Peter Venmans, “Frivoliteit, waarom we niet altijd ernstig kunnen zijn”, een uitgave van atlas contact.

Deze donkere tijden vragen om een filosofische kijk op de lichtheid van het leven. De geest van ernst is in vele gedaanten onder ons en dringt ons allerlei verantwoordelijkheden op. Tegelijk verlangen we er soms naar om domweg gelukkig te zijn, ons te vermaken of te dansen als dwazen. Hoeveel vrolijke onschuld kunnen we ons veroorloven in een wereld waarin de permanente noodtoestand heerst? Peter Venmans laat op speelse wijze zien dat we frivoliteit ernstig nodig hebben.

“Zijn we verwend”, zo lezen we, “of hoort een kleine dosis onnadenkendheid nu eenmaal bij het goede leven, in welke tijd je ook leeft? Hoeveel frivoliteit hebben we nodig en hoeveel ervan kunnen we verdragen? En hoeveel vrolijke onschuld kunnen we ons veroorloven in een wereld waarin de noodtoestand heerst? Over dit soort vragen gaat dit boek. Het is een ernstig boek over een gebrek aan ernst, een filosofisch essay over een onderwerp waar filosofen doorgaans weinig belangstelling voor tonen”.

Peter Venmans verwijst in zijn boek naar de Franse essayiste, Claude Habib (1956) (foto). Zij schreef nl. “Galanterie française” (Gallimard, 2006) (foto), een boek over een fenomeen waarin frivoliteit een grote rol speelt, met name ‘galanterie’.

“Waarom ontwikkelde de galanterie zich in Frankrijk?”, vroeg Habib zich af. Andere samenlevingen (zoals China of Japan) hebben een complexe beleefdheid ontwikkeld, Frankrijk is het enige land dat de regels van beleefdheid heeft uitgebreid naar het zwakkere geslacht. Waarom deze inclusie van vrouwen? Deze verandering vond plaats in de 17de eeuw, toen het ideaal van de galante man werd opgelegd aan de figuur van de eerlijke man. In de wereld die geloofde in galanterie, waren vrouwen echt vrijer in hun bewegingen, hun metgezellen en hun gedrag. Deze verandering ging gepaard met hun groeiende invloed in het culturele en politieke leven. Louis XIV speelde persoonlijk een rol bij het vestigen van de nieuwe gebruiken. Welk politiek belang vond hij hierin? Waarom voelde de absolutistische monarchie de behoefte om gezamenlijk de superioriteit van het vrouwelijke en de triomf van de liefde te vieren?

Deze vragen zijn niet ingegeven door pure historische nieuwsgierigheid: de diversiteit van het Ancien Régime is een vreemde spiegel van de hedendaagse diversiteit. Het laat zien wat er niet meer is. De Franse oplossing had echter één verdienste: het promoten van een geërotiseerde diversiteit. Daarom opent de dapperheid vandaag de dag een derde weg. Het verzet zich tegen de degradatie van vrouwen, die radicale islamisten willen propageren. Het verzet zich niet minder tegen de de-erotisering die wordt opgelegd door de “samenleving van individuen”, alsof het verdwijnen van het vrouwelijke de prijs zou zijn voor de toetreding van vrouwen tot het openbare of professionele leven. Democratische samenlevingen hebben namelijk de neiging om het erotische thema te dempen, het uit de gemeenschappelijke wereld te wissen, omdat ze seksuele verschillen tot een puur privéaangelegenheid maken, en de de-erotisering van individuen gaat hand in hand met de gezondheid van de pornografische industrie. Verboden, onzichtbaar en, erger nog, ouderwets, het dappere thema is niet helemaal verdwenen. Van compliment tot luchtige grap, het blijft de moderne diversiteit achtervolgen.

In hoofdstuk 1 gaat de auteur na welke betekenissen het woord ‘frivoliteit’ heeft en welke definitie we aan het begrip kunnen geven. Daarna volgt een historisch luik. Hoofdstukken 2 en 3 gaan respectievelijk over het puritanisme en het rationalisme, twee anti frivole bewegingen in de moderne tijd. In zijn hoofdstuk 4 behandelt Venmans het postmodern ‘frivoliteitssysteem’ dat in de 20steeeuw ontstond en de jaren ’90 tot een frivole episode maakte. In hoofdstuk 5 is de auteur in het nu aanbeland, in de 21steeeuw, die als een eeuw van ernst is begonnen, maar waarbij frivoliteit vandaag meer dan ooit ter discussie staat.

“Om een tegenwicht te bieden tegen het teveel aan ernst”, schrijft Venmans, “behandel ik in hoofdstukjes 6 en 7 twee auteurs die een positieve invulling proberen te geven aan frivoliteit: uit de negentiende eeuw de filosoof Friedrich Nietzsche met zijn pleidooi voor een vrolijke wetenschap en uit de twintigste eeuw de romancier Milan Kundera die de lichtheid van het bestaan tot zijn thema maakte”. Het boek sluit af met een hoofdstuk over de verschillende spelvormen: over theater, sport, kansspelen en het zoeken naar de kick. Wat als het leven een spel blijkt te zijn? Wordt een zekere dosis frivoliteit dan geen onderdeel van het goede leven?

Peter Venmans (1963) is een Vlaamse filosoof en hispanist. Eerder schreef hij de essays ‘De ontdekking van de wereld. Over Hannah Arendt’ (2005), ‘Over de zin van nut’ (2008), ‘Het derde deel van de ziel. Over thymos’ (2011), ‘Amor Mundi’ (2016) en ‘Gastvrijheid’ (2022). ‘Gastvrijheid’ won in 2023 de Sokraterprijsbeker voor het meest urgente filosofieboek van het jaar.

Peter Venmans Frivoliteit, waarom we niet altijd ernstig kunnen zijn 299 bladz. uitg. atlas contact ISBN 9789045051451