“Handel in Rome”, door Nardus Williams (sopraan) en Dunedin Consort o.l.v. John Butt op het label Linn. Subliem!

Voor de cd “Händel in Rome” gingen Dunedin Consort en John Butt op pad om Händels reactie op de stimulerende omgeving van Rome over te brengen in drie Italiaanse cantates. Als winnares van de Rising Talent Award bij de International Opera Awards van 2022, is Nardus Williams op deze cd de schitterende stersopraan.

In 1710 werd Händel door bemiddeling van Ernst August II van Brunswijk-Lüneburg, de jongste broer van de latere, Engelse koning George I, hofkapelmeester in Hannover. Aan het eind van dat jaar reisde hij voor de eerste keer naar Londen. Daar werd zijn voor Londen inderhaast gecomponeerde opera “Rinaldo” meteen een succes. In 1712 ging de 27-jarige Händel dan opnieuw van Hannover naar Londen en bleef er wonen tot zijn overlijden in 1759.

Handel werd in 1685 geboren in Halle in het hertogdom Maagdenburg en was daarom een Duitse componist. Dit gezegd zijnde, is er de neiging om zich te sterk te concentreren op zijn verblijf in Londen en eventueel in Dublin (“Messiah”), en hem daarom bijna als een Engelse componist te beschouwen. Toch is de periode van Händel in Italië (1707-1710) de sleutel tot het begrijpen van zijn latere successen. Tijdens zijn vierjarig verblijf in Italië componeerde Händel er nl. reeds opera’s, wereldlijke cantaten en instrumentale werken. Voor deze cd heeft men een aantal werken uit deze periode gekozen waarin de muzikale inspiratie voor latere aria’s reeds aanwezig was.

Rond de jaarovergang van 1706-1707 arriveerde de 21-jarige Georg Friedrich Händel (1685-1759) in Rome. Enkele maanden later deelde hij al het podium met de befaamde Arcangelo Corelli (1653-1713) (foto). Händel werd geïnspireerd door Corelli en voorzag hem van solopartijen waarin hij kon schitteren. Corelli’s en Händels rijke nalatenschap wat betreft instrumentale muziek, o.a. suites, triosonates en concerti, werd gevat in een programma met een verscheidenheid aan genres, instrumentaties, compositiestijlen, stemmingen en affecten.

In 1703 was Händel violist in het orkest van het theater am Gänsemarkt in Hamburg. In die tijd componeerde de 18-jarige Händel zijn eerste opera “Almira” en ontmoette er de broers Gastone en Ferdinando de’ Medici. Eén van hen, waarschijnlijk Ferdinando, zou hem uitgenodigd hebben voor een bezoek aan Firenze. Tussen haakjes, Vivaldi droeg in 1711 zijn “L’Estro Armonico” (12 concerti) op aan Ferdinando. Händel speelde in Ferdinando’s Villa di Pratolino in Vaglia (nu Villa Demidoff), en in zijn Villa de Poggio a Caiano (foto) in de Toscaanse provincie Prato, gebouwd door da Sangallo. Naar alle waarschijnlijkheid componeerde hij er zijn instrumentale muziek op een instrument gebouwd door Bartolomeo Cristofori in het bezit van Ferdinando.

Händel bezocht in 1707-1708 Rome. Hij speelde er op het orgel van Sint-Jan van Lateranen en componeerde er zijn eerste oratorium “Il trionfo del tempo en del disinganno”. De melodie van de aria “Lascia la spina, cogli la rosa” uit “Il trionfo” (oorspronkelijk bedoeld als instrumentale “danza asiatica” in “Almira”), werd in 1711 de magistrale aria “Lascia ch’io pianga” op tekst van Giacomo Rossi, van Almirena. In die versie klonk ze in de 2de akte van zijn opera “Rinaldo”. Händel componeerde deze aria speciaal voor de Italiaanse sopraan Isabella Girardeau die toen in Londen carrière maakte. Het was weliswaar zij die op het podium! ruzie maakte met de andere prima donna van toen, Elisabetta Pilotti-Schiavonetti.

“Il trionfo” werd uitgevoerd (o.a. door Corelli) op één van de wekelijkse, arcadische bijeenkomsten in het Palazzo Bonelli (nu Palazzo Valentini) in Rome. Het palazzo was toen eigendom van Francesco Maria Marescotti, Principe Ruspoli. Die bezat een huisorkest met zo maar eventjes 80 musici! Corelli was één van zijn violisten. Händel speelde daarnaast ook nog in het paleis van Ruspoli in Cerveteri (de oude Etrusken stad in Lazio in de provincie Rome), het voormalig paleis van de familie Orsini uit 1533. Hij componeerde voor Ruspoli ook een Salve Regina (HWV 241), het oratorium “Il trionfo del tempo e del disinganno” (HWv 46a), het oratorio sacro “La resurrezione” (HWV 4) en wel vijftig magnifieke solo cantaten voor castraten, waaronder de schitterende jachtcantate, “Diana Cacciatrice” (HWV 79). Na Händel werd Antonio Caldara de maestro di cappella van Ruspoli. Händel werkte in 1714 zijn eerste oratorium “Il trionfo”, in Londen om tot “Il trionfo del tempo e della verità” (HWV 46b), en in 1757, op tekst van Thomas Morell, tot “The Triumph of Time and Truth” (HWV 46b). Om u maar te zeggen dat er van Händels “Il trionfo” drie versies bestaan. Morell, die als classicus en drukker, Fellow of the Society of Antiquaries of London en later Fellow of the Royal Society was, schreef overigens ook de libretti voor Händels “Judas Maccabaeus”, “Joshua”, “Alexander Balus”, “Theodora”, “The Choice of Hercules” en “Jephtha”.

Händel kreeg opdrachten van kardinaal, pauselijk nuntius en librettist Benedetto Pamphili, van kardinaal Carlo Colonna (de zoon van Maria Mancini, de nicht van kardinaal Mazarin), en van kardinaal Pietro Ottoboni. Het paleis van Pamphili, de librettist van “Il trionfo del tempo e del disinganno”, bezat o.a. prachtige fresco’s van Pietro da Cortona in een galerij ontworpen door Borromini. Ottoboni organiseerde in zijn Palazzo della Cancelleria, gebouwd door Bramante, concerten en opera opvoeringen. Hij had nl. een privé theater in zijn Palazzo. Händels muziek klonk er dus tussen Vlaamse wandtapijten, marmer, bladgoud, felle, kleurrijke schilderijen en fresco’s van de beste Italiaanse barokschilders. Hij was er dus in uitstekend gezelschap. Ottoboni zou daarenboven zo tussen de zestig en zeventig kinderen hebben gehad. De portretten van zijn maîtresses hingen aan de wanden van zijn slaapkamer.

In die paleizen ontmoette de jonge Händel vader Alessandro en zoon Domenico Scarlatti. Händel en Domenico hielden ten huize van kardinaal Ottoboni een wedstrijd in improvisatie die Händel won op het orgel. In Napels componeerde hij in 1708 voor het huwelijk van Tolomeo Saverio Gallo, hertog van Alvito, met Beatrice Tocco di Montemiletto, Prinses van Acaja, de serenata (dramatische cantate) “Aci, Galatea e Polifemo”, niet te verwarren met zijn pastorale masque “Acis and Galathea” uit 1718. Beatrice was de nicht van hertogin Aurora Sanseverino die aan Händel de opdracht gaf. In 1709 logeerde Händel in Venetië bij de kardinaal, Napolitaanse vicekoning en operalibrettist, Vincenzo Grimani en componeerde er voor het carnaval de opera “Agrippina”. Deze grandioze opera op een libretto van kardinaal Grimani, die eigenaar was van het theater San Giovanni Grisostomo (nu bekend als het “Teatro Malibran”) in Venetië, beleefde wel 27 opvoeringen! “Il caro Sassone” Händel, was beroemd.

Als gevolg van een pauselijke verbod op opera keerde Händel in de zomer van 1707 terug naar Firenze om er “Rodrigo” te componeren. De opera werd trouwens voor het eerst opgevoerd in die stad. De plot is gebaseerd op de historische figuur van Rodrigo, de laatste Visigotische koning van Hispania. De heerlijke Passacaglia maakt deel uit van de ouverture. “Bel piacere” uit “Agrippina” is prachtig. “Agrippina” was de tweede opera die Händel in Italië componeerde. Intriges, verraad, jaloezie, wraak en machtswellust zorgen voor een geweldig en dramatisch verhaal. De locatie is het oude Rome tijdens het bewind van keizer Nero. Händels klaviersonate in Sol groot, HWV 579, wordt geacht te dateren uit zijn Italiaanse periode. Gepresenteerd als een Fantasia was het oorspronkelijk wellicht een opgeschreven improvisatie in een duel aan het klavier tussen hem en Scarlatti.

Nardus Williams is een Britse sopraanzangeres, die haar haar opleiding volgde aan de International Opera School van het Royal College of Music, waar zij de enige ontvanger was van de Kiri Te Kanawa Foundation Scholarship. Williams was lid van de Houston Opera Studio voor het seizoen 2018/19 en ze is een voormalig Jerwood Young Artist bij Glyndebourne Festival Opera. Ze was een English National Opera Harewood Artist tussen 2019 en 2022. Voor ze professionele operarollen kreeg, werkte Williams als steward bij Opera Holland Park. Williams won de Rising Talent Award bij de International Opera Awards van 2022 en werd genomineerd voor de Times Breakthrough Award bij de South Bank Sky Arts Award van 2022.

John Butt (1960) werd opgeleid aan de Solihull School. In 1979, begon hij zijn bacheloropleiding aan de Universiteit van Cambridge, waar hij van 1979 tot 1982 de functie van orgelwetenschapper aan King’s College bekleedde. Hij promoveerde in 1987 in Cambridge. Na zijn afstuderen doceerde hij aan de Universiteit van Aberdeen en was hij Fellow van Magdalene College aan de Universiteit van Cambridge. In 1989 werd hij universitair organist en assistent-professor muziek aan de University of California, Berkeley en in 1992 werd hij gepromoveerd tot universitair hoofddocent en directeur van het Universitair Kamerkoor. In de herfst van 1997 keerde Butt terug naar de Universiteit van Cambridge als Universitair Docent, Director of Studies for Music aan King’s College en Fellow van King’s College.

Hij werd ook de oprichter en directeur van King’s Voices gemengd koor. Sinds oktober 2001, is Butt de Gardiner Chair of Music aan de University of Glasgow, hij was ook hoofd van de muziekafdeling van 2001 tot 2005. Sinds 2003 dirigeert hij het Dunedin Consort, een professioneel ensemble in Edinburgh voor uitvoeringen in historisch geïnformeerde uitvoeringen.

Dunedin Consort is hét toonaangevend barokensemble in Schotland, bekend om zijn levendige en inzichtelijke uitvoeringen en opnames. De groep werd opgericht door Susan Hamilton en Ben Parry in 1995, en genoemd naar “Din Eidyn”, de oude Britse, Keltische naam van Edinburgh Castle. Dunedin Consort heeft de ambitie om oude muziek vandaag opnieuw relevant te maken. Spelend op historische instrumenten, presenteert de groep concerten die zowel intiem als stimulerend zijn, vaak gericht op het recreëren van de muziek zoals oorspronkelijk bedoeld. Onder leiding van de organist, John Butt heeft met dit ensemble twee felbegeerde Gramophone Awards gewonnen, in 2007 voor de opname van Händels “Messiah” en in 2014 voor de opname van Mozarts Requiem. In 2018 werd het genomineerd voor een Royal Philharmonic Society Award in de categorie, “Ensemble”.

Tracklist:

Ero e Leandro HWV 150

Tra le fiamme HWV 170

Armida abbandonata HWV 105;

“Tu del ciel ministro eletto” aria uit Il Trionfo del Tempo e del Disinganno HWV 46a

Handel in Rome Nardus Williams Dunedin Consort John Butt cd Linn CKD747