Een paar jaar na een sensationeel eerste deel gewijd aan C.P.E. Bach, brengen Jean-Guihen Queyras, Riccardo Minasi en Ensemble Resonanz nu met het Cello Concerto in B-Flat Major, H. 436, Wq. 171 van C.P.E .Bach, een uniek eerbetoon aan de overgevoeligheid van de cello, en eren ze de virtuositeit van de onterecht vergeten Tsjechische cellist en componist, Antonín Kraft (1749-1820), een goede vriend van Haydn, Mozart en Beethoven.
In de 18de eeuw was het Celloconcerto nog een vrij nieuw genre en hadden Boccherini en Haydn hun bijdragen nog niet geleverd op het moment dat C.P.E. Bach reeds zijn drie schitterende concerti tussen 1750 en 1753, had gecomponeerd. C.P.E. Bach was een productieve componist van concerti, vooral voor klavier. Maar, net als zijn vader componeerde hij vaak een concerto voor verschillende instrumenten, waardoor het moeilijk te bepalen was, welke versie oorspronkelijk was. Zo werden de drie cello concerti (Wq 170-172), aanvankelijk beschouwd als transcripties van de klavecimbel versies, maar recent onderzoek heeft aangetoond dat ze oorspronkelijk voor cello waren.
Onder de beste composities uit zijn periode in Berlijn, bevinden zich de drie concerti voor cello en strijkers. Hun ontstaansgeschiedenis kan niet achterhaald worden, hoewel aan het niveau van de solo partij te horen is dat de concerti bedoeld waren voor een gevorderde tot virtuoze cellist. Ook de orkestpartijen waren onconventioneel en technisch geavanceerd. In deze concerti vond Bach een stijl die een nieuwe richting liet zien. Orkest en solo-instrument gingen in dialoog, in tegenstelling tot de loutere virtuositeit die kenmerkend was voor veel concerti van zijn tijdgenoten. C.P.E. Bach integreerde de solo partij in een boeiende en doordachte, compositorische textuur met interessante en afwisselende ritornelli en een algemeen interessante muzikale inhoud, bijzonder rijk aan expressie.
Antonín Kraft werd geboren in de Boheemse stad Rokycany uit een Duits-Boheemse etnische familie die was geassimileerd in Tsjechië. Hij kreeg al vroeg muziekonderwijs op de cello van zijn vader voordat hij naar de universiteit in Wenen ging om rechten te studeren. Hij kreeg al snel een positie in de Hofmusikkapelle. In 1778 werd hij benoemd tot cellist in het orkest van prins Nikolaus Esterházy, waar hij Haydn ontmoette en compositie studeerde. In 1783 schreef Haydn zijn tweede celloconcert in D (Hob. VIIb/2, Op. 101) voor Kraft. Nadat Esterházy in 1790 stierf, ontsloeg zijn opvolger, prins Anton Esterházy, het grootste deel van het hoforkest. Kraft ging naar Wenen en werd een van de oprichters van het Schuppanzigh Quartet, waar hij hielp de tradities van het strijkkwartet te vestigen . Hij speelde aan het hof van Grassalkovich en was vanaf 1796 werkzaam in het orkest van prins Joseph Franz von Lobkowitz. Hij pverleed in1820 in Wenen. Kraft werd beschouwd als een van de grootste cellisten van zijn tijd. Zowel Haydns Celloconcert nr. 2 in D als de cellopartij in Beethovens Tripelconcert werden voor hem gecomponeerd. Ook zijn zoon Nikolaus Kraft zou de première van het laatstgenoemde stuk hebben gespeeld. Als componist schreef hij cellosonates (zes voor cello met bas uitgegeven als Op. 1 en 2) en een celloconcert (Op. 4). Ook schreef hij verschillende duo’s: voor viool en cello (Op. 3), voor cello en contrabas en voor twee celli (Op. 5 en 6).
Jean-Guihen Queyras werd in 1967 in Montréal geboren maar verhuisde met zijn ouders naar Frankrijk. Na zijn studie aan het conservatorium in Lyon vervolmaakte hij zich in Duitsland. Vervolgens studeerde hij bij Timothy Eddy in de Verenigde Staten. Bij zijn terugkeer naar Frankrijk vervoegde hij zich bij het “Ensemble InterContemporain” van Pierre Boulez en onderhield contacten met Luciano Berio, György Ligeti, György Kurtág en Karlheinz Stockhausen. Queyras is docent aan de Musikhochschule Stuttgart en artistiek directeur van de “Rencontres Musicales” van de Haute-Provence. Zijn opname voor harmonia mundi van de zes suites voor cello solo van Bach (foto), werd door BBC Music Magazine bekroond als “Top cd”, en kreeg een Diapason d’or, CHOC du Monde de la Musique en 10 op Classica/Répertoire. Sinds november 2005 bespeelt Queyras een cello van Gioffredo Cappa (1696), uitgeleend door het Mécénat Musical Société Générale.
Riccardo Minasi (1978) is een Italiaanse violist en dirigent, gespecialiseerd in barokmuziek uitgevoerd op historische instrumenten. Hij kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn moeder en studeerde vervolgens eerst moderne viool bij Paolo Centurioni en Alfredo Fiorentini. Toen hij zich tot de barokviool en het toegewijd repertoire wendde, volgde hij les bij Enrico Parizzi en Luigi Mangiocavallo. Minasi speelde als solist en concertmeester in veel ensembles, waaronder Les Concert des Nations van Jordi Savall, de Accademia Bizantina, Concerto Italiano, Il Giardino Armonico, Concerto Vocale o.l.v. René Jacobs, Collegium 1704 en het Ensemble 415 o.l.v. door Chiara Banchini. Tot de belangrijkste musici met wie hij samen speelde behoren Enrico Onofri, Viktoria Mullova, Albrecht Mayer, Christophe Coin, Sergio Azzolini en Reinhard Goebel. Als dirigent werkte hij met een aantal gerenommeerde ensembles, waaronder de Potsdam Chamber Academy, het Zurich Chamber Orchestra, het Balthasar-Neumann-Ensemble en het Helsinki Baroque Orchestra, waarvan hij sinds 2008 dirigent is. In 2007 richtte hij het kamermuziekensemble ‘Musica Antiqua Roma’ op, gespecialiseerd in het 17de– en 18de eeuws repertoire, met speciale aandacht voor Romeinse componisten van die tijd.
Antonín Kraft, Carl Philipp Emanuel Bach Cello Concertos Jean-Guihen Queyras, Ensemble Resonanz, Riccardo Minasi cd Harmonia Mundi HMM902392