Pianiste Olga Pashchenko creëert muzikale verhalen met selecties uit Felix en Fanny Mendelssohns ‘Lieder ohne Worte’. Als kinderen gebruikten de twee enorm getalenteerde broer en zus graag tekst om hun pianostukken te inspireren, hoewel het een raadsel blijft wie van hen de werkelijke uitvinder van het genre was. Het is mogelijk dat ze dit genre samen hebben gecreëerd, of zelfs dat Fanny de maker zou kunnen zijn van het genre dat traditioneel uitsluitend aan Felix wordt toegeschreven.
Deze muziek, hoewel woordloos, barst van de poëzie en past goed bij de Conrad Graf-piano uit 1836 die Pashchenko voor deze opname koos. De Graf-piano, een merk dat Felix Mendelssohn prefereerde, heeft een recitatiefachtige kwaliteit die Pashchenko gebruikt om de poëzie die inherent is aan deze ‘Lieder ohne Worte’ of zoals Fanny ze noemde, ‘Lieder fur das Pianoforte’, perfect te articuleren.
De piano werd in het begin van de 19de eeuw in Europa steeds populairder, toen het een standaardartikel werd in veel middenklasse huishoudens. De acht volumes ‘Lieder ohne worte’, geschreven tussen 1829 en 1845, elk bestaande uit zes liederen, werden gedurende het hele leven van Mendelssohn in verschillende periodes geschreven en afzonderlijk gepubliceerd.
De stukken liggen binnen het bereik van pianisten van verschillende niveaus en dit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan hun populariteit. Deze populariteit heeft er echter toe geleid dat veel critici hun muzikale waarde onderschatten. Het eerste deel werd door Novello in 1832 in Londen gepubliceerd als “Original Melodies for the Pianoforte”, maar de latere delen hadden als titel, “Songs Without Words”. De titels van bepaalde van de liederen zijn door Mendelssohn zelf gegeven. Andere fantasievolle titels werden later door uitgevers aan bepaalde stukken gegeven. Deze hebben geen autoriteit en weerspiegelen geen enkele intentie van de componist. De naam ‘Venetiaans Gondel Lied’ (op. 19 nr. 6) bv. is origineel. De populaire namen ‘Jägerlied’ voor op. 19 nr. 3 en ‘Spinnerlied’ voor op. 67 nr. 4 komen daarentegen niet van de componist.
De werken maakten deel uit van de romantische traditie van het componeren van korte lyrische stukken voor piano, hoewel het specifiek concept van ‘Lieder ohne Worte’, nieuw was. Mendelssohns zus Fanny componeerde ook een aantal vergelijkbare stukken en, volgens sommige muziekhistorici, heeft ze het concept zelfs mogelijk bedacht of toch ten minste geïnspireerd. De titel ‘Lied ohne worte’ lijkt daarentegen wel Mendelssohns eigen uitvinding te zijn geweest. In 1828 schreef Fanny in een brief “Mijn verjaardag werd heel mooi gevierd. Felix heeft me een ‘lied zonder woorden’ gegeven voor mijn album (hij heeft de laatste tijd verschillende mooie geschreven)”. De directe voorlopers van de liederen zonder woorden waren de vocale studies van Ludwig Berger (1777-1839) (foto), piano- en compositieleraar van de broers Mendelssohn, en Ignaz Moscheles (1794-1870) (foto), een trouwe oudere vriend en collega. Felix Mendelssohn Bartholdy’s oeuvre bevat verschillende liederen zonder woorden voor piano solo die niet in de collecties zijn opgenomen, evenals een lied zonder woorden voor cello en piano. Zijn zus Fanny Hensel componeerde een lied zonder woorden in de vorm van een duet voor tenor en sopraan.
De muzikale kenmerken van Mendelssohns liederen zonder woorden zijn onder meer de verhalende toon en muzikale taalvaardigheid, en mooie, lyrische melodieën in een eenvoudige vorm. In de meeste gevallen klinken vocale melodieën door middel van continue begeleidende formules, maar de verfijnde figuraties brengen sommige dicht bij virtuoze concertetudes. Akkoordenpassages komen minder vaak voor. De vorm volgt meestal de driedelige liedvorm, waarbij (in tegenstelling tot veel andere karakterstukken uit de 19de eeuw), tussen de delen nauwelijks een contrasteffect werd gezocht. In sommige stukken loopt de melodie door van het begin tot het einde. Andere beginnen en eindigen dan weer met de begeleidende partij, een derde type heeft korte preludes en postludes, zogenaamde ‘preludes’ en ‘appendices’. Maar, hoe dan ook, het poëtisch idee heeft altijd voorrang op thematische ontwikkelingen.
Olga Pashchenko (1986) studeerde piano aan het Tchaikovsky Conservatorium in Moskou bij Alexei Lubimov, klavecimbel en pianoforte bij Olga Martynova, en orgel bij Alexei Sjmitov. In 2010 begon ze aan doctoraatsstudies onder de leiding van Alexei Lubimov en in 2011 volgde ze masteropleidingen pianoforte en klavecimbel aan het Conservatorium van Amsterdam bij Richard Egarr. Ze volgde daarnaast mastercursussen bij Bart van Oort, Bob van Asperen, Trevor Pinnock, Malcolm Bison, Davitt Moroney, Andreas Staier, Christine Schornsheim, Ludger Lohmann, Christopher Stembridge, e.a. en treedt op als klaveciniste, pianiste, organiste en pianoforte speelster in Moskou en andere Russische steden, Wit-Rusland, Italië, Oostenrijk, België, Frankrijk en Duitsland. In maart 2017 is Olga Pashchenko benoemd tot docent fortepiano aan het Conservatorium van Amsterdam.
Tracklist:
Fanny Hensel
Vier Lieder for das Pianoforte, Op.2
Vier Lieder for das Pianoforte, Op.6
Vier Lieder for das Pianoforte, Op.8
Felix Mendelssohn Bartholdy
Lieder ohne Worte, Op.19B
Lieder ohne Worte, Op.30
Lieder ohne Worte, Op.38
Gondellied
Lieder ohne Worte, Op.62
Lieder ohne Worte, Op.67
Lieder ohne Worte, Op.102
Lieder ohne Worte, Op.53
Guess Who? Fanny & Felix Mendelssohn Olga Pashchenko ALPHA1119