De familie Sainte-Colombe blijft tot op de dag van vandaag een bron van mysterie: de voornaam en de afkomst van de vader, die Marin Marais onderwees en talloze stukken voor een of twee violen componeerde, blijven verborgen in de nevelen van de tijd. Dezelfde onduidelijkheid omringt zijn zoon of zonen: archieven tonen enkele sporen van hem in Londen en Edinburgh rond 1700, hoewel alles wat echt van hem bekend is afkomstig is van de Pièces de viole die hier zijn opgenomen. Deze vijf suites van dansen in de Franse stijl, waaronder een Tombeau pour Mr de Sainte-Colombe le père, zijn bewaard gebleven in een niet-autografisch manuscript.
Er is weinig bekend over het leven van Monsieur de Sainte-Colombe (ca. 1640-ca. 1686-1700). De naam van zijn ouders, noch zijn exacte geboorte- en overlijdensdatum zijn zelfs niet bekend, er bestaat geen portret van hem, maar recent onderzoek heeft uitgewezen dat zijn naam Jean was. Andere bronnen vermelden weliswaar de naam van Augustin d’Autrecourt, Sieur de Sainte-Colombe, maar die zou dan weer verwijzen naar Monsieur Dandricourt, die het pseudoniem, “de Sainte Colombe” gebruikte. Zijn leraar zou de theorbe speler en violist, Nicolas Hotman (foto) geweest zijn.
Dankzij zijn leerlingen, onder wie Le Sieur de Danoville in zijn “L’Art de toucher le dessus et le basse de viole” (1687), Jean Desfontaines, Marin Marais (foto), Pierre Méliton, (de organist van de verdwenen kerk, Saint-Jean-en-Grève in Parijs), Jean Rousseau, en twee juffrouwen, bekend als Mlle Rougevillle en Mlle Vignon, is er wel enigszins informatie over het talent van Monsieur de Sainte-Colombe als gambist.
De Parijzenaar, Jean Rousseau, vermeldde hem in zijn “Traité de la viole” (1687), alsook Le Sieur de Machy uit Abbeville, (een andere leerling van Nicolas Hotman), in het voorwoord van zijn “Pièces de Viole en Musique et en Tablature” (1685), en Le Sieur de Danonville noemde hem “l’Orphée de notre temps”.
In de film, “Tous les matins du monde” (foto) uit 1991, van Alain Corneau, naar het magnifiek, gelijknamig boek van Pascal Quignard (1948), wordt Monsieur de Sainte-Colombe, als de leraar van Marin Marais, voorgesteld als een sobere en sombere weduwnaar. Hij was een Jansenist die met Racine en Pascal, behoorde tot het gedachtegoed van de cisterciënzerklooster, “Port-Royal des Champs” (foto), en behoorde oorspronkelijk waarschijnlijk tot de protestantse adel rond Pau in de Pyrénées-Atlantiques. Naar verluidt gaf hij bij hem thuis, rue de Betizy (vandaag rue de Rivoli) in wat toen het quartier de Saint-Germain-l’Auxerrois was in Parijs, concerten, “concerts de ruelle, destinées aux plaisirs serieux et tranquiles”,
e hier gepresenteerde versie breekt met de gebruikelijke interpretaties van de Pièces de Viole, omdat het een reconstructie bevat van een basso continuo-partij zoals gebruikelijk was in werken van componisten uit de generatie van de zoon. De niet-autografische bron die bewaard is gebleven, geeft een algemeen gevoel dat er iets ontbreekt in de harmonische structuur, een tekort dat hier wordt ingevuld door een nieuwe basso continuo-partij. De muziek van Sainte-Colombe’s zoon lijkt hier weer tot leven te komen, gereconstrueerd in de muzikale taal en stijl van die tijd. De stukken hebben niet alleen hun volle betekenis teruggekregen, maar laten ook sublieme muziek horen.
De Franse gamba speler, François Joubert-Caillet, geboren in 1982 in Parijs, is de oprichter van het L’Achéron-ensemble, dat met name gespecialiseerd is in oude muziek, in het bijzonder die van Marin Marais, waarvan hij de complete stukken voor gamba opnam. François Joubert-Caillet studeerde viola da gamba aan het Schola Cantorum in Basel bij Paolo Pandolfo, bij wie hij ook muzikale improvisatie studeerde, evenals bij Rudolf Lutz. Hij won de eerste prijs en de publieksprijs op de Brugse Internationale Kamermuziekcompetitie. Hij geeft concerten en masterclasses in Europa, Azië en Latijns-Amerika. Met L’Achéron treedt hij op in verschillende formaties, zoals bv. als consort van gamba’s.
Sainte-Colombe Le Fils Pièces de Viole François Joubert-Caillet l’Achéron cd Ricercar RIC466