameau” is ingetogener. Het is een sarabande in de geest van soberheid en ernst, passend bij een tombeau, een stuk ter nagedachtenis aan een componist. “Mouvement” is de meest abstracte onder de stukken. De titel en de muziek genereren het effect van een zoemend wiel. “Mouvement” is gebouwd op gerepeteerde triolen en creëert een bijna eindeloze, niet te stoppen stroom van noten tot de finale. “Cloches à travers les feuilles” werd geïnspireerd door de kerktoren (foto) van het dorp Rahon, de geboorteplaats van Louis Laloy.
“Et la lune descend sur le temple qui fut » werd opgedragen aan Laloy. De naam van het stuk, dat beelden van Oost-Azië oproept, werd gesuggereerd door Laloy, een sinoloog. Daarvoor maakte Debussy gebruik van een gamelan-effect. “Poissons d’or” werd mogelijks geïnspireerd door Chinees lakwerk. Andere bronnen suggereren weliswaar dat het mogelijks geïnspireerd werd door echte, zwemmende goudvissen.
“Pour le piano”, beschouwd als Debussy’s eerste volwassen pianocompositie, werd voltooid en gepubliceerd in 1901. Het ging in première in januari 1902 in de Salle Érard, gespeeld door Ricardo Viñes. Maurice Ravel orkestreerde het middendeel. Debussy componeerde de drie stukken die de suite vormen op verschillende tijdstippen. Het tweede deel, een sarabande, dateert uit de winter van 1894 toen het behoorde tot de serie Images oubliées, opgedragen aan Yvonne Lerolle, de dochter van de kunstschilder, Henry Lerolle. Debussy componeerde in de jaren 1890 nl. weinig pianomuziek en concentreerde zich op opera en orkestmuziek. Hij voltooide de suite in 1901 en herzag Sarabande. Hij droeg ook de herziene versie van Sarabande, evenals het derde deel, Toccata, op aan Yvonne Lerolle, die ondertussen Mme E. Rouart was geworden. Pour le piano markeerde een keerpunt in de creatieve ontwikkeling van Debussy, die zich vanaf dan tot een vruchtbare productie van pianomuziek wendde.
“Estampes” werd voltooid in 1903. De eerste uitvoering van het werk werd gegeven door Ricardo Viñes in de Salle Érard van de Société Nationale de Musique in Parijs in januari 1904. Deze driedelige suite, “Pagodes”, “La soirée dans Grenade” en “Jardins sous la pluie”, de muzikale evocatie van de tuin van het hôtel de Croisy in de Normandische stad Orbec (Calvados), tijdens een hevige regenbui, is een van de pianowerken van Debussy die vaak als impressionistisch worden omschreven. Deze compositiestijl was ontwikkeld door Ravel in “Jeux d’eau”, geschreven in 1901, en werd al snel overgenomen door Debussy (bijvoorbeeld in de eerste nummers van “Images”), hoewel Debussy zich niet identificeerde als een impressionist.
Saskia Giorgini (1985) is een Italiaans-Nederlandse pianiste, die in 2016 de Internationale Mozart-wedstrijd in Salzburg won. Ze debuteerde in februari 2017 in de Musikverein in Wenen, waar ze een Mozart-recital speelde. Haar opname van Liszts “Harmonies Poétiques et religiuses” kreeg een Diapason d’Or, terwijl BBC Music Magazine haar “formidabele technische vaardigheid” prees, “geëvenaard door de architecturale zin, harmonische gevoeligheid en koloristisch bereik”, en Grammophone, haar “meesterlijke autoriteit” loofde. Saskia Giorgini is dan ook een van de meest veelbelovende pianisten van haar generatie, won verschillende wedstrijden en wordt geroemd om haar technische beheersing en de schoonheid en poëzie van haar klank. Ze bracht ook Schuberts “Die Schöne Müllerin” (2020) en Respighi Songs (2021), beide met Ian Bostridge, uit op pentatone. De muziek van Debussy heeft altijd een enorme aantrekkingskracht op Giorgini gehad, en dit album is het resultaat van een jarenlange zoektocht om deze betoverende muziekbeelden tot leven te brengen.
Tracklist:
Tarantelle styrienne
2 arabesques
Nocturne
Pour le Piano
Estampes
Images I
Images II
L’isle joyeuse
Debussy Images Saskia Giorgini cd Pentatone PTC5187206