Stefan Zweig, “Schaaknovelle”, een uitgave van Van Oorschot.

In Stefan Zweigs bekendste verhaal daagt een groep passagiers op een cruiseschip de wereldkampioen schaak uit. Ze zijn volstrekt kansloos tot een mysterieuze toeschouwer ze schaakadvies begint in te fluisteren. Een beklemmende en tijdloze literaire verbeelding van obsessie, genialiteit en eenzaamheid.

Ter inleiding. De Russische componist, Sergej Prokofjev, was een gepassioneerd schaker, die bevriend raakte met de wereldkampioen schaken, José Raúl Capablanca, die hij in 1914 versloeg, en Michail Botvinnik, met wie hij in de jaren ’30, verschillende wedstrijden speelde. Toen hij zeven was, had Sergei leren schaken. Schaken zou een passie van hem blijven. Mikhail Botvinnik, schreef over hem: “Ik heb verschillende keren met Prokofjev schaak gespeeld. Hij speelde een zeer krachtig, openhartig spel. Zijn gebruikelijke methode was het lanceren van een aanval die hij slim en ingenieus uitvoerde. Hij gaf duidelijk niet om verdedigingstactieken.”

Na zijn jeugd in Wenen, woonde Stefan Zweig in Zürich. Na de Eerste Wereldoorlog keerde hij terug naar Oostenrijk en woonde in Salzburg. Zweig schreef in zijn Salzburgse tijd verhalen, drama’s, novellen en historische romans en biografieën, o.a. over de Franse dichteres, schrijfster en actrice, Marceline Desbordes-Valmore (1786-1859), Romain Rolland, Joseph Fouché, Erasmus (“Triumph und Tragik des Erasmus von Rotterdam”), Maria Stuart en de Portugese ontdekkingsreiziger, Magellaan (Fernão de Magalhães). In 1946 volgde nog “Balzac. Roman seines Lebens”. In de jaren ’20 was Zweig één van de succesvolste, Duitstalige schrijvers. De historische momentopname “Sternstunden der Menschheit” uit 1927, haalde bij verschijning recordoplagen. Vandaag is hij het meest bekend om zijn “Die Welt von Gestern, Erinnerungen eines Europäers”.

In 1920 trouwde Zweig met de reeds gescheiden, Friderike von Winternitz, geb. Burger (1882-1971), die 2 dochters had. Zijn huwelijk werd in 1938 ontbonden en een jaar later hertrouwde hij met Elisabeth Charlotte (Lotte) Altmann (1908-1942). Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nam hij de Britse nationaliteit aan, verliet Londen en kwam via New York, Argentinië en Paraguay in 1940, in Brazilië terecht. Samen met zijn tweede vrouw koos Zweig op 22 februari 1942 ervoor om in hun woonst in Petrópolis, met een overdosis Veronal/Barbital vrijwillig een einde te maken aan hun leven vanwege de vernietiging van zijn “geistige Heimat Europa”.

De raamvertelling van de Schaaknovelle, handelt over een tweetal schaakpartijen tussen twee diametraal tegenovergestelde karakters: de regerend wereldkampioen Mirko Czentowitz en de onbekende Dr. B. De verteller, die net als beide spelers passagier is aan boord van een schip op weg van New York naar Buenos Aires, Argentinië, speelt hooguit een faciliterende rol door beide tegenstanders tot de eerste schaakpartij te verleiden. De hoofdfiguren zijn zonder twijfel beide schakers.

De novelle van Zweig over de schaakmeester Dr. B is een klassieker uit de Duitstalige literatuur voor de gecultiveerde grootmeester Dr. B. Het schaakspel is meer dan alleen een intellectuele activiteit: het werd ooit een middel om te overleven voor hem, omdat hij in de slopende eenzaamheid van zijn Gestapo-gevangenis zijn weerstandskracht had geput uit de strikte schaakregels. Nu ontmoet hij wereldkampioen Czentovic, een bot karakter dat met mechanische precisie handelt. Twee speelposities botsen en daarmee twee levenswerelden. De “Schachnovelle” is de indrukwekkende erfenis van Stefan Zweig, die uiteindelijk zelf aan het leven wanhoopte.

Hoewel Stefan Zweig zelf geen erg goede schaker was, speelt “Het spel der koningen” een belangrijke rol. De langzame, “mechanische”, stijl van Czentowitz staat in sterk contrast tot de visionaire, gedreven speelstijl van Dr. B. De schrijver concentreert zich op de psychologie van het spel en de spelers. Czentowitz buit het voordeel dat hij op zijn onstabiele tegenstander heeft in de tweede partij genadeloos uit. Geen van de partijnotaties wordt in het boek vermeld, maar de beschrijving van de partij die Czentowitz tegen de passagiers speelt, doet Dr. B. denken aan een partij tussen Aljechin en Bogoljoebov uit 1922. Die partij kende Zweig waarschijnlijk uit Die hypermoderne Schachpartie van Sawielly Tartakower waarvan een exemplaar in de nalatenschap van de schrijver gevonden werd. Ook de tegenzet die Dr. B. aanraadt is uit deze partij afkomstig die eveneens in remise eindigde. “Schachnovelle” werd vertaald door Ria van Hengel.

Stefan Zweig Schaaknovelle 80 bladz. Uitgeverij Van Oorschot ISBN 9789028242814

https://www.stretto.be/2023/10/13/stefan-zweig-freud-een-uitgave-van-ijzer/