Alec van der Horst, “De interessantste plek op aarde De negentiende eeuw in Parijs”, een prachtuitgave van Omniboek.

Alec van der Horst schetst in “De interessantste plek op aarde” een fascinerend portret van Parijs in de 19de eeuw. Deze onrustige periode was angstaanjagend voor de een, hoopvol voor de ander en voor iedereen verwarrend. Van der Horst laat zien hoe de negentiende-eeuwse Parijse cultuur en haar grootheden, ook in onze eigen, even veranderlijke en zorgwekkende wereld, nog steeds kunnen inspireren.

In de 19de eeuw was Parijs de hoofdstad van de wereld. Terwijl de wereld grootse technologische en maatschappelijke veranderingen doormaakte, was de stad een broeiplaats voor nieuwe ideeën. Ook de kunsten bloeiden, in het bijzonder de literatuur en de opera. Iconische schrijvers als Victor Hugo, Stendhal, Honoré de Balzac, George Sand en Charles Baudelaire probeerden hun eigen tijd te begrijpen en soms te revolutioneren. Alec van der Horst vertelt hun verhaal.

Na 1815 begon Parijs, onder invloed van de industriële revolutie, weer snel te groeien. Omstreeks 1840 werd het aantal van 1.000.000 inwoners gehaald. De stad was echter een broeiplaats van jacobinisme en socialisme. Parijs was de oorsprong van de Julirevolutie in 1830, die tot de val van Charles X van Frankrijk leidde en die ook oversloeg op België en Polen, en van de Februarirevolutie in 1848, die tot de val van Lodewijk Filips van Frankrijk leidde en op een groot deel van Europa zou overslaan.

Het Revolutiejaar 1830, de tweede revolutiegolf in Europa na de Franse Revolutie, was het streven naar de oprichting van constitutionele monarchieën of volksmonarchieën. Die opstanden begonnen in Frankrijk nadat de autoritaire koning Charles X op 16 mei 1830 het parlement ontbond. Hij legde de pers aan banden en wijzigde zonder inspraak het Charter van 1814. Wat volgde is de Julirevolutie ofwel les Trois Glorieuses. De vonk sloeg over naar het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en in augustus brak de Belgische Revolutie uit. In Zwitserland eiste men een nieuwe grondwet, op de Ustertag-bijeenkomst. In november brak in Polen de Novemberopstand uit tegen de Russische bezetting. Het jaar erop werden in Italië de Verenigde Italiaanse Provincies uitgeroepen. In Frankrijk werd Charles X afgezet en vervangen door de burgerkoning Lodewijk Filips, het begin van de constitutionele Julimonarchie. België werd onafhankelijk met Leopold I als nieuwe koning en Zwitserland kreeg een nieuwe grondwet.

Het Revolutiejaar 1848 betrof een reeks Europese opstanden die een liberaal systeem, een liberale grondwet of het verdrijven van vreemde heersers mogelijk moesten maken. De beweging was van korte duur en veel afgedwongen maatregelen werden later door de aristocratische en conservatieve elite teruggedraaid. Niettemin oefenden de opstanden een grote invloed uit op de periode die volgde. Voortaan moesten de heersers min of meer rekening houden met liberale en nationalistische gevoelens van de invloedrijker wordende burgerij.

De revoluties begonnen in Frankrijk, waar republikeinen en constitutioneel-liberalen de hervorming van het kiesrecht eisten. Na een verbod op een republikeinse bijeenkomst kwam het tot onlusten. Premier François Guizot werd op 23 februari vervangen en de dag erop abdiceerde burgerkoning Lodewijk Filips ten gunste van zijn kleinzoon. De voorlopige regering onder Alphonse de Lamartine riep diezelfde dag de Tweede Franse Republiek uit, wat het einde betekende van de Julimonarchie. Onder druk van de socialist Louis Blanc werden Ateliers Nationaux gesticht, sociale werkplaatsen die als een oplossing voor de grote werkloosheid werden beschouwd. Toen dit project door regeringsmaatregelen dreigde te mislukken gingen Parijse werklozen en arbeiders op 23 juni de straat op. Generaal Louis Eugène Cavaignac sloeg dit Junioproer bloedig neer. In december koos een meerderheid van de Franse kiezers Louis Napoleon Bonaparte − oomzegger van Napoleon I − tot president.

De Commune van Parijs, een Frans revolutionaire regering die van 18 maart 1871 tot 28 mei 1871 hoofdzakelijk over de stad Parijs heerste, werd bloedig neergeslagen door het leger van de Derde Franse Republiek. De Derde Franse Republiek was het republikeins regime dat Frankrijk bestuurde van 1870 tot 1940, hoewel de grondwet van deze republiek pas in 1875 tot stand kwam. Het was het eerste regime sinds het begin van de Franse Revolutie dat het betrekkelijk lang uithield. Tussen 1789 en 1870 vonden meer dan een dozijn regimewissels plaats door volksopstanden, staatsgrepen en oorlogen.

Bij het neerslaan van die socialistische opstand enkele maanden na de februari-revolutie van 1848, kwamen enkele duizenden Parijse arbeiders om het leven. Tijdens de heerschappij van Napoleon III werd Parijs grondig verbouwd door stedenbouwkundige Georges-Eugène Haussmann die de functie van prefect kreeg. Parijs was voordien een stad van smalle straatjes geweest, met slechts enkele brede “boulevards” op de plaats van de gesloopte 14e-eeuwse muren en grachten. Onder de leiding van baron Hausmann werden er ook andere straten tot “boulevard” verbreed, waarbij ook bochten werden afgesneden waardoor 120.000! huizen werden gesloopt, meer dan de helft van de stad… Het huidige stadsbeeld van de Parijse binnenstad dateert dus grotendeels uit deze periode en is te danken aan de visie van baron Hausmann.

In 1870 was de bevolking van de stad met zijn voorsteden tot ongeveer 1.800.000 gestegen. Er werd buiten de bebouwde kom, die zich nu ver buiten de muur van 1785 had uitgebreid, een nieuwe verdedigingsgordel aangelegd, met veel kleine forten. Deze gordel vormt min of meer de grens van de huidige gemeente Parijs (ongeveer 100 km²). Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Parijs wordt gevormd door het beleg van de stad door de Duitsers in de Frans-Duitse Oorlog van 1870 en de daarop volgende opstand van de Commune van Parijs. Toen de burgerlijke republikeinse regering, die tijdens de oorlog eerst in Bordeaux en later in Versailles zetelde, de definitieve aanval tegen de revolutionaire stad inzette op 28 mei 1871, kwam het tot een bloedbad waarbij 20.000 Parijzenaars het leven lieten. In mei 1897, veroorzaakte de brand van de Bazar de la Charité, een schok in Parijs waarbij 129 mensen het leven lieten.

Na de nederlaag van de Commune maakte Parijs, onder de Derde Republiek, een van de glansperioden van zijn geschiedenis door. Het was de tijd van de “belle époque”, waarin Parijs in Europa hét symbool van elegantie en goede smaak werd (maar in de ogen van velen, ook van “slechte zeden”). Het was de tijd dat de Eiffeltoren werd gebouwd (1889) en de Sacré-Cœur in de (toenmalige) buitenwijk met zijn wijngaarden en molens, “Montmartre”. Het was ook de tijd dat legendarische cabarets als Moulin Rouge en Le Chat Noir furore maakten in heel Europa.

Alec van der Horst schetst in zijn nieuw boek een bijzonder, fascinerend portret van Parijs in de negentiende eeuw, toen de stad, in de woorden van de Duitse dichter Heinrich Heine, ‘de interessantste plek op aarde’ was. Deze turbulente eeuw was angstaanjagend voor de een, hoopvol voor de ander, voor iedereen verwarrend.Terwijl de wereld grootse technologische en maatschappelijke veranderingen doormaakte, was Parijs een broeiplaats voor nieuwe ideeën. Ook de kunsten bloeiden, in het bijzonder de literatuur. Iconische schrijvers als Victor Hugo, Stendhal, Balzac, George Sand en Charles Baudelaire probeerden hun eigen tijd te begrijpen en soms te revolutioneren. Van der Horst laat zien hoe de negentiende-eeuwse Parijse cultuur en haar grootheden ook in onze eigen, even veranderlijke en zorgwekkende wereld nog steeds kunnen inspireren.

“Dit boek”, zo lezen we, “gaat over de negentiende eeuw. Het gaat over negentiende eeuwse schrijvers die hun eigen tijd probeerden te begrijpen en – soms – te veranderen. Deze eeuw was een getormenteerde tijd. Een tijd van grootscheepse veranderingen, van verwarring. Treinen zorgden voor een ongekende versnelling van het leven en maakten de wereld een stuk groter. Dankzij de spoorwegen konden grote groepen mensen met hun eigen ogen de zee, de bergen, vreemde landen zien; voor die tijd bracht de overgrote meerderheid hun bestaan door in een straal van vijftien kilometer rond hun geboorteplek. Tegelijkertijd leek de wereld op een vreemde manier gekrompen: het verre was ineens zo nabij… De opkomst van kranten en de moderne journalistiek, die het publiek dagelijks kennis liet nemen van nieuws uit de meest afgelegen en voorheen totaal onbekende windstreken, wakkerden dit gevoel verder aan.”

Alec van der Horst is schrijver, filosoof en gids in Parijs. “Stad van ideeën” was zijn eerste boek. Zijn interesse voor filosofie begon met een fascinatie voor het existentialisme. Hij studeerde Filosofie aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1995 afstudeerde op een scriptie over melancholie. Sinds 1998 woont hij in Parijs, waar hij werkt als gids. Hij publiceerde verschillende artikelen over Franse filosofen in Filosofie Magazine.

Alec van der Horst is schrijver, filosoof en gids in Parijs. “Stad van ideeën” is zijn eerste boek. Zijn interesse voor filosofie begon met een fascinatie voor het existentialisme. Hij studeerde Filosofie aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1995 afstudeerde op een scriptie over melancholie. Sinds 1998 woont hij in Parijs, waar hij werkt als gids. Hij publiceerde verschillende artikelen over Franse filosofen in Filosofie Magazine.

Alec van der Horst De interessantste plek op aarde De negentiende eeuw in Parijs 200 bladz. Uitgeverij Omniboek ISBN 9789401920483

https://www.stretto.be/2021/11/17/alec-van-der-horst-stad-van-ideeen-een-biografie-van-parijs-een-meesterwerk-uitgegeven-door-ten-have/