“Violino òver cornetto” door Seicento Stravagante op het label Bis

In de zestiende eeuw was de kwaliteit van een ‘burgerlijk gesprek’ een onderwerp van grote interesse, zowel binnen geleerde academies als in de verbale spelletjes van gezellige banketten. Toen muzikale virtuozen leerden hoe ze via hun instrumenten konden ‘spreken’, was het niet meer dan logisch dat ze ook begonnen met ‘converseren’.

De Italiaanse componisten van de 17de eeuw liepen voorop in een muzikale revolutie die enkele verrassende analogieën bood met de geboorte van de moderne wetenschappelijke methode. De Italiaanse musici van die tijd streefden ernaar om met hun blaas- en snaarinstrumenten, de diepten van de menselijke ziel te doorgronden. Een muzikale zin correspondeerde volgens de ‘Stil Moderno’, met ‘affetti’ of emoties. Deze stijl was vaak onvoorspelbaar en is nog steeds fascinerend voor de luisteraar van vandaag. Instrumenten wekten net zoveel opwinding en verwondering op als zangers. Dankzij de vaardigheid van virtuoze spelers en muziek die speciaal voor hen werd gecomponeerd, sonates, canzona’s, sinfonia’s, diminuties en balletti, ging de instrumentale muziek de muziekscene domineren.

De mute cornett, cornetto muto of cornetto sordino, stiller Zink, cornet muet of cornet sourdine, had een zachte en tedere klank. In tegenstelling tot de bekendere, gebogen cornet, de cornettino en tenor cornet, was de cornet gemaakt uit één stuk hout, uitgeboord en voorzien van vingergaten. Het niet-afneembaar mondstuk vormde aan de bovenkant een gladde komvorm. Uit de dwarsdoorsnede van het mondstuk blijkt dat deze qua structuur vergelijkbaar was met die van een (Franse) hoorn. Het elimineerde de koperklank van de “gewone cornet” en had een karakteristiek timbre. In tegenstelling tot de twee andere vormen van de cornet, was de cornetto muto niet bedekt met leer. De cornet was rond 1600 populair in Italië, hoewel het instrument door componisten in hun werken zelden specifiek werd genoemd. In Noord-Europa waren componisten preciezer, en deze cornet werd gespecificeerd door 17de-eeuwse componisten als Heinrich Schütz, Michael Praetorius en Johann Heinrich Schmelzer. In het begin van de 18de eeuw leek de cornetto muto een steeds zeldzamer instrument te worden, hoewel Johann Joseph Fux, in 1720, een Requiem componeerde, waarin twee van deze instrumenten voorkwamen.

Nu is het mogelijk om de hele geschiedenis van deze instrumenten te traceren, vanaf de vervaardiging ervan door grote Venetiaanse makers, de verwerving ervan door Moritz Von Hessen (de beschermheer van de jonge Heinrich Schütz), de namen van de musici die ze bespeelden, tot de muziek die gecomponeerd werd voor deze eerder mysterieuze neef van de bekendere cornet.

Na een veelgeprezen release in 2023 geeft Seicento Stravagante ons nog een voorbeeld van muzikaal gesprek, ditmaal tussen drie muzikanten. In werken van dertien Italiaanse componisten uit de late 16e en vroege 17e eeuw herscheppen de muzikanten van Seicento Stravagante de extravagantie van vroege barokmuziek, toen componisten veel individuele ‘stemmen’ (vocaal of instrumentaal) tot een harmonieus geheel verweefden. Hoewel de composities vaak op verschillende soorten instrumenten konden worden gespeeld, konden ze het meest schitteren op de viool en de cornetto, en de twee instrumenten ontwikkelden een steeds nauwere relatie, tot het punt dat ze vrijwel uitwisselbaar waren. Dankzij deze opname kunnen we de subtiele kleurenmengeling van deze twee instrumenten en de rijkdom van de Italiaanse instrumentale muziek uit die tijd waarderen.

Seicento Stravagante werd opgericht in 2018 en bestaat uit David Brutti op cornet, Rossella Croce, barokviool en Nicola Lamon op orgel en klavecimbel. Seicento Stravagante combineert het beste van de muzikale productie en instrumentale virtuositeit van de Italiaanse hoven en kathedralen uit de 16de en 17de eeuw, met als doel de oude klanken van de cornetto en historische orgels, de verfijnde kunst van het diminueren en de extravagantie van het repertoire uit de renaissance en de vroege barok te herontdekken.

Tracklist:

Dario Castello: Sonata quarta

Giovanni Legrenzi: La Strasola

Giuseppe Scarani: Sonata sesta a duo soprani sopra Re, Mi, Fa, Sol, La

Girolamo Frescobaldi: Toccata per Spinettina a Violino

Giovanni Battista Buonamente: Sonata quinta a 2

Ercole Pasquini: Toccata prima

Serafino Patta: Canzon frances “La Lampugana”

Tarquino Merula: La Gallina

Gioseppe Giamberti: Cucu

Marco Uccellini: Aria non a 3 “L’Emenfrodito”

Francesco Usper Sponga: Ricercar ottavo

Gabriele Usper Sponga: Sinfonia

Biagio Marini: Sonata quinta

Giovanni Battista Buonamente: Sonata decima sopra “Cavaletto zoppo”

Violino òver cornetto Seicento Stravagante BIS2726