Uitzonderlijk authentieke “Ostium” door Dimitris Kountouras en Ex Silentio, op het label Carpe Diem Records. Subliem!

“Ostium” (uitgang) is een selectie van 19 werken uit middeleeuwse en oosterse-mediterrane traditionele muziek, gespeeld op verschillende oude fluiten, die een rijk scala aan vroege fluitklanken en melodieën vormen, die de latere Europese muziekcultuur op veel niveaus zou inspireren en vormen . De Griekse fluitist Dimitris Kountouras voert deze stukken uit samen met zijn ensemble Ex Silentio.

Fluiten behoren tot de oudste muziekinstrumenten en werden al in de prehistorie aangetroffen. In september 2008 werd nl. in Duitsland, in de Hohle Fels-grot, Schwäbische Alb in Zuidwest-Duitsland (Baden-Württemberg), nabij Schelklingen, een fluit gevonden van wel 35.000 jaar oud, gemaakt uit het bot van een gier, tot op heden het oudste bekend muziekinstrument. In Frankrijk waren al eerder fluiten gevonden van 30.000 jaar oud en in Oostenrijk van 19.000 jaar oud. Veel culturen kenden en kennen nog hun eigen varianten zoals de dvojanka (hier te horen), een dubbelfluit uit Dalmatië.

Pas aan het begin van de 18de eeuw kreeg de fluit als traverso een eigen functie. Een omgekeerd conische boring (voorheen cilindrisch), de verdeling van de buis, voorheen in één stuk, in drie delen (kop, lichaam en het voetstuk of patte), een sleutel voor het 7de gat van het voetstuk (voorheen 6 gaten en geen klep of clef) waren de essentiële kenmerken van het nieuw type fluit dat zich rond 1650 in Parijs verspreidde. Om het mogelijk te maken om in verschillende toonaarden te spelen, werd het centraal deel van het instrument rond 1720 in twee delen verdeeld, waarvan de bovenste helft kon worden vervangen door andere segmenten van verschillende lengtes (maximaal 6).

In de 18de eeuw componeerde elke componist van naam en faam voor de traverso of dwarsfluit, denk maar aan Vivaldi, maar ook aan Telemann en Händel, en Johann Sebastian Bach, die de gelegenheid had om de fluitist Joachim Quantz verschillende keren te ontmoeten. Ook Bachs fluitcomposities behoorden tot de muzikale hoogtepunten van zijn tijd, niet alleen vanwege hun contrapuntische inhoud, maar ook vanwege de enorme technische eisen die hij stelde aan de fluitist. In sommige gevallen, overschreed Bach zelfs bijna de grenzen van de mogelijkheden van het instrument, maakte hij gebruik van het volledig toonbereik van het instrument en leidde hij de dwarsfluit zelfs naar veraf gelegen toonaarden. De meeste werken voor fluit van Bach werden waarschijnlijk tussen 1715 en 1725 gecomponeerd, tussen het einde van zijn verblijf in Weimar en het begin van zijn periode in Leipzig. Ondertussen was Bach aan het hof in Köthen, koorleider en kamermuziekdirecteur van prins Leopold, een muziekliefhebber en zelf een musicus. In Köthen beschikte Bach over een goed orkest en het is daarom waarschijnlijk dat hij voor de musici van dit orkest, enkele kamermuziekwerken componeerde.

Het favoriet instrument van bv. de Franse componist, de Boismortier (1689-1755) was de fluit, waarvoor hij veel componeerde en waarover hij een verhandeling schreef, ‘Principes de la flûte’ op. 90. Boismortier had een vooraanstaande plaats onder de musici die in de 18de eeuw werkten aan de uitbreiding van het repertoire voor fluit en aan de popularisering van het instrument, maar hij was ook geïnteresseerd in viool, cello, fagot, viola en draailier en musette, twee rustieke instrumenten die in het midden van de 18de eeuw erg populair waren in Frankrijk. Voor deze instrumenten componeerde hij zes driedelige ‘Gentillesses’ op. 33 voor musette, draailier en bas (1731), twee ‘ Divertissements de campagne’ op 49 voor musette, draailier, fluit, viool of hobo en bas (1734), of vier ‘Ballets de village’op 52 voor musettes, vedel, violen, hobo’s of fluiten (1734).

De catalogus van het instrumentaal werk van Boismortier was indrukwekkend. Hij componeerde “sonates pour flûtes et basse”, “pour deux flûtes et basse”, “pour deux violons et basse”, “pour deux violes”, “sonates en trio pour trois flûtes, pour flûte, violon hautbois et basse”, “sonates pour deux bassons, vielles ou violes”, “pastorales pour deux musettes”, en “Diverses pièces avec des préludes sur tous les tons pour flûte” op. 22 (1728), 4 “Sonates à quatre parties différentes et également travaillées’ op. 34 pour trois flûtes ou violons et autres instruments” (1731), 24 “Menuets pour l’année 1731 pour flûtes, violons, hautbois et autres instruments” en 8 “Saltimbanques en trois parties pour violon, hautbois ou flûte et basse” op. 46 (1733). Boismortier componeerde deze stukken waarschijnlijk voor de vele amateur musici die, in zijn tijd, soms met eerder beperkte technische vaardigheden, hun instrument bespeelden.

Het gebrek aan uniformiteit qua klank gaf de barokfluit een bijzondere charme die tot de 19de eeuw een grote aantrekkingskracht had. De vooruitgang op technisch gebied was zichtbaar in de didactische werken van Hotteterre (1707), Quantz (1752) en Johann George Tromlitz (1786 en 1791). Ook de verschillen tussen stijlen, die met name tot uiting kwamen in indicaties van articulatie en dynamiek, werden duidelijk aangegeven. Om te reageren op de intonatieproblemen van de klepfluit, werden er geleidelijk meerdere kleppen aan toegevoegd.

De dwarsfluit zoals we die nu kennen, is begin 19de eeuw ontwikkeld door Theobald Böhm. Hij ontwierp een kleppensysteem waardoor het mogelijk is om met 8 vingers, volledig chromatisch te spelen. Het kleppensysteem maakte het mogelijk om de toongaten veel groter te maken, waardoor de klank verbeterde. Dit kleppensysteem of Böhm-systeem is later ten dele overgenomen door bouwers van andere blaasinstrumenten zoals de hobo en de klarinet.

Ontdek op deze uitzonderlijke cd, aan de hand van muziek van o.a. Tracische, Syrische en Armeense oorsprong, de voorgeschiedenis van deze instrumenten. Dimitris Kountouras bespeelt nl. 6 verschillende (oude) fluiten en blokfluiten, Tenor Raffi model (Francesco Li Virghi), Soprano ‘Anonymous. Venice 17th c. model’ (Ralf Ehlert), Alto in G. Ganassi model (Endre Pasztor), Flute Medieval type in D en C (Giovanni Tardino), Dvoyanka (dubbelfluit) in D en F (Viktor Terziyski), Gemshorn Bas in F (Rainer Schwarz).

Geboren in Griekenland studeerde Dimitris Kountouras blokfluit, historische fluiten en uitvoeringspraktijk oude muziek in Utrecht, Milaan, Wenen en Trossingen bij Kees Boeke, Heiko ter Schegget, Wilbert Hazelzet, Marcello Gatti en Daniele Bragetti. Hij verscheen op podia en festivals in Europa en Azië, zoals Sala Verdi in Milaan, Pablo Casals in Tokio, Styriarte Festival in Graz, Banchetto Musicale in Vilnius, Blumenthal in Tel Aviv, Via Medieval in Mainz, Megaron in Athene, JSBach Festival in Riga etc. Hij werkte samen met Armonia Atenea (G.Petrou), Vienna Symphony Orchestra (Ph. Jordan), United Europe Chamber Orchestra Milan en Harmony of Nations Barokorkest en met gerenommeerde artiesten als Michael Chance en Savina Yannatou. Hij heeft opnames gemaakt met Ex Silentio voor Talanton en Carpe Diem en als orkestfluitist in barokoperaproducties voor MDG en DECCA.

Hij nam deel aan de Europese tournee van Armonia Atenea’s “Alessandro” van G.Fr. Handel (Versailles, Parijs, Moskou, A’dam, Brussel, Boekarest enz.). Hij heeft een doctoraat in de historische musicologie van de Universiteit van Athene en was een postdoc-onderzoeker voor het Athens Center for Humanistic Studies voor zijn onderzoeksproject “Muziek van de Troubadours in het Latijnse koninkrijk Thessaloniki na 1204” (Nefeli/Fairead 2017). Hij heeft lezingen, seminars en masterclasses gegeven aan het KingsCollege in Londen, aan het Lugano Conservatorium, in “Music village” Pilion, en sinds 2017 aan de Haute Ecole de Musique in Geneve, waar hij ook het Barokorkest van HEM dirigeerde. Hij geeft les aan het Conservatorium van Athene en aan de Universiteit van Macedonië. Hij publiceerde essays en artikelen over de relaties tussen renaissancehumanisme en muziek, de kruistochten en de troubadours enz

Het ensemble van Dimitris Kountouras is gespecialiseerd in oude muziek uit Zuid-Europa en het Middellandse Zeegebied en is een van de weinige Griekse ensembles in zijn soort. Het ensemble organiseert de St. Paul concertreeks in Athene en treedt op onder de artistieke leiding van blokfluitist Dimitris Kountouras. Ex Silentio heeft talloze concerten gegeven op festivals en locaties in heel Europa, zoals de concertreeks “Marco Fodella” in Milaan, de “Musica antica del Mediterraneo” in Bari, het Helleense Festival in Athene, de “Alte Musik in St. Ruprecht” en het “Kabelwerk Theater” in Wenen, de “Musica Antiqua da Camera” in Den Haag, het Festival Guitar Plus en de Megaron in Thessaloniki. Samenwerkingen met gerenommeerde artiesten als zangeres en improvisator Savina Yannatou en countertenor Michael Chance. Het ensemble treedt regelmatig op met de zangeressen Theodora Baka, Fani Antonelou en Nicholas Spanos. De eerste CD van Ex Silentio “Nell’ autunno di Bisanzio” werd opgenomen voor Talanton. “Mneme” is de tweede release van de groep. Leden van het ensemble geven les tijdens de zomercursus “Music Village” op de berg Pilion, Griekenland.

Uitvoerders:

Dimitris Kountouras – fluiten en muzikale leiding

Vasilis Zigkeridis – kanun (qanûn) (foto)

Elektra Miliadou  – middeleeuwse vedel

Nikos Varelas – percussie (Bendir, Tamborello & Riq)

Tracklist:

Ja nuns hom pris: Richard the Lionhart

Zonaradikos: Dance from Thrace

Hicaz ilahi: Sufi tradition

Petruslied: Germany 10th c.

Mera merose: Traditional, Aegean Islands

Sansarlat Tarantella: Traditional

El Azybie: Syrian Traditional

Baiduskino: Dance from Northern Greece

Virelai I: Guillaume de Machaut

Sequentia Victimae paschali laudes: Wipo (ca. 995-1050)

Estampita Saltarello: Traditional

Improvisationon medieval flute: Dimitris Kountours

Es kho kimeti: Sayat Nova (1712-1795)

Virelai II: Guillaume de Machaut

Complainte: Guillaume de Machaut

Tonakar: Traditional, Armenia

Na luys er: Traditional, Armenia

Panagiota: Dance from Northern Greece

Kyrie: Cunctipotens Genitor Deus: Aquitaine 12th c.Ostium Dimitris Kountouras cd Carpe Diem

 Ostium Dimitris Kountouras cd Carpe Diem Records CD16335