In 1971 werd, samen met Kees Boeke en Frans Brüggen, het experimenteel blokfluitensemble “Sour Cream” opgericht, dat zowel hedendaagse als middeleeuwse literatuur ten gehore bracht. Reveil & Revolte verhaalt over Sour Cream, het blokfluittrio, dat tussen 1971 en 1990, meer dan honderd keer optrad. Tijdens die concerten werden de uitersten onnavolgbaar gecombineerd. Op stijl zuivere uitgevoerde renaissancemuziek volgden nl. unieke improvisaties en bewerkingen, vaak gebracht als absurdistische theateracts.
In de jaren ’50 was het de Nederlandse blokfluitist Frans Brüggen die zorgde voor een opvallende revival van de oude muziek en vooral van de blokfluitmuziek. Hij werkte o.a. samen met Gustav Leonhardt en Anner Bijlsma en richtte met de blokfluitisten Kees Boeke en Walter van Hauwe het blokfluitensemble Sour Cream op. In Engeland was het David Munrow die met zijn Early Music Consort of London legendarische stukken opnam. Hij bracht albums uit met zowel blokfluit-repertoire als instrumentaal werk voor diverse blaas- en strijkinstrumenten aangevuld met vocale composities. Deze revival zette door tot in de jaren ’60 tijdens de folk-revival waar ook de blokfluit en oude muziek-varianten (folk-rock/pop) populair werden. Deze trend is de laatste jaren teruggekeerd. Weliswaar in mindere mate, maar toch. Ook nu zien we weer een opleving en (her)waardering van blokfluitmuziek, uitgevoerd door o.a. Suzanna Borsch, Inês d’Avena en Erik Bosgraaf.
Walter van Hauwe (1948) heeft zijn blokfluitcarrière niet alleen gestalte gegeven als blokfluitsolist, maar al vanaf de conservatoriumtijd ook in ensemblespel. Samen met zijn medestudenten blokfluitist Kees Boeke, barokcellist Wouter Möller en klavecinist Bob van Asperen was hij in 1968 mede-oprichter van het Quadro Hotteterre dat als repertoire uitsluitend oude muziek voor 2 blokfluiten en basso continuo uitvoerde. Vanaf 1979 speelde hij samen met Kees Boeke en luitist Toyohiko Satoh in het ensemble Little Consort.
Na zijn studie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag (blokfluit bij Frans Brüggen en cello bij Anner Bijlsma), waar Kees Boeke cum laude afstudeerde, richtte hij het ensemble Quadro Hotteterre op. Hij was jarenlang lid van Syntagma Musicum, Ensemble voor Middeleeuwen en Renaissance (Kees Otten) en was medeoprichter van Sour Cream (1972), Little Consort Amsterdam (1978) en het Ensemble Mala Punica (1989). In 2001 richtte hij samen met Jill Feldman het middeleeuws ensemble Tetraktys op.
Frans Brüggen (1934-2014) was aanvankelijk een Nederlands blokfluitist en dirigent. Hij was een gangmaker van de authentieke uitvoeringspraktijk en genoot internationale faam als een van de grote promotoren van het blokfluitspel. Later legde hij zich meer toe op het dirigeren. In de jaren zestig was Frans Brüggen de katalysator voor een essentieel keerpunt in de moderne blokfluitgeschiedenis. Hij bereikte dit door niet alleen het spelniveau te verhogen, maar ook door componisten van kaliber opdrachten te geven, waarbij hij het gevaar vermeed een componist-uitvoerder te worden die beperkt werd door zijn eigen instrumentale vaardigheden en smaak.
Deze filosofie resulteerde in de creatie van de eerste twee mijlpalen van het blokfluitrepertoire: Sweet van Louis Andriessen (1964) en Gesti van Luciano Berio (1966). De laatste wordt beschouwd als ‘jaar 0′ van de moderne blokfluit, vanwege het enorme belang ervan voor het instrument. Gesti zou Berio’s Sequenza VI zijn geweest, maar zelfs voor deze baanbrekende componist was de ervaring zo uniek dat hij besloot het in een eigen categorie te plaatsen en het te noemen naar de Italiaanse gebaren. Toen hij het originele manuscript opstuurde, gaf hij in een brief aan Brüggen aan: Ik besef nu dat jij verantwoordelijk bent voor een van de vreemdste ‘gebaren’ van mijn leven.
Eerst Brüggen, gevolgd door Walter van Hauwe en Kees Boeke, fungeerden als de belangrijkste protagonisten voor de heropleving en ontwikkeling van een instrument dat ongeveer 150 jaar in onbruik was geraakt. Walter van Hauwe merkt op: “Brüggen dwong ons naar een onbekend gebied, vol problemen, ver buiten het bereik van een gangbare techniek. Hij zou ons niet zomaar de uitweg wijzen, we moesten altijd zelf de uitweg vinden. Als logisch gevolg ontstond een systematische diskrediet van blindelings geloofde technische conventies.
De Amsterdamse school bracht niet alleen pioniers voort op het gebied van solisten, maar ook opmerkelijke blokfluitensembles zoals Quadro Hotteterre (Walter van Hauwe & Kees Boeke, 1969), Sour Cream (Kees Boeke, Frans Brüggen, Walter van Hauwe, 1972) en het Amsterdamse Loeki Stardust Quartet (Daniël Brüggen, Bertho Driever, Paul Leenhouts, Karel van Steenhoven, 1978). Het belang van deze hervormers lag niet alleen in hun vaardigheden, maar ook in hun mentaliteit, die nieuw leven inblies in de stagnerende manieren van ‘blokfluitbeoefening’. De meest uitgebreide professionele methode die ooit voor het instrument is geschreven (Van Hauwe’s ‘The Modern Recorder Player’, drie delen, 1984-1992), werd de grootste blokfluitcatalogus ter wereld.
In de jaren ’70, richtten Walter van Hauwe en Kees Boeke het controversieel onderwijssysteem “het BLOK” op. Dit bloksysteem is sindsdien een kernconcept geworden voor talloze blokfluitspelers van over de hele wereld en staat nog steeds centraal in de blokfluitafdeling van het Conservatorium van Amsterdam. In de loop van de tijd is de faculteit veranderd: Kees Boeke gaf er les tot 1980, en in 1993 trad Paul Leenhouts toe. Leenhouts besteedde speciale aandacht aan ensemblespel, historische ontwikkeling en methodologische aspecten van het instrument. In 1997 richtte hij de ‘Royal Wind Music’ op, een uniek consort van renaissanceblokfluiten. Alle leden van dit ensemble hebben gestudeerd aan het Conservatorium van Amsterdam.
Cas Smithuijsen (Amsterdam 1949) studeerde sociologie en muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde daar in 2001 op een onderzoek naar gedragsregels van publiek bij klassieke muziek. De afgelopen dertig jaar publiceerde hij meer dan tweehonderd artikelen en enkele boeken over cultuur, beleid, mecenaat en markt. Hij bekleedde een aantal bestuurlijke functies, onder meer bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de Vereniging Rembrandt en Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur.
Cas Smithuijsen Reveil en Revolte Frans Brüggen, Walter van Hauwe en Kees Boeke in Sour Cream 219 bladz. geïllustreerd uitg. Walburgpers ISBN 9789464563672