Wat betekenen jaartallen op gebouwen? Hoe profileerden opdrachtgevers en bouwlieden zich in de openbare ruimte? Wat betekenen de inscripties en opschriften en tot wie richten ze zich? Voor haar nieuw boek Anno Domini dook Elizabeth den Hartog (universitair docent oudere kunst en architectuur) in de wereld van bouwinscripties op middeleeuwse en vroegmoderne Nederlandse gebouwen en onthulde de fascinerende verhalen achter deze teksten, jaartallen en emblemen. Zeker lezen!
De christelijke jaartelling, Anno Domini- of AD-jaartelling, is de jaartelling die gebruikt wordt in de juliaanse en gregoriaanse kalender. De kalender gaat uit van jaar 1 als Anno Domini, Latijn voor “in het jaar des Heren”. De christelijke jaartelling is in veel landen, in het bijzonder in de westerse wereld, de gebruikelijke jaartelling. De jaartelling werd ingevoerd door de Scytische monnik Dionysius Exiguus als hulpmiddel bij het opstellen van zijn Paastabel. Uit deze zeer nauwkeurige Paastabel kon twee eeuwen later de Paascyclus van de Engelse monnik en historicus Beda Venerabilis (ca. 672-735) voortkomen, door middel waarvan uiteindelijk alle toekomstige juliaanse kalenderdata van Paaszondag definitief werden vastgelegd. Hij presenteerde deze, overigens op dat moment nog zonder succes, in of kort na het jaar 525, aan officiële vertegenwoordigers van paus Johannes I.
Bouwinscripties en -opschriften zijn in steen gebeitelde, in hout gekerfde of op wanden en gewelven geschilderde teksten, jaartallen en of emblemen met een officieel karakter. In steen gehouwen, geschilderd, soms in brons gegoten opschrift aan of in een gebouw om het stichtingsjaar, de bouwheer, de architect, bijzondere lotgevallen of een restauratie van het gebouw te vereeuwigen. Vaak in de vorm van een vers, liefst tijdvers (chronogram). Sinds de renaissance is het aanbrengen van het stichtingsjaar boven de ingang of in de gevel (gevelsteen) zeer gebruikelijk.
Soms wordt het jaartal met ankers in de gevel aangegeven. Uitvoeriger is de fundatiesteen of de gedenksteen die ergens in de gevel is gemetseld en b.v. vermeldt wanneer en door wie de eerste steen is gelegd. Bouwmeesters ‘signeerden’ hun werk. In de mozaïeken van de doolhoven van Amiens en Reims vereeuwigden zich de ‘maîtres d’oeuvre’. De O.L.V. kerk te Maastricht heeft in het koor een kapiteel uit XII met het opschrift ‘smaria.heimo’. Het is niet bekend of dit de beeldhouwer of de donateur betreft. Opvallend is een opschrift op de zuidwestelijke vieringkolom in de St.-Vituskerk te Naarden: ‘mcccclxXII sterf jacob teb’, wellicht een herinnering aan een overleden bouwer. (Haslinghuis)
De variatie ervan op middeleeuwse en vroegmoderne Nederlandse gebouwen is ronduit verbluffend; er zijn op- en inschriften, kort of lang, in het Latijn of de volkstaal, met en zonder afbeeldingen, met jaartallen in Romeinse of Arabische cijfers of weergegeven als chronogrammen. Sommige gedenkstenen zijn rijk versierd, andere bestaan enkel uit tekst, weer andere uit een jaartal en meer niet.
Bouwlieden brachten ook inscripties aan op balken, in torens en andere minder in het oog springende plaatsen om zich op die manier, blijvend met het werk te verbinden. Soms neemt een gebeurtenis de plaats in van een jaartal. Aldus groeiden gebouwen uit tot een stenen geheugen van de gemeenschap, wat een reden kon zijn om bouwinscripties moedwillig te vernielen om aldus een nieuwe ‘status quo’ aan te duiden. Over deze bouwinscripties, over hun betekenis voor heden, verleden en toekomst gaat dit boek. Wat is de betekenis van jaartallen op gebouwen, hoe profileerden verschillende opdrachtgevers zich in de openbare ruimte en thuis, en welke rol was er weggelegd voor de bouwlieden? En tot wie richtten de bouwinscripties zich eigenlijk?
Ontdek hoe inscripties sporen nalieten van opdrachtgevers, bouwlieden en historische gebeurtenissen. In dit boek wordt nl. onzichtbare geschiedenis blootgelegd. Met prachtige foto’s en heldere uitleg voor zowel kenners als liefhebbers, biedt dit fascinerend en rijk geïllustreerd boek een nieuwe blik op architectuur.
Elizabeth den Hartog (1962) is universitair docent oudere kunst en architectuur aan het Leiden University Centre for the Arts in Society van de Universiteit van Leiden. Zij publiceerde onder meer over de Romaanse kerken in Maastricht, de oudste kerken van Holland, relaties tussen de Rijnlandse en Maaslandse sculptuur en architectuur en over de bouwsculptuur van de dom van Utrecht en andere gotische kerken.
Elizabeth den Hartog, Anno Domini, Nederlandse bouwinscripties van de 10de eeuw tot circa 1600 411 bladz. geïllustreerd uitg. Verloren ISBN 9789464551549