De 13 nocturnes worden samen met de 13 barcarolles over het algemeen beschouwd als Fauré’s beste piano werken. Fauré had nl. grote bewondering voor de muziek van Chopin en componeerde daarom gelijkaardige vormen volgens het patroon van Chopin met rustgevende buitendelen en contrasterende meer turbulente, centrale episoden.
Gabriel Fauré (1845-1924) componeerde Mélodies, kamermuziek, orkestwerken en koorwerken. Sommige van zijn pianocomposities, gecomponeerd tussen 1860 en 1920, behoren tot zijn bekendste werken. Zijn belangrijkste pianowerken zijn de nocturnes, barcarolles, impromptu’s en de valses-caprices. Deze werden gecomponeerd in verschillende decennia en tonen Fauré’s stijlevolutie, van eenvoudige en jeugdige charme, over de introspectie van de turbulente periode in het midden van zijn leven, tot zijn laatste raadselachtige stijl. Andere opmerkelijke pianostukken, waaronder kortere werken of compilaties zijn de “Romances sans paroles”, de Ballade in Fis, de Mazurka in Si bémol, Thema en Variaties in C en de acht “Pièces brèves”. Voor pianoduo componeerde Fauré de “Dolly Suite” en samen met zijn vriend en oud-leerling André Messager, de uitbundige parodie op Wagner “Souvenir de Bayreuth”. Het merendeel van de pianomuziek is moeilijk om spelen, maar is zelden uitgesproken virtuoos. De componist hield eerder van klassieke en sobere terughoudendheid. Van de zoon van de componist weten we dat de nocturnes niet noodzakelijkerwijs op basis van dromen of emoties waren geïnspireerd. Het waren verheven stukken, sommige lyrisch, angstig of elegisch.
De Fauréaanse nachtelijke natuur wordt niet blootgesteld aan het daglicht, maar verspreidt de gloed van haar verontrustende droomachtige natuur. Vanaf de eerste met onuitsprekelijke charme, tot de latere, donker en spaarzaam, vaak doorspekt met hartstocht, hebben de Nocturnes geen ander doel dan “grote en tedere verzoening”, zoals avondrust. Met Théo Fouchenneret duiken we in de diepte en verfijning van hun universum. De muziek van Gabriel Faure is trouwens al sinds zijn kindertijd een constante factor bij pianist Theo Fouchenneret, en de taal ervan komt hem natuurlijk over. Zijn eerste album van Faure is een uitnodiging om door de verfijnde, dromerige wereld van de Nocturnes te reizen, van de verleidelijke zachtheid van de eerste tot de sombere puurheid van de laatste. Een odyssee in dertien poëtische fasen in de diepten van Faure, in het hart van een innerlijk zelf, het sterk bewaakte fort van deze unieke, intieme muziek, vrij van alle externe invloeden, waarvan Theo Fouchenneret de verontrustende, onuitsprekelijke schoonheid aan ons onthult.
Théo Fouchenneret (1994) begon op 3-jarige leeftijd piano te spelen, geïnitieerd door zijn broer Pierre (violist), en pas op 5-jarige leeftijd ging hij naar het conservatorium van Nice, waar hij op 13-jarige leeftijd een eerste prijs won. Hij vervolgde zijn opleiding aan het Conservatorium van Parijs bij Alain Planès en Hortense Cartier-Bresson. Théo Fouchenneret treedt op op verschillende locaties, in Frankrijk en in het buitenland. Hij won de eerste prijs op de internationale Fauré-wedstrijd in 2013. In 2014 richtte hij samen met Raphaël Sévère (klarinet), David Petrlik (viool) en Volodia van Keulen (cello) het Messiaen-ensemble op. In 2018 won hij de eerste prijs in de internationale competitie van Genève. In 2019 werd hij uitgeroepen tot “Revelation Soloist of the Year” bij de Victoires de la Musique Classique. In 2020 is hij in residentie bij de stichting Singer-Polignac.
Fauré Nocturnes Théo Fouchenneret cd La Dolce Volta LDV125