Arthur Edwards biedt in zijn boek een magnifiek inzicht in hoe Händel met zijn muziek, meeslepende verhalen toonzette. De opera’s van Handel van Arthur Edwards is een diepgaand werk dat gewijd is aan de opera’s van de Duitse componist Georg Friedrich Händel (1685-1759). In zijn boek analyseert Edwards niet alleen de muziek, maar biedt hij ook inzicht in de historische, culturele en dramatische context van Händels operaproducties.
Handel werd in 1685 geboren in Halle in het hertogdom Maagdenburg en was daarom een Duitse componist. Dit gezegd zijnde, is er de neiging om zich te sterk te concentreren op zijn verblijf in Londen en eventueel in Dublin (“Messiah”), en hem daarom bijna als een Engelse componist te beschouwen. Toch is de periode van Händel in Italië (1707-1710) de sleutel tot het begrijpen van zijn latere successen. Tijdens zijn vierjarig verblijf in Italië componeerde Händel er nl. reeds opera’s, wereldlijke cantaten en instrumentale werken.
Daterend uit 1707, was “Rodrigo” de eerste opera van Händel gecomponeerd in Italië. Zijn allereerste opera, “Almira” of “Der in Kronen erlangte Glücks-Wechsel” op een libretto van Friedrich Christian Feustking (1678-1739), daterend uit 1705, (Händel was toen amper 20 jaar oud), was de eerste van vier opera’s, gecomponeerd voor de opera (“Oper am Gänsemarkt”) in Hamburg. De andere drie waren “Nero” of “Die Durch Blut und Mord erlangte Liebe”, “Florindo” of “Der beglückte Florind”, en “Daphne” of “Die verwandelte Daphne”. De muziek van deze vier opera’s voor Hamburg is helaas verloren gegaan.
In 1703 was Händel violist in het orkest van het theater am Gänsemarkt in Hamburg. In die tijd ontmoette hij er de broers Gastone en Ferdinando de’ Medici. Eén van hen, waarschijnlijk Ferdinando, zou hem uitgenodigd hebben voor een bezoek aan Firenze. Tussen haakjes, Vivaldi droeg in 1711 zijn “L’Estro Armonico” (12 concerti) op aan Ferdinando. Händel speelde in Ferdinando’s Villa di Pratolino in Vaglia (nu Villa Demidoff), en in zijn Villa de Poggio a Caiano (foto) in de Toscaanse provincie Prato, gebouwd door da Sangallo. Naar alle waarschijnlijkheid componeerde hij er zijn instrumentale muziek op een instrument gebouwd door Bartolomeo Cristofori in het bezit van Ferdinando.
Tijdens zijn vierjarig verblijf in Italië componeerde de jonge Händel er nl. reeds twee opera’s, “Rodrigo” en “Agrippina”, prachtige, wereldlijke cantaten en instrumentale werken. Händel bezocht in 1707-1708 Rome, maar als gevolg van een pauselijk verbod op opera keerde Händel in de zomer van 1707 terug naar Firenze om er “Rodrigo” te componeren. De eerste opvoering van “Rodrigo” vond plaats in het Teatro Cocomero (later Teatro Niccolini) (foto) in Firenze, eind 1707. De combinatie van de Duitse oorsprong van Händel met de nieuwe, Italiaanse stijl die hij in zijn vroege carrière in Florence, Venetië en Rome had leren kennen, leidde tot zijn unieke stijl. De instrumentale partijen in “Rodrigo” zijn twee blokfluiten, twee hobo’s, strijkers en continuo (cello, luit, klavecimbel).
In 1710 werd Händel door bemiddeling van Ernst August II van Brunswijk-Lüneburg, de jongste broer van de latere, Engelse koning George I, hofkapelmeester in Hannover. Aan het eind van dat jaar reisde hij voor de eerste keer naar Londen. Daar werd zijn voor Londen inderhaast gecomponeerde opera “Rinaldo” meteen een succes. Met deze eerste opera voor het Londens “Queen’s Theatre”, had Händel danig veel succes, dat hij besloot van Hannover naar Londen te verhuizen en bleef er wonen tot zijn overlijden in 1759. Georg Ludwig von Braunschweig-Lüneburg, de hertog-keurvorst van Hannover, werd immers in 1714, als George I, koning van Engeland.
De in Napels geboren Porpora bracht zijn nuove musiche in de vroege jaren ‘30 van de 18de eeuw naar Londen, om er samen met zijn leerling, de castraat Farinelli, te profiteren van de weifelende situatie van Händels opera-onderneming. In 1733 wenkte Londen nl. met een uitnodiging om in de “Opera of the Nobility”, concurrentie aan te gaan met Händel in het “King’s Theatre”. “Arianna in Nasso” was Porpora’s eerste opera die opgevoerd werd in het Lincoln’s Inn Fields Theater. Deze opera rivaliseerde met Handels “Arianna in Creta” en werd een groot succes.
In zijn boek bespreekt Arthur Edwards Händels meer dan veertig opera’s, waarvan Händel het merendeel in Londen heeft gecomponeerd. Het is geen musicologische verhandeling over opera’s, maar het geeft een uniek inzicht in hoe de dramaticus Händel met zijn muziek meeslepende verhalen vertelt over mensen van vlees en bloed. Met een groot inlevingsvermogen toont hij in schitterende klankbeelden hun karakters en emoties. Dit in een vlotte stijl geschreven boek rekent af met veel misverstanden en vooroordelen over Händels opera’s. Naast zijn successen en tegenslagen wordt ook de artistieke ontwikkeling van Händel als operacomponist belicht. Zijn loopbaan wordt geplaatst binnen de maatschappelijke en politieke context van het toenmalige Engeland. En die blijkt in veel opzichten verrassend actueel. Edwards begint met een schets van Händels leven, zijn muzikale opleiding en zijn reis van Duitsland naar Italië en later naar Engeland. Hierin plaatst hij Händels werk binnen de grotere culturele en muzikale trends van de barokperiode.
Het boek bespreekt een groot aantal van Händels opera’s, zoals Giulio Cesare, Rinaldo en Alcina. Edwards behandelt per opera de inhoud en het libretto: wie schreef het libretto, en hoe sluit het aan bij de traditie van het barokdrama; muzikale kenmerken: de wijze waarop Händel gebruikmaakt van aria’s, recitatieven en orkestratie om drama en emoties uit te drukken en hoe Händel zijn karakters vormgaf en emotionele diepgang creëerde door zijn muziek. Edwards gaat in op de stijlkenmerken van Händels opera’s, zoals het gebruik van da-capo-aria’s en de invloed van de Italiaanse opera seria. Hij benadrukt ook Händels vermogen om emoties en psychologie via muziek over te brengen. Een belangrijk deel van het boek is gewijd aan hoe Händels opera’s in hun tijd werden ontvangen en hoe ze later, in de 20e eeuw, herontdekt zijn. Edwards beschrijft de herleving van Händels opera’s in de periode van historisch geïnformeerde uitvoeringen.
Arthur Edwards is politicoloog. Hij is van jongs af aan gegrepen door muziek: klassieke muziek en andere genres. Dit boek is het resultaat van een jarenlange studie van Händels opera’s, ook in het theater waar de auteur er ruim dertig live als luisteraar-toeschouwer heeft beleefd.
Arthur Edwards De opera’s van Händel, Klankbeelden van de ziel 415 bladz. geïllustreerd Uitg. IJzer ISBN 9789086843015