Thomas Kempis, “De imitatie van Christus”, een monumentale uitgave van Kok Boekencentrum.

“De imitatie van Christus” van Thomas (a) Kempis eerder vertaald als “De navolging van Christus”, viert zijn 600steverjaardag met een nieuwe en verbeterde vertaling, direct uit het Latijn, in sprankelend Nederlands, met aandacht voor de stilistische en poëtische rijkdom van deze tijdloze klassieker. Het notenapparaat ontsluiert de duizenden verborgen citaten en biedt een ongezien inzicht in zowel de Bijbelse als niet-Bijbelse bronnen. In de inleidingen wordt alle relevante kennis over Thomas Kempis samengevat, en zijn bovendien veel nieuwe ontdekkingen bijeengebracht.

Thomas Kempis (ca. 1380-1471) (Kempen is een plaats tussen Krefeld en Venlo), behoorde tot de mystici. Hij kreeg zijn eerste opleiding aan de kapittelschool van het Buiskensklooster in Deventer in de provincie Overijssel, hét centrum van de Moderne Devotie van Geert Grote, dat geleid werd door de Broeders des Gemenen Levens en aangesloten was bij de Congregatie van Windesheim. Daarna trad hij toe tot de reguliere augustijner kanunniken in de priorij van het Bergklooster op de Sint-Agnietenberg nabij Zwolle, werd in 1413 priester gewijd en vestigde zich als een succesvol kopiist.

Thomas Kempis kopieerde de Bijbel zeker vier keer. Zijn “Over de navolging van Christus” (De imitatione Christi), de verzamelnaam van vier boeken of traktaten, werd in 1471-1472 in Augsburg gedrukt en honderden keren herdrukt. Thomas a Kempis deelde zijn Navolging van Christus in, in vier boeken, “Vermaningen dienstig tot het geestelijk leven”, “Opwekkingen tot het inwendig leven”, “Over de inwendige troost” en “Over het Allerheiligste Sacrament des Altaars”. Het was tijdens de late middeleeuwen het meest verspreide en meest gelezen boek na de Bijbel, zowel door katholieken als door protestanten.

“Over de navolging van Christus”, dat tot de Duits-Nederlandse mystieke school van de 14de– en 15de eeuw behoort, werd lang beschouwd als de belangrijkste gids voor de christelijke navolging van Jezus Christus en was wijdverbreid onder katholieken en protestanten. Het behoorde tot De Moderne Devotie, een spirituele beweging binnen de middeleeuwse katholieke Kerk, in het leven geroepen door Geert Grote (1340-1384) uit Deventer. Thomas a Kempis, de invloedrijkste vertegenwoordiger van de beweging der Moderne Devotie, werd beïnvloed door de geschriften van Grote. Hij had nl. net als Grote op de Latijnse school in Deventer gezeten.

Als dertienjarig jongetje vertrok Thomas a Kempis nl. naar de Latijnse school in Deventer. Die reeds lang bestaande kapittelschool was uitgegroeid tot een vooraanstaande Latijnse school. In Deventer heeft Florens Radewijns veel voor Thomas betekend en hem ontvankelijk gemaakt voor het klooster. Aangenomen wordt dat a Kempis in belangrijke mate de geschriften van Geert Grote ‘gecodificeerd’ heeft in zijn boek De imitatione Christi. Het representeerde min of meer het praktisch spiritueel programma van de Moderne Devotie. De invloed van de Moderne Devotie bleef ook na de Reformatie groot. Bij de overgebleven katholieken in Nederland, Vlaanderen, Noord-Duitsland en Engeland had De imitatione Christi veel invloed. Ook onder protestanten was het boek bekend en geliefd, maar in uitgaven werd het vierde deel over de eucharistie vaak weggelaten, omdat dit niet in overeenstemming was met de protestantse leer over dit sacrament.

“De navolging van Christus” of “De imitatie van Christus” is wel honderd keer in het Frans vertaald, o.a. door Corneille en door Lamennais en in het Nederlands o.a. door Willem Kloos (1908). In één van zijn brieven aan zijn broer Theo, schreef Vincent van Gogh dat hij gegrepen was door de Franse editie van de “Navolging”. Geïnspireerd door de authentieke en radicale spiritualiteit van Thomas a Kempis besloot Vincent predikant te worden. “Zowel de vertaling als de inleiding”, zo lezen we, “zijn ingedeeld in vier delen: zoals het origineel 600 jaar geleden is verschenen. Dit is ook nuttig, want om deze boeken beter te begrijpen, moet men ze elk afzonderlijk bekijken.

De structuur van de Imitatio Christi bestaat immers in de eerste plaats uit deze verdeling in vier boeken. Elk deel heeft ook een eigen titel, een eigen karakter en eigen thema’s. Stilzwijgend volgt de auteur daarbij een klassieke, drieledige structuur: van beginners over gevorderden tot volmaakten. Het eerste deel behandelt de beginselen van het geestelijk leven; het is tegelijk nederig én ambitieus, vurig en dynamisch. Het tweede deel trekt de lezer verder naar binnen en ontvouwt al de geheimen van vrede, vreugde en lijden. De laatste boeken voeren ten slotte omhoog naar mystieke hoogten en het einddoel van het leven; mystieke gevoeligheid gaat hier gepaard met de grootste gelijkmoedigheid”.

“De Imitatio Christi”, zo lezen w nog, “blijkt uiteindelijk een complete samenvatting te zijn van de christelijke leer en wijsheid, echter zonder veel theorie of dogma’s, maar louter met het oog op de praktische toepassing in het dagelijks leven. Twee veelgeprezen eigenschappen zijn dan ook de eenvoud en doeltreffendheid. Door de eenvoudige stijl is het goed te begrijpen, ook al is het zeer diep”. “De Imitatione Christi” werd vertaald en ingeleid door Frank De Roo.

Frank J.G.J. De Roo (1968) studeerde Latijn-Grieks in Turnhout en Rechten in Leuven en Louvain-la-Neuve. Hij werkt als docent, Latijns vertaler en zelfstandig onderzoeker. Eerder verschenen van zijn hand: Thomas Kempis, Dialoog met novicen (2018) en Thomas Kempis, Leven van Geert Grote (2021).

Thomas Kempis De imitatie van Christus vertaald en ingeleid door Frank De Roo  510 bladz. uitg. Kok Boekencentrum ISBN 9789043541312