Sinds de barokke heropleving eind jaren tachtig is Iphigenie en Aulide de enige Franse opera van Gluck die niet is opgenomen (in de studio en op cd uitgebracht) op historische instrumenten. Om zijn 250ste verjaardag in 2024 te vieren, hebben Julien Chauvin, Le Concert de la Loge, Les Chantres du Centre de musique baroque de Versailles en een topcast aan solisten, die leemte gevuld met een nieuwe opname van het werk dat een revolutie teweegbracht in de esthetiek van de Franse opera. Het project werd ondersteund door diepgaand musicologisch en stilistisch onderzoek, uitgevoerd door het Centre de Musique Barok de Versailles in samenwerking met Julien Chauvin.
De operacomponist, Christoph Willibald (Ritter) von Gluck (1714-1787) (foto) werkte o.a. in Italië, Parijs en Wenen en was een van de belangrijkste vernieuwers van de opera als genre uit de muziekgeschiedenis. Met zijn “Orfeo ed Euridice” uit 1762, beïnvloed door het essay, “Saggio sopra L’Opera in Musica” uit 1755, van Francesco Algarotti (1712-1764) (foto), ontketende hij haast een revolutie in de operawereld. In 1776, ontbrandde zelfs een hevige strijd los tussen de hervormingsgezinde Gluckisten en de Piccinnisten, aanhangers van de Italiaanse belcanto-opera van de Italiaanse componist, Niccolò Piccini (1728-1800).
Algarotti had in zijn essay nl. aangedrongen op een sterk vereenvoudigde vorm van de opera seria met meer aandacht voor het libretto, waarin het verhaal niet langer achtergesteld mocht worden aan de muziek, dans en decor. Een attaché aan de Franse ambassade, François Leblanc du Roullet, vestigde Glucks aandacht op de Franse operatraditie en bezorgde hem in 1772, een Frans libretto, “Iphigénie en Aulide”. De opera die Gluck componeerde werd door de Parijse Opera in 1774 opgevoerd, gevolgd door een sterk omgewerkte, Franse versie van zijn Orfeo onder de naam “Orphée et Eurydice”.
Julien Chauvin is een Franse violist en dirigent, geboren in 1979 in Fontainebleau, gespecialiseerd in het uitvoeren van muziek op historische instrumenten met darmsnaren. Hij was samen met de klavecinist Jérémie Rhorer, medeoprichter van “Le Cercle de l’Harmonie” (2004-2014) en het “Quatuor Cambini-Paris” (2007). Julien Chauvin voltooide zijn studie in Nederland aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Vera Beths en studeerde verder bij Wilbert Hazelzet, Jaap ter Linden en Anner Bylsma. In 2003 won hij de internationale wedstrijd voor Oude muziek in Brugge. In 2015 besloot hij om het nieuw orkest “Le Concert de la Loge Olympique” op te richten, gespecialiseerd in de interpretatie van het barokrepertoire op historische instrumenten. Julien Chauvin heeft ook een viool solo carrière en is gastdirigent van de Esterházy Hofkapelle, het Regionaal Orkest Avignon Provence, de Folger Library in Washington, het Orkiestra Historyczna Katowice, het “Orchestre Français des Jeunes”, “Les Violons du Roy” en het “Kammerorchester Basel”.
“Le Concert de la Loge Olympique” was een concertorganisatie die in de jaren 1780, door de fermier général Charles Marin de La Haye des Fosses en graaf Claude-François-Marie Rigoley, werd opgericht. De dirigent was Joseph Bologne de Saint-George. Het orkest werd beschouwd als één van de beste in Europa en gaf Joseph Haydn de opdracht voor de “Parijse symfonieën” (82 t.e.m. 87). Le Concert de la Loge Olympique stopte alle activiteiten in 1789.
Rolverdeling:
Judith van Wanroij (Iphigénie)
Stéphanie d’Oustrac (Clytemnestre)
Tassis Christoyannis (Agamemnon)
Cyrille Dubois (Achille)
Jean-Sébastien Bou (Calchas)
David Witczak (Patrocle, Arcas, un Grec)
Anne-Sophie Petit (la première Grecque)
Jehanne Amzal (la deuxième Grecque)
Marine Lafdal-Franc (la troisième Grecque)
Gluck Iphigénie en Aulide Judith van Wanroij Stéphanie d’Oustrac Cyrille Dubois Tassis Christoyannis Jean-Sébastien Bou Les Chantres du Centre de Musique Baroque de Versailles Le Concert de La Loge Julien Chauvin 2 cd Alpha ALPHA1073