Kristien Hens, “Denken met microben”, een verrijkende uitgave van Letterwerk.

In “Denken met microben” neemt Kristien Hens u mee op een filosofische en wetenschappelijke reis waarin ze de verborgen wereld van micro-organismen blootlegt. Zo wil ze cruciale vragen stellen over wie wij zijn en hoe we ons verhouden tot de wereld om ons heen. Heel bijzonder.

Met een unieke, bijzonder interessante combinatie van filosofie, biologie en ethiek zet Kristien Hens u als lezer aan tot nadenken over de mens als een complex ecosysteem, gevormd door onzichtbare microben die uw gezondheid, uw persoonlijkheid en zelfs uw gedrag beïnvloeden. Dit essay is een ode aan de kracht van het onzichtbare en hoe dit onze ideeën over verwantschap, samenwerking en de grenzen tussen mens en natuur herdefinieert. Hens verweeft haar persoonlijke fascinatie voor microben met inzichten van baanbrekende denkers zoals Mary Midgley (1919-2018) en Lynn Margulis (1938-2011)  Ze neemt je mee naar verhalen over wetenschappelijke ontdekkingen die tot dan toe over het hoofd werden gezien.

De Britse filosofe, Mary Midgley (foto) behandelde een breed scala aan onderwerpen, zoals de evolutie van de mens, dierenrechten, de rol van de wetenschap en het feminisme. De New York Times noemde haar in het in memoriam een van de vooraanstaande moraalfilosofen van de 20ste eeuw die bekend is vanwege haar volhardende en soms humoristische kritiek op bepaalde eenzijdige vormen van wetenschapsbeoefening. Van 1962 tot 1980 vervulde ze de functie van universitair hoofddocent filosofie aan de Universiteit van Newcastle. Daarnaast verdiepte ze zich in de studie ethologie, met als resultaat de publicatie van haar eerste boek “Beast and man: the roots of human nature” in 1978. Zij was toen al bijna zestig.

Lynn Margulis (foto) was een Amerikaanse biologe die bekend is van haar ‘symbiogenetische theorie’ of Serial Endosymbiosis Theory (SET) voor het ontstaan van eukaryotische cellen. Margulis was, samen met de Britse chemicus James Lovelock, de mede-ontwikkelaar van de Gaia-hypothese, die inhoudt dat op aarde de biosfeer op de anorganische omgeving inwerkt zodat er een zelfregulerend systeem ontstaat. Toen Margulis twijfel uitte over de anorganische afkomst van gassen in de atmosfeer, omdat ze veel bacteriën onderzocht die gassen uitstootten, werd haar aangeraden James Lovelock op te zoeken. Vanaf dat moment ontstond er een intense samenwerking tussen Margulis en Lovelock. Ze stelde voor dat vooral bacteriën bijdragen aan de homeostase. Een andere belangrijke bijdrage van haar was het idee dat de aarde niet als een organisme moest worden bekeken, maar als een systeem.

James Lovelock (1919-2022) was een Brits onafhankelijk wetenschapper, auteur, onderzoeker en milieubeschermer. Zijn grootste bekendheid ontleende hij, samen met Lynn Margulis, aan het bedenken en uitdragen van de Gaia-hypothese, waarin hij stelde dat de aarde functioneert als een zelfregulerend superorganisme. De Gaia-hypothese is een wetenschappelijke hypothese die stelt dat de biosfeer op een zodanige manier op de niet-levende omgeving inwerkt, dat er een zelfregulerend complex systeem ontstaat en er gunstige omstandigheden voor het leven op aarde blijven ontstaan. De hypothese werd in 1969 door de wetenschapper James Lovelock geformuleerd. Hij beschreef alle levende materie op aarde als één organisme en noemde dit naar de Griekse godin van de aarde, Gaia.

Naast Mary Midgley, Lynn Margulis en James Lovelock, ontdekt u in dit essay Barbara McLintock, Evelyn Fox Keller, de Japanse natuuronderzoeker Minakata Kumagusu (1867-1941) (foto), die een alternatieve visie ontwikkelde op wetenschap en beschaving, geworteld in de boeddhistische traditie en de filosofie van India en China, en Donna Haraway (1944) (foto). De begrippen die Haraway karakteriseerden waren bioloog, filosoof en feministe. Haar multidisciplinair essay dat het bekendst is geworden, is “A Cyborg Manifesto: Science, Technology, and Socialist-Feminism in the Late Twentieth Century”, uit 1985.

Hierin hield ze een pleidooi voor afschaffing van de starre grenzen tussen mens en dier, organismen en machines, man en vrouw. Ze wilde wel spreken over de verschillen tussen de dingen, maar ze wilde zich niet begeven op het vlak van de verplichte categorieën. Dit deed ze door een ironisch toekomstbeeld te schetsen van mensen die zich ontwikkelen als cyborgs. Zoals ze de betrekkelijkheid van de grenzen tussen organisme en machine laat zien, zo gaf ze tegelijkertijd een beschrijving en een visionair toekomstbeeld van cyborgs, de fysieke samensmelting van mens en machine (foto).

“Denken met microben” is een uitnodiging om voorbij het zichtbare te kijken en een nieuw verhaal te vertellen over het leven, waarin creativiteit, complexiteit en onverwachte samenwerkingen centraal staan.

Kristien Hens is hoogleraar in de bio-ethiek aan het departement wijsbegeerte van de Universiteit Antwerpen. Ze is geïnteresseerd in filosofie van de biologie, filosofie van de psychiatrie en milieu-ethiek. Ze is de auteur van ‘Towards an ethics of autism’ en van ‘Chance encounters: A bioethics for a damaged planet’.

Kristien Hens  Denken met microben 68 bladz. Uitg. Letterwerk ISBN 9789083490625