Het hier gepresenteerd programma is met name interessant vanuit het oogpunt van Henri Vieuxtemps’ Grande sonate concertante op.12, in vier delen, een zeldzaam werk geschreven tijdens de jeugd van de componist uit Verviers. Tatiana Samouil en Johan Schmidt gingen uit van het origineel manuscript om een nieuwe versie van de partituur te creëren die toegankelijker en leesbaarder is in termen van interpretatie en klank. Louis Vierne’s Sonate voor viool en piano in g mineur Op.23, een ander zeldzaam juweeltje opgedragen aan Eugene Ysaye, wordt beschouwd als zijn eerste grote kamermuziekpartituur en zijn eerste unaniem erkende meesterwerk. Het is een meesterlijk werk, vol kracht, passie en tederheid. Eencd tussen romantiek en moderniteit die de stilistische evolutie van de Franse esthetiek illustreert met zijn kenmerken van helderheid, evenwicht en elegantie.
Als wonderkind genoot Henri Vieuxtemps vanaf zijn zesde een uitstekende carrière als violist, studeerde in Wenen en Parijs (bij Charles de Bériot) en reisde hij door Europa, Rusland en de VS. Vanaf 1871 was hij een invloedrijke leraar aan het conservatorium van Brussel. Tot zijn leerlingen behoorde Eugène Ysaÿe. Maar binnen twee jaar, in 1873, veroorzaakte een beroerte kreupelheid in zijn rechterarm, en Vieuxtemps moest zich terugtrekken uit het onderwijs. Hij bracht zijn laatste jaren door met componeren in een sanatorium in Algerije, waar zijn dochter zich met haar man had gevestigd. Vieuxtemps werd enorm bewonderd door o.a. Berlioz en Paganini, die hij in Londen ontmoette.
Toen Robert Schumann hem in 1834 in Leipzig hoorde, beschreef hij het spel van de veertienjarige als magisch en vergeleek hij hem met Paganini. Dat was tijdens een tournee door Duitsland en Oostenrijk, toen Vieuxtemps werd vergezeld door zijn vader. Nadat hij Beethovens vioolconcerto in Wenen had gespeeld, besloot hij daar enige tijd te blijven om compositie te studeren bij Simon Sechter, bij wie Anton Bruckner later nog contrapunt zou studeren. Na zijn debuut in Londen in 1834 vervolgde Vieuxtemps zijn compositiestudies bij Anton Reicha in Parijs, waarvan de vruchten vooral duidelijk zijn in zijn Eerste Vioolconcerto, daterend uit 1836 (en later gepubliceerd als nr. 2). Het vierde vioolconcert in D mineur opus 31, was het favoriet concerto van Vieuxtemps. Hij componeerde het toen hij werkzaam was als hofviolist in Sint-Petersburg (1846-1851).
Louis Vierne werd zo goed als blind geboren. Op zevenjarige leeftijd onderging hij een operatie waardoor hij gedeeltelijk kon zien en zonder hulp over straat kon. Na 1918 werd hij echter geheel blind en was hij afhankelijk van braille. De jonge Vierne kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn oom Charles Colin, hoboïst en organist en winnaar van de Prix de Rome. Hij werd van 1881 tot 1890 opgeleid aan het Institut National des Jeunes Aveugles en won er de eerste prijs voor zowel viool als piano. Hij ging daarna studeren aan het Conservatorium in Parijs, waar hij korte tijd les kreeg van César Franck.
Na diens overlijden studeerde Vierne verder bij Charles-Marie Widor. In 1894 won hij de Prix du Conservatoire, waarna hij in zowel de Église Saint-Sulpice als het Conservatorium van Parijs, Widors assistent werd. In die tijd werd Vierne zelfs ‘Widor-junior’ genoemd. Toen Widor daar werd opgevolgd door Alexandre Guilmant, werd hij ook diens assistent. In 1900 werd hij na een competitie uit 50 kandidaten, organist-titularis van de Notre-Dame in Parijs. Vierne werd vermaard om zijn improvisaties op het vijfmanualige Cavaillé-Coll-orgel in deze kathedraal. Onder zijn trouwe toehoorders bevonden zich beroemde Parijzenaars als Auguste Rodin en Georges Clemenceau. In 1911 was het de bedoeling dat hij de overleden Guilmant zou opvolgen als orgeldocent aan het Parijs Conservatorium. Toen hij verwikkeld dreigde te raken in een conflict tussen zijn leermeester Widor en de directeur Gabriel Fauré, die allebei zijn mentor waren geweest, liet hij de baan aan Joseph Bonnet en ging hij lesgeven aan de Schola Cantorum van zijn vriend Vincent d’Indy.
Gabriel Fauré (1845-1924) had op dertigjarige leeftijd bijna niets anders gecomponeerd dan liederen (Mélodies) en een paar korte pianostukken. Er was niets dat deed vermoeden dat hij nog kamermuziek zou componeren die tot dan toe ongeëvenaard was onder zijn collega’s. Hij componeerde weinig orkestmuziek en vond liederen en kamermuziek het ideaal middel om het onuitsprekelijke uit te drukken. Tijdens het laatste kwart van de 19de eeuw en tot in de jaren 1920, leverde Gabriel Fauré de meest substantiële en blijvende bijdrage aan de Franse kamermuziek. Niet dat het bij hem over een oeuvre ging zoals bij Dvořák of Brahms, of omdat het over een hele reeks strijkkwartetten ging, maar omdat de kamermuziek in de Franse 19de eeuw eerder dun bezaaid was. Bij Fauré werd de hoofdmoot gevormd door 4 sonaten, 2 pianokwintetten, twee pianokwartetten en slechts één strijkkwartet en 1 pianotrio, waarvan de meeste gecomponeerd werden tussen 1917 en 1924, zijn latere periode dus. Daarnaast gaat het vooral om kleinere gelegenheidswerken (pièces de genre) voor viool of cello met pianobegeleiding, légères et charmantes, maar heel mooie muziek.
Tracklist:
Vieuxtemps: Sonate pour violon et piano en ré majeur, Op 12
Vierne, L: Sonate pour violon et piano en sol mineur, Op 23
Fauré: Sonate pour violon et piano No. 2, Op 108
Tatiana Samouil (1974) won de Grand Prix Vieuxtemps in Verviers in 1998, net na haar aankomst in België. Deze prijs markeerde het begin van haar grote internationale carrière. Op veertienjarige leeftijd werd ze geselecteerd door het Russische ‘New Names Program’ en trad op in de meest prestigieuze concertzalen van Rusland en Europa. Ze verhuisde naar Moskou om te studeren bij de legendarische Maia Glezarova aan het prestigieuze Tsjaikovski Conservatorium in Moskou. Daar behaalde zij met bijzondere vermelding haar solistendiploma. Vervolgens verhuisde ze naar België om haar studie verder te zetten bij Igor Oistrakh aan het Conservatorium van Brussel. Tatiana Samouil won prijzen op de meest prestigieuze internationale vioolconcoursen, met name de ‘Tchaikovsky International Competition’ in Moskou (2002), de ‘Koningin Elisabeth Competitie’ in Brussel (2001), de ‘Michael Hill International Competition’ in Nieuw-Zeeland (2001) en de ‘Internationale Jean Sibelius Vioolwedstrijd’ in Helsinki (2000). Ze won prijzen op de Koningin Elisabeth-, Sibelius- en Tsjaikovski-wedstrijden…
Johan Schmidt (1964) heeft een opmerkelijke reputatie opgebouwd, zowel vanwege zijn virtuositeit als zijn gevoeligheid en leefde al sinds zijn kindertijd in een sfeer die bevorderlijk was voor muziek en artistieke creativiteit. Aanvankelijk was hij een leerling van Eduardo del Pueyo, maar daarna vervolmaakte hij zijn vaardigheden bij Karl-Heinz Kämmerling in Hannover en Yevgeny Malinin. In de loop der jaren heeft hij deelgenomen aan prestigieuze internationale wedstrijden (Winnaar van de Internationale Muziekwedstrijd Koningin Elisabeth waarvoor hij ook de RTBF Publieksprijs won; Eerste prijs op de Maria Callas-wedstrijd in Athene; Derde prijs op de Internationale Tsjaikovski-wedstrijd in Moskou …)
Vieuxtemps Vierne Fauré Sonates pour violon et piano Tatiana Samouil, Johan Schmidt cd Cypres CYP4665