Karel V was zeker de meest charismatische en machtige heerser van de Renaissance. Vermoeid en gedemoraliseerd door de uitdagingen van de keizerlijke heerschappij, deed hij tegen het einde van zijn leven afstand van de troon en leidde hij een teruggetrokken bestaan in het klooster van Cuacos de Yuste in Castilië onder het motto “Ecce elongavi fugiens et mansi in solitudine” (“Ik vluchtte en bleef in eenzaamheid”). Het Utopia Ensemble gaat op zoek naar de man achter de vorst en belicht de dualiteit van macht en grootsheid enerzijds en eenzaamheid anderzijds. Het Requiem van Pierre de Manchicourt – hofcomponist van Karels zoon en directeur van de beroemde Capilla Flamenca – dat geschreven zou kunnen zijn voor een van de talloze herdenkingsdiensten voor Karel V, straalt gelijkmoedigheid en grandeur uit en wordt hier afgewisseld met chansons die het hart onder Karels harnas sneller deden kloppen.
De Capilla Flamenca, de hofkapel van keizer Karel V en de Spaanse tak van het huis Habsburg, werd opgericht in 1515 (eerste kapelaan was Marbriano de Orto) en werd in 1637, samengevoegd met de Spaanse hofkapel. Ze was gevestigd in het Koninklijk Alcazar van Madrid. De muzikale leiding van de kapel was toevertrouwd aan uitmuntende zangmeesters, die in heel Europa naar waarde werden geschat vanwege hun leidinggevende en pedagogische kwaliteiten bij muziekuitvoeringen en de opleiding van musici. Hun werken raakten over heel Europa verspreid in handschrift of in druk. Niet enkel de kapelmeesters maar ook zangers van de kapel ronselden zangers voor de kapel. Die opdracht werd soms uitbesteed.
Na de troonsafstand van Karel V nam zijn zoon Filips II (foto) de kapel, op dat moment o.l.v. Nicolas Payen (1512-1559), over. Een deel van de musici ging weliswaar in september 1556, met de geabdiceerde keizer mee naar Spanje. Daar zetten zij de traditie voort, incluis die van de bemanning van het koor met Nederlanders (Vlamingen). In 1633 nam Matteo Romero (of Matthieu Rosmarin) afscheid van de Capilla Flamenca als kapelmeester. Hij was de laatste kapelmeester uit de Nederlanden met een vooraanstaande positie aan het Spaanse hof en werd in zijn functie opgevolgd door Carlos Patiño. De Capilla Flamenca, die lang naast een Spaanse hofkapel was blijven voortbestaan, werd in 1637 met deze laatste gefuseerd.
Pierre de Manchicourt, een leerling van Nicolas Gombert en Thomas Créquillon, was eerst werkzaam in Doornik, Tours en Arras, vooraleer hij kapelmeester werd in Madrid, waar hij opgevolgd werd door Jean de Bonmarché, afkomstig uit Douai. De zeer gerespecteerde positie van de Spaanse hofkapelmeester spreekt voor Manchicourts reputatie als componist. Waarderingen kwamen van de Franse dichter François Rabelais (in de proloog van zijn Quart livre, 1552) en de Italiaanse kroniekschrijver Lodovico Guicciardini. Hij zette Pierre de Manchicourt op één rij met Josquin Desprez, Nicolas Gombert, Thomas Crécquillon, Cipriano de Rore en Orlando di Lasso. De overgrote meerderheid van de 19 missen die Manchicourt heeft overgeleverd, zijn van het type parodiemis, gebaseerd op modellen van Jean Mouton , Claudin de Sermisy, Jean Lhéritier en Benedictus Appenzeller. In zijn missen, maar nog meer in zijn vier- en vijfstemmige motetten, is Manchicourts voorkeur voor imiterende beweging en gevarieerde herhaling hoorbaar. Vooral in zijn motetten combineerde hij imitatief contrapunt met een melismatische declamatie van de tekst. Daarentegen was een groter stilistisch bereik te horen in zijn twee- tot achtstemmige chansons met minder strikt contrapunt dan in zijn motetten. Aan de andere kant lagen verschillende chansons dichter bij de Parijse chansonstijl van Claudin de Sermisy vanwege het gebruik van homoritmie.
De andere werken op deze cd zijn van Cornelius Canis (1506-1562), Thomas Crecquillon (1505-1557), Nicolas Gombert (1495-1560), Luys de Narvaez (1500-1555), Nicolas Payen (1512-1559), Jean Richafort (1480-1547), Emanuel Adriaenssen (1554-1604) en Antoine de Fevin (1470-1512).
Jan Van Outryve (1967) stuurde aan het conservatorium van Antwerpen, waar hij een eerste prijs notenleer behaalde en eerste prijs cum laude gitaar. Later trok hij naar het conservatorium van Den Haag waar hij een Master oude muziek specialisatie luit volgde. Als luitist speelt en speelde Jan Van Outryve bij ensembles als Capilla Flamenca, Il Fondamento, Graindelavoix, Hesperion XXI, Transports Publics e.a. Hij is al jaren nauw betrokken bij de werking van Zonzo compagnie. Zijn kennis en kunde van de oude muziek wordt gekoppeld aan een niet te stoppen creativiteit die vaak haar wortels heeft in de muziek uit een verder verleden of uit andere muzikale tradities. Hij componeerde en speelde de muziek van onder andere Ik Vlieg, Dido, Het meisje de jongen de rivier, Staring girl, Foi Opera Buffa, Liedjes met wortels I en II ect… Hij componeerde ook voor het filmproject Pour vos Beaux Yeux. In mei 2018 kon je in Bozar zijn cantate Schaduwkind – Petite fille de l’ombre op tekst van Haryanti Frateur horen
Het Belgisch Utopia Ensemble verenigt vijf zangers die jarenlange ervaring genoten bij internationaal gerenommeerde ensembles. Sinds de oprichting in 2015 stond Utopia op verschillende binnenlandse en buitenlandse podia. Naast Laus Polyphoniae in Antwerpen en MA festival Brugge, waren ze te gast op festivals in Utrecht, Regensburg, Warschau en Praag. Ondertussen bracht het ensemble reeds twee cd’s uit bij het label Et’cetera. De cd met de Lamentaties van Cristóbal de Morales oogstte veel lof en ook de samenwerking met blazersgroep InAlto, “Luther, the noble Art of Music”, werd goed onthaald. Dit album bevat werk van onder meer Josquin Desprez, Balduin Hoyoul en Michael Praetorius. Het hoogtepunt in 2021 was hun nieuwe cd bij het label Ramée en dit voor het eerst in zijn huidige bezetting met Michaela Riener, mezzo, Bart Uvyn, contratenor, Adriaan De Koster, tenor, Lieven Termont, bariton en Guillaume Olry, bas.
Utopia Ensemble ontleende zijn naam aan het gelijknamig boek van Thomas More, die in 1515 in Antwerpen aan dit werk begon te schrijven. Geïnspireerd door de interessante en innovatieve ideeën in het boek, wil Utopia ook een maatschappelijke rol spelen door zijn projecten en samenwerkingen. Zo is er ondertussen een jaarlijkse Utopia Festival dag, waar muziek, beeldende kunst, film en fotografie aan bod komen, naast lezingen en debatten over maatschappelijke thema’s. Als ‘ensemble in residentie’ in de schitterende Sint-Pauluskerk te Antwerpen heeft Utopia een prachtige thuisbasis voor concerten en nieuwe projecten. Utopia specialiseert zich in vocale muziek uit de 16de eeuw, steeds zoekend naar een doorleefde expressiviteit. Het uitgangspunt van het polyfone zingen, waarbij iedere stem gelijkwaardig is, zit Utopia als gegoten en resulteert in een rijke en homogene klank.
Requiem for an Emperor Missa de Requiem Pierre de Manchicourt Utopia Ensemble cd Ramée RAM2401