Bijzonder authentieke “Carl Philipp Emanuel Bach, Solo Keyboard Music Vol 41” door Miklós Spányi, tangent piano, op het label BIS.

Meerdere leden van de familie Bach speelden een instrument en maakten samen “Hausmusik”. Johann Sebastian Bach was de vader van musici. Vier van zijn twintig kinderen werden nl. belangrijke componisten. Deze zonen waren vernieuwers. Hoewel erkend als een meestervakman, werd J.S. toen de barokperiode plaats maakte voor nieuwe stijlen aangezien als ouderwets. Gedurende ongeveer twee eeuwen waren het zijn zonen die vader Bach grotendeels in de schaduw plaatsten.

Deze cd bevat solo-klavierbewerkingen van werken van Carl Philipp Emanuel Bach, die oorspronkelijk voor andere instrumenten waren gecomponeerd. In de tweede helft van de 18de eeuw nam de vraag naar klaviermuziek nl. snel toe, omdat muzikale vaardigheden een sociale vereiste werden voor jonge dames uit de hogere klassen. Het leveren van composities voor deze nieuwe klavierspelers was financieel rendabel, maar Bach had ook een andere reden om bewerkingen te verwelkomen, klavierinstrumenten waren zijn favoriete medium. De zeven korte stukken op deze goed gevulde cd bestaan allemaal in versies voor verschillende kleine groepen instrumenten of, in sommige gevallen, voor mechanische instrumenten. In zijn opmerkingen suggereert Spányi dat het in feite de originele versies zouden kunnen zijn, misschien opgeschreven in klaviernotatie als concepten voor verdere versies, en later door Bach gearrangeerd voor verschillende ensembles.

Miklós Spányi heeft deze korte stukken gegroepeerd rond vier grootschaligere werken, waarvan er twee bewerkingen zijn van symfonieën, waarschijnlijk niet gearrangeerd door of voor de componist zelf. De solo-klavierbewerkingen van de twee concerten, gemaakt door Bach zelf en gemakkelijker te spelen dan de originele concerten, waren bedoeld voor amateurs. Op deze cd gebruikt Spányi een uiterst veelzijdige en kleurrijke tangent piano, een zeer populair instrument in de tweede helft van de 18de eeuw. Dit specifiek instrument werd gebouwd in 1998, naar een model uit 1799.

Een Tangent piano (Tangentenflügel) is een tussenvorm van clavichord, klavecimbel en fortepiano. Als je een toets indrukt, wordt een houten stokje met een leren kop van onderaf tegen de snaar geslagen, en een tweede stokje dempt de snaar weer. Tegen het einde van de 18de eeuw werden ze gebouwd. Franz Jakob Späth (1714-1786) had in 1751 al een mechaniek voor een fortepiano uitgevonden, waarbij de klank niet door een hamer werd voortgebracht, zoals bij een fortepiano, maar door een klein houten stripje, de zogenaamde tangent. Späth bleef dit mechanisme ontwikkelen tot 1770 en bouwde dergelijke instrumenten samen met Christoph Friedrich Schmahl (1739-1814) in Regensburg.

De Bachs, de Erfurter Linie en de Arnstädter Linie, waren een muzikaal heel getalenteerde familie. In Thüringen werd de naam Bach zelfs synoniem voor musicus. Bach en zijn twee oudste zoons, de componisten Carl Philipp Emanuel en Wilhelm Friedemann, uit zijn eerste huwelijk met Maria Barbara, waren uitstekende violisten. De schoonzoon Johann Christoph Altnickol (1720-1759) uit het markgraafschap Opper-Lausitz, die gehuwd was met Elisabeth Juliane Friederica, een dochter uit Bachs tweede huwelijk, speelde cello en contrabas, Anna Magdalena en haar oudste stiefdochter Catharina Dorothea, zongen, en de jonge kinderen uit Bachs tweede huwelijk, o.a. Johann Christoph Friedrich (de “Bückeburger Bach”) en Johann Christian, (de “Milanese” of “Londense” Bach), speelden als kind reeds makkelijke stukken van hun vader.

Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) (foto) was de tweede zoon van Johann Sebastian Bach en Maria Barbara Bach. Zijn naam wordt gemakshalve vaak afgekort tot ‘C.P.E.’, hoewel C. Ph. E. zijn correcte voorletters waren. Deze Bach wordt de “Hamburgse” of “Berlijnse Bach” genoemd. Hij studeerde rechten in Leipzig en Frankfurt aan de Oder, maar werd in 1740 hofmusicus (klavecinist) van Frederik de Grote in Potsdam. De koning zelf was een bekwaam fluitist en componist.

Carl Philipp Emanuel Bach componeerde er de “Preußische Sonaten” (1742) voor Frederik II, de 6 “Württembergischen Sonaten” (1744) voor de jonge hertog Carl Eugen von Württemberg en de “Sechs Klaviersonaten mit veränderten Reprisen” (1760) voor prinses Anna Amalia van Pruisen (foto). Anna Amalia was een leerlinge van Johann Kirnberger en componeerde zelf, voornamelijk cantates, koralen en marsen. Amalia was ook een belangrijke verzamelaarster van oude muziek. Op 17-jarige leeftijd kreeg zij klavecimbelles; vier jaar later begon zij te componeren, alhoewel zij in 1758 contrapunt studeerde bij de Bach-leerling Johann Philipp Kirnberger.

Carl Philipp Emanuel Bach was een belangrijk muziektheoreticus voor klavierinstrumenten en was in die hoedanigheid, de vader van de moderne pianotechniek. Zijn “Versuch über die wahre Art das Klavier zu spielen” (1753-1762) was en bleef fundamenteel voor de kennis van de stijl van klavierinstrumenten in de tweede helft van de 18de eeuw. In 1767 volgde hij zijn peetoom Georg Philipp Telemann op als Kapellmeister van de vijf hoofdkerken van Hamburg. Hij legde zich vanaf dan hoofdzakelijk toe op het componeren van religieuze muziek en bleef er wonen tot zijn dood.

Tussen 1738 en 1768 woonde en werkte C.P.E. Bach (1714-1788) als klavecinist en componist in Ruppin en Berlijn. Daar componeerde de “Berlijnse Bach” o.a. zijn Magnificat (1749), een Paas cantate (1756), verschillende symfonieën en concerti, drie Liederbände, zijnde Geistliche Oden en liederen op teksten van Gellert (1758), Oden met melodieën (1762) en Sing-Oden (1766) en wereldlijke cantaten. C.P.E. Bach was een productieve componist van concerti, vooral voor klavier. Maar, net als zijn vader componeerde hij vaak een concerto voor verschillende instrumenten, waardoor het moeilijk te bepalen was, welke versie oorspronkelijk was. Deze zoon van Sebastian Bach bleek o.a. mede aan de basis te liggen van het samenspelen tussen klavier en viool.

Daarnaast verscheen tussen 1753 en 1762, naar het voorbeeld van Quantz’ “Versuch einer Anweisung die Flöte traversiere zu spielen” en deels Leopold Mozarts “Versuch einer gründlichen Violinschule”, zijn pedagogisch werk, “Versuch über die wahre Art das Clavier zu spielen”. Daarin was hij één van de belangrijkste en eerste vertegenwoordiger van de nieuwe ‘Empfindsame Stil’, die sterk de nadruk legde op gevoelvolle expressie. In de klaviermuziek van C.P.E. Bach, met zijn complexe stilistische eisen aan de uitvoerder, werden drama en intensiteit, getemperd door de elegantie van de Verlichting en de invloed van de barok. Bepaalde van zijn klaviermuziek verscheen in bundels, “Clavierstücke verschiedener Art”, Wq. 112, in 1765, “Kurze und Leichte Clavierstücke”, Wq. 113–114, in 1766, en 6 verzamelingen “Clavier Sonaten für Kenner und Liebhaber”, Wq. 55–59, 61, tussen 1779 en 1787.

Miklós Spányi werd geboren in Boedapest, waar hij orgel en klavecimbel studeerde aan de Liszt Muziekacademie onder Ferenc Gergely en János Sebestyén. Hij vervolgde zijn studie aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium onder Jos van Immerseel en aan de Hochschule für Musik in München onder Hedwig Bilgram. Als prijswinnaar op internationale klavecimbelwedstrijden (Nantes, 1984 en Parijs, 1987) trad Miklós Spányi op in de meeste Europese landen en de VS als solist op vijf klavierinstrumenten (orgel, klavecimbel, fortepiano, klavichord en tangentpiano) en speelde hij continuo in verschillende orkesten en barokensembles. Hij wordt ook gewaardeerd als improvisator en componist.

Miklós Spányi’s werk als uitvoerder en onderzoeker concentreert zich op het oeuvre van Carl Philipp Emanuel Bach. In januari 2014, de driehonderdste geboortedag van de componist, bracht Spányi het twintigste en laatste deel uit van zijn grote onderneming om alle concerten van Bach voor klavier op te nemen, beschreven in Gramophone als ‘een uniek monument voor een van de meest onderschatte componisten van de 18de eeuw’. Hij heeft ook intensief gewerkt aan het nieuw leven inblazen van C.P.E. Bachs favoriete instrument, het klavecimbel, en heeft verschillende delen van C.P.E. Bachs soloklaviermuziek voor Könemann Music, Boedapest, bewerkt. Tussen 1990 en 2012 gaf Miklós Spányi les aan het Oulu Conservatory of Music and Dance en aan de Sibelius Academy in Finland, terwijl hij ook masterclasses gaf in vele landen. Momenteel geeft hij les aan de Mannheim University of Music and Performing Arts in Duitsland, aan de Liszt Academy of Music in Boedapest en aan het Conservatorium van Amsterdam.

Tracklist:

Symphony in C Major, Wq. 174 (H. 649)

Allegro ma non troppo in E-Flat Major, Wq. 116/52 (H. 326)

Polonoise in E-Flat Major, Wq. 116/44 (H. 318)

March in F Major, Wq. 116/45 (H. 319)

Menuet in G Major, Wq. 116/48 (H. 322)

6 Harpsichord Concerto in D major, Wq. 43/2 (H. 472)

Allegro in E Major, Wq. 116/37 (H. 311)

Menuet in F Major, Wq. 116/32 (H. 306)

Concertoin E flat major, Wq. 43/3 (H. 473)

Menuet in G Major, Wq. 116/30 (H. 304)

Symphony in E-Flat Major, Wq 179 (H. 654)

Carl Philipp Emanuel Bach Solo Keyboard Music Vol 41 Keyboard Trancriptions II Miklós Spányi SACD BIS2397