“Mozart had altijd al een speciale affiniteit met blaasinstrumenten: voor hem waren ze essentiële onderdelen van zijn muzikale expressie,” vertelt de Franse klarinettist Nicolas Baldeyrou, een wereldberoemde solist die heeft opgetreden met enkele van de grootste dirigenten en virtuozen. Deze cd is het eerste deel van een complete set van Mozarts kamer- en concertante werken met klarinet. Om deze op te nemen heeft hij gekozen voor historische instrumenten, “een authentieke en onthullende ervaring, ondanks de technische uitdagingen die het met zich meebrengt”, zo klinkt het.
Hij heeft zijn muzikale vrienden uitgenodigd, die allemaal worden erkend als bekwame bespelers van moderne instrumenten, maar tevens een passie hebben voor historische instrumenten. Het programma van deze eerste release omvat de Serenades KV 375 en 388, en Mozarts Gran Partita KV 361, een werk op een uitzonderlijk grote schaal, voor dertien spelers, zijn uitgebreide duur en zijn superieur muzikaal niveau. Bekend als “Gran Partita”, was Mozarts Serenade in Bes, K 361, de bekroning van de “Harmoniemusik” van het klassiek tijdperk.
Divertimenti, men noemde het genre ook serenade, cassatio, notturno of Nachtmusik, waren bedoeld als “Unterhaltungsmusik”. De vroege serenades van o.a. Haydn, Mozart en Salieri, Leopold Mozart, Carl Stamitz en Boccherini, introduceerden blaasinstrumenten (hobo’s, fagotten, hoorns en of klarinetten), zoals geschikt voor muziek in open lucht. Divertimenti of serenades werden als “Tafelmusik“ of “Freiluftmusik“ gespeeld. Om aan de groeiende vraag naar geschikte muziek te voldoen, werden talloze bewerkingen van opera’s en balletmuziek gemaakt, terwijl originele werken werden geleverd door een breed scala aan componisten. In het geval van Mozart waren dat de arrangementen die hij voor blazers maakte van fragmenten uit zijn Così fan tutte, K588, Don Giovanni, K527 en Le nozze di Figaro, K492.
Blazersensembles hebben in de 18de eeuw, zowel qua bezetting als qua functie, een interessante ontwikkeling doorgemaakt, nl. van “Tafelmusik” tot “Harmonie”, de naam voor het geheel van blaasinstrumenten. Mozart, die alle blaasinstrumenten van zijn tijd waardeerde en ze belangrijke partijen gaf in zijn orkest- en kamermuziek, en die ook soloconcerti componeerde voor de meeste van hen, componeerde ook belangrijke werken voor blazersensembles.
Het subliemste voorbeeld van Harmoniemusik is weliswaar Mozarts meesterlijke Serenade K361/370a, gecomponeerd tussen 1781 en 1784. Beter bekend als “Gran Partita”, was deze Serenade in Bes, de bekroning van de “Harmoniemusik” van het klassiek tijdperk. Vooral Oostenrijkse en Duitse edelen gebruikten vaak kleine blazersensembles, “Harmonien” genaamd, die voor amusement zorgden tijdens banketten en openluchtfeesten. Oorspronkelijk bedoeld om uitgevoerd te worden in open lucht, ging Mozart in deze “avondmuziek” verder dan de eenvoudige geest van het divertimento om zich aan te sluiten bij de symfonie. Cyclisch bedacht en met een zeer economisch gebruik van motivisch materiaal, vertoont het ook een compositorische verfijning die ongebruikelijk was voor het genre.
Dankzij zijn inspiratie en de balans van zijn muzikale schriftuur, de diversiteit van zijn vormen en genres, zijn imposante omvang en bezetting, waarbij elk van de 7 bewegingen, bedoeld was voor een solo-instrumentalist, wordt deze serenade terecht beschouwd als een van de absolute meesterwerken van het repertoire. Met zijn zeven bewegingen en een duur van ongeveer 50 minuten, is het werk op grotere schaal gecomponeerd dan de meeste andere, en de serenade werd voor dertien instrumenten gecomponeerd in plaats van voor de gebruikelijke acht of negen, zijnde 2 hobo’s, 2 klarinetten, 2 bassethoorns, 2 fagotten, 4 hoorns en contrabas.
Mozarts welbekende liefde voor de klarinet blijkt uit meesterwerken als het Klarinetconcert, het Klarinetkwintet en zijn Trio voor piano, altviool en klarinet. Het Klarinetconcert in A, KV 622, werd in 1791 gecomponeerd voor de klarinettist Anton Stadler, en was een van de laatste voltooide werken van Mozart, die in december van dat jaar overleed. Het werk werd oorspronkelijk gecomponeerd voor de door Anton Stadler zelf gewijzigde klarinet, die de toonomvang van zijn instrument in het lage register had uitgebreid. Dit zou later de bassetklarinet worden, met een lager bereik dan de reguliere klarinet, maar deze was toen nog niet in gebruik. Om het stuk toch toegankelijk te maken voor bespelers van de gewone klarinet, besloot Mozarts uitgever om een versie te publiceren waarin de lage noten werden geoctaveerd naar een regulier bereik. Het origineel ging daarna verloren. Pas in het midden van de 20ste eeuw werd ontdekt dat de gepubliceerde uitgave niet het origineel was, en werden pogingen gedaan om het originele werk te reconstrueren.
De klarinet was in Mozarts tijd nog een vrij nieuw instrument. In Salzburg hadden ze het niet en Mozart maakte er voor het eerst kennis mee toen hij in 1777 naar Mannheim reisde. Nadat hij in 1782 naar Wenen verhuisde, componeerde hij zes opera’s, vier voor Wenen en twee voor Praag. In alle opera’s werden klarinetten gebruikt, maar buiten het operagebouw lijkt hij er niet op gerekend te hebben dat ze beschikbaar zouden zijn. Slechts drie van zijn pianoconcerti gebruiken klarinetten, nl. in de nrs. 22, 23 en 24. Vreemd genoeg ontbreken in de eerste twee de hobo’s, hoewel hobo’s een steunpilaar waren van het toenmalig orkest. Vrijwel alle vroege symfonieën van Mozart en Haydn, gecomponeerd voor kleine orkesten die voornamelijk uit strijkers bestonden, bevatten hobo’s. Mozart componeerde de meeste van zijn concerti voor zijn abonnementsconcerten. Vermoedelijk moest hij de musici betalen, dus misschien speelden economische factoren een rol.
In zijn laatste drie symfonieën, zoals oorspronkelijk gecomponeerd, bevatte alleen nr. 39 in Es, klarinetten. Maar wederom liet Mozart de hobo’s weg. We weten niet wat de aanleiding was voor de compositie van de symfonieën. Er is het vermoeden dat hij van plan was om ze mee te nemen op tournee en niet zeker wist of klarinetten altijd beschikbaar zouden zijn. Later voegde Mozart klarinetten toe aan de g mineur symfonie, waarschijnlijk voor een concert in 1791, waar klarinetten beschikbaar waren. In Mozarts orkestpraktijk zijn er tutti-passages waarin strijkers en blazers samenspelen en passages met een meer kamerachtige bezetting. In de herziene orkestratie van de g mineur symfonie werden klarinetten toegevoegd aan de hobo’s in de tutti’s, maar op andere plaatsen, vervingen ze grotendeels de hobopartijen. Een uitzondering was het Trio van het Menuet met zijn kamerachtige partituur voor fluit, hobo’s en fagotten. Als Mozart van het begin af aan van plan was geweest om beide instrumenten te gebruiken, had hij het anders kunnen orkestreren.
Het ontbreken van de hobo’s in de Es-symfonie en die twee concerti is verbazingwekkend. Zou het kunnen dat hij vond dat hoewel de hobo’s en klarinetten goed samengingen met de andere houten blaasinstrumenten, ze met fluiten, fagotten en hoorns, niet zo goed samengingen? Het blijkt dat zelfs in zijn opera’s de hobo’s en klarinetten zelden samen voorkomen. Voor zover we weten, gebruikte Beethoven bv. klarinetten en hobo’s in al zijn orkestwerken en aarzelde hij nooit om ze te combineren. Hetzelfde geldt voor latere componisten. Mozarts orkestpraktijk getuigde van zijn buitengewoon delicaat en verfijnd gevoel voor instrumentale kleuren en welluidendheid en zijn voorliefde voor heldere, transparante, kamerachtige partituren.
De Franse klarinettist Nicolas Baldeyrou heeft zich de afgelopen jaren op natuurlijke wijze ontwikkeld tot een van de meest opmerkelijke solisten van zijn generatie. Deze “concertartiest die is toegerust voor alle uitdagingen” (Diapason) volgt een uniek pad in het huidige muzikale landschap en toont een meesterschap en veelzijdigheid die tijdperken en stijlen overstijgt. Hij navigeert met gemak door alle repertoires, op zowel historische als moderne instrumenten. Nicolas Baldeyrou studeerde af aan het CNSMD in Parijs (klas van Michel Arrignon, Jérôme Julien-Laferrière en Jean-Noël Crocq voor basklarinet). Sinds 2007 geeft hij les in klarinet aan het CNSM in Lyon en sinds 2019 is hij gastprofessor aan het Royal Conservatoire of Scotland. Hij is ook zeer betrokken bij onderzoek en ontwikkeling voor de beroemde blaasinstrumentenfabrikant Buffet Crampon, waarvan hij sinds 2006 ambassadeur en tester is. Nicolas is ook een Vandoren-artiest, winnaar van prestigieuze wedstrijden zoals de ARD-wedstrijd in München (Duitsland), de Dos Hermanas-wedstrijd (Spanje) en ten slotte de ICA Young Artist Competition (VS). De deuren van de meest prestigieuze concertzalen ter wereld gingen voor hem open: Carnegie Hall in New York, Concertgebouw in Amsterdam, Philharmonie de Paris, Mozarteum in Salzburg, Wiener Konzerthaus, Bunkamura Orchard Hall in Tokio en de Grote Zaal van het Conservatorium van Moskou.
Als solist wordt hij regelmatig uitgenodigd om op te treden met gerenommeerde orkesten. Hij was een vroegrijp talent en kreeg de kans om samen te werken met legendarische dirigenten als Carlo-Maria Giulini, Claudio Abbado, Bernard Haitink en Kurt Masur. Tegenwoordig treedt Nicolas op met Myung-Whun Chung, Alain Altinoglu, Pablo Heras Casado, Mikko Franck en Fabien Gabel. Tegenwoordig is hij een van de meest gewilde kamermuziekpartners. Hij deelde het podium met musici als de pianisten Bertrand Chamayou en Nikolai Lugansky; violisten Renaud Capuçon, Svetlin Roussev; altviolist Antoine Tamestit; het Modigliani-, Ebony- en Chiaroscuro-kwartet. Zijn ontmoeting met Nikolaus Harnoncourt en Sir Roger Norrington was een schok in zijn muzikale leven en leidde er vanzelfsprekend toe dat hij zich ging interesseren voor oude instrumenten en voortdurend op zoek ging naar de grootst mogelijke authenticiteit in zijn historisch onderbouwde interpretaties. Nicolas trad onlangs op als solist op authentieke instrumenten met de Musiciens du Louvre-Marc Minkowski en het Concert de la Loge onder leiding van Julien Chauvin. Hij tekende ook een vijfjarig contract met Alpha Classics om de complete muziek van Mozart op te nemen met klarinet, zowel concertante als kamermuziek, waarbij hij uitsluitend gebruikmaakte van historische instrumenten.
Mozart Complete Works for Clarinet Vol. 1 Serenades KV 375 & KV 388 Gran Partita KV 361 Nicolas Baldeyrou cd Alpha ALPHA1040