Heinrich Schütz, Weihnachtshistorie”, door Vox Luminis o.l.v. Lionel Meunier op het label Ricercar. Magnifiek!

Heinrich Schütz (1585-1672) bleef zichzelf gedurende zijn lange carrière uitdagingen stellen. Van alle genres van religieuze muziek die hij beoefende, biedt het oratorium ons zijn meest contrasterende ideeën. Zijn Historia over de Geboorte van Jezus Christus (1664) stond model voor het genre dat later door de generatie van Johann Sebastian Bach zou worden gebruikt. De partituur die Vox Luminis voor deze opname gebruikte, werd gereconstrueerd uit manuscriptbronnen in de Duben Collection in Uppsala. Het programma werd gecompleteerd met een aantal bijzonder feestelijke motetten voor de kerstperiode van Heinrich Schütz en zijn illustere tijdgenoten, Andreas Hammerschmidt en Michael Praetorius.

Vanaf het midden van de 16de eeuw was de uitmuntende reputatie van de componisten van Noord-Duitsland, goed ingeburgerd. Gezien de dynamiek door commerciële uitwisselingen en dankzij de bedrijvige activiteit van de haven van Hamburg, verwelkomden de Hanzesteden veel buitenlandse arbeiders. Aan het eind van de 17de eeuw was Hamburg een toevluchtsoord voor artiesten en voor grote fortuinen. Het was de meest kosmopolitische stad in Duitsland en de bevolking omvatte een groot aantal handelaars, bankiers, diplomaten en senatoren, die tijd maakten om te genieten van muziek en om deze bloeiende kunst te stimuleren. In de 17de eeuw componeerden Buxtehude en zijn tijdgenoten een innovatief religieus repertoire voor solostem, beïnvloed door Italiaanse cantates, retoriek en drama, dat bekendheid verwierf in de Hanzesteden van Noord-Duitsland en de jonge Bach inspireerde.

Lutherse muziek in Noord- en Midden Duitsland, polyfonie en het Luthers koraal, Heinrich Schütz en de geboorte van het Duits oratorium, zijn leerlingen, toonzettingen van het Lijdensverhaal en de voortzetting van de polyfone traditie, de Lutherse Missen en de ontwikkeling van het Geistliches Konzert, het zijn maar enkele begrippen uit Duitslands muziekgeschiedenis in de vroege barokperiode. De “Geschiedenis van de blijde en glorierijke opstanding van onze enige redder en verlosser Jezus Christus”, wordt beschouwd als het eerste oratorium in de Duitse taal. Stilistisch situeerde de muziek zich tussen Gabrieli en Monteverdi. De Dertigjarige Oorlog was uitgebroken in 1618, waarbij Duitsland zich in een lange periode van tragedie stortte. Het was desondanks in deze context dat Heinrich Schütz (1585-1672) zijn stralendste werken componeerde, werken die doordrongen waren van geloof en die duidelijk aansloten bij de muzikale ervaringen die hij in Italië had opgedaan.

In 1609 kon de geleerde vorst Maurits van Hessen-Kassel (foto), Schütz nl. overhalen om voor twee jaar in de vrije republiek Venetië in de leer te gaan bij Giovanni Gabrieli, de musicus, componist en kapelmeester van de San Marco. De studie werd door Schütz’ vorstelijke weldoener betaald. Giovanni Gabrieli was nl. bekend voor twee belangrijke technieken, contrapunt en de cori spezzati-techniek met twee of meer tegenover elkaar opgestelde ensembles van zangers en instrumentalisten. Schütz wist zijn studieverblijf in Venetië te verlengen, maar keerde uiteindelijk in 1612 naar Duitsland terug vanwege het overlijden van zijn Italiaanse leermeester. Hij sloot zijn opleiding in Venetië af met het componeren van een verzameling van wereldlijk-vocale zangstukken die als “Primo libro di Madrigali” in Venetië werden uitgegeven.

Toen Schütz zijn functie aan het hof in Dresden in 1617 op zich nam, was het de gewoonte om met Pasen, “Die Auferstehungshistorie nach den vier Evangelisten: die Auferstehung unsers Herren Jesu Christ”, de “Opstandingsgeschiedenis” uit 1573 van zijn voorganger, Antonio Scandello, uit te voeren. Schütz gaf als nieuwe Kapellmeister verschillende uitvoeringen van dit werk alvorens zelf een nieuw werk op dezelfde tekst te componeren. De historie over de opstanding van Jezus Christus, “Historia der frölichen und siegreichen Aufferstehung unsers einigen Erlösers und Seligmachers Jesu Christi”, werd relatief vroeg gecomponeerd in de lange en vruchtbare carrière van Schutz.

De Historia der Geburt Christi of kortweg Weihnachtshistorie, SWV 435, is een Historia van Heinrich Schütz, die het evangelie, in dit geval het kerstverhaal volgens Lucas en Matteüs , op muziek zette voor gebruik in kerkdiensten als Evangelie lezing. Het werk werd waarschijnlijk voor het eerst uitgevoerd in Dresden in 1660, en werd gedeeltelijk gepubliceerd in 1664.

De meer volledige titel van het werk is “Historia der freuden- und gnadenreichen Geburt Gottes und Marien Sohnes Jesu Christi”. Schütz had al in 1623 een wederopstandingsverhaal gecomponeerd toen hij de functie van kapelmeester aan het hof van de keurvorst van Dresden op zich nam. Zijn Kerstmuziek werd waarschijnlijk voor het eerst uitgevoerd in 1660 door het hoforkest van Johann Georg II tijdens de kerstdienst. De tekst van de Historia is vrijwel uitsluitend uit de Bijbel overgenomen in de vertaling van Maarten Luther, omlijst door twee koorbewegingen, de Inleiding en de Resolutie, een vertaling van de kerstreeks ” Grates nunc omnes ” van Johann Spangenberg (1545). De verteller is de evangelist. Andere personages verschijnen in acht secties, elk aangewezen als tussenmedium: de aankondigende engel, het hemels leger, de herders, de wijzen, priesters en Schriftgeleerden, Herodes en een engel die aan Jozef verschijnt. De evangelist zingt in secco-recitatief in de dramatische Italiaanse stijl, waarin Schütz individuele woorden benadrukte en veelvuldig modulaties gebruikte om te verduidelijken wat er gebeurde. De engel wordt gezongen door een sopraan, begeleid door twee violen, en blokfluiten kenmerken de herders. Herodes wordt begeleid door trompetten, die contrasteren met de violen van de engelen voor wereldse macht.

Andreas Hammerschmidt (foto), de “Orpheus van Zittau”, een Duitse Boheemse componist en organist, was een van de belangrijkste en populairste componisten van religieuze muziek in het Duitsland van het midden van de 17de eeuw. Hij werd geboren in Brüx, een kleine, protestantse gemeenschap in Bohemen, als zoon van een Saksische vader en een Boheemse moeder. In 1626 moest het gezin Bohemen ontvluchten, tijdens de Dertigjarige Oorlog. Nadat ze katholiek waren geworden, vestigden ze zich in Freiberg in Saksen, waar Andreas zijn muzikale opleiding moet hebben genoten en waar hij organist werd aan de Petrikirche. Hij studeerde waarschijnlijk niet bij Christoph Demantius, die Kantor was in Freiberg en de belangrijkste musicus was in de stad terwijl Hammerschmidt daar verbleef, maar hij kende hem wellicht. Veel beroemde musici uit de vroege barok brachten tijd door in Freiberg, maar het is niet zeker wie van hen Hammerschmidt onderwees. In ieder geval ontving hij daar een uitstekende muzikale opleiding.

Hammerschmidt verliet Freiberg in 1633, werd organist voor graaf Rudolf von Bünau in Weesenstein, maar keerde het jaar daarop terug naar Freiberg als organist. Hij trouwde kort na zijn terugkeer, maar van zijn zes kinderen stierven er drie op jonge leeftijd. In 1639 verhuisde hij naar Zittau waar hij Christoph Schreiber opvolgde als organist van de Johanneskirche tot aan zijn overlijden. Ondanks de verwoestingen van de oorlog verwierf hij faam als organist en componist van muziek in de concertante traditie van Heinrich Schütz. Helaas is er van hem geen orgelmuziek bewaard gebleven, hoewel er veel andere gepubliceerde muziek van hem is, waaronder vijftien delen religieuze muziek, drie delen wereldlijke vocale muziek en drie delen instrumentale muziek.

Terwijl het muziekleven in Zittau ernstig leed door de Dertigjarige Oorlog, inclusief de decimering van de koren en de algemene vermindering van de muzikale maatstaven, overleefde Hammerschmidt. Na de oorlog in 1648 kreeg het muziekleven langzaam zijn oude hoge standaard terug. Exacte gegevens van zijn activiteiten in Zittau zijn schaars, want de documenten werden verbrand in 1757 toen de stad door de Oostenrijkers werd verwoest in de Zevenjarige Oorlog. Hammerschmidt werd tijdens dit deel van zijn carrière echter een van de bekendste componisten in Duitsland en de beroemdste vertegenwoordiger van de concertato stijl van de generatie na Schütz. Hoewel hij gerespecteerd werd en men op hem als expert, beroep deed voor heel veel zaken, lijkt hij vatbaar te zijn geweest voor uitbarstingen van woede, waarvan sommige hem bij vechtpartijen betrokken hebben. Hij lijkt ook goed te hebben geprofiteerd van zijn activiteiten als musicus, en leefde kennelijk in luxe, met zowel een huis in de stad als een landgoed.

Michael Praetorius (1571-1621) was één van de belangrijkste componisten van de late 16de en begin 17de eeuw. Zijn synthese van eenvoudige, volkse koralen met de weelderige esthetiek van de nieuwe Italiaanse stijl, maakte hem één van de veelzijdigste en vernieuwende musici van zijn tijd. Michael Praetorius was een overgangsfiguur van de Renaissance naar de Barok. Hij was theoloog, geleerde, componist, organist en dirigent. Hij woonde en werkte o.a. in Braunschweig-Wolfenbüttel en aan het Dresdense hof. De laatste vijf jaar van zijn leven was hij orgelexpert van verschillende Noord- en Midden-Duitse hoven. Wellicht kwam Praetorius in contact met de nieuwe muziek uit Italië in Dresden via Heinrich Schütz, die in Venetië had gestudeerd. Praetorius ontwierp een indrukwekkende manier om het Protestants koraal te verweven met nieuwe concertmuziek.

Michael Praetorius was de meest productieve Duitse componist van zijn generatie, gebruikmakend van een schoonheid van klank en een overvloed aan instrumenten, Monteverdi waardig. Hier hebben we een feestelijke kerstmis zoals die in een grote Lutherse kerk in het noorden van Duitsland rond 1620 te horen was. De congregatie zong Lutherse koralen die deel uitmaakten van de muziek waarvan de uitvoering de beste uitvoerders in de stad vereiste als ondersteuning van het koor van kinderen en volwassenen. Hierdoor ontstond een buitengewone, muzikale communie.

Tracklist:

Schütz:

Historia der Geburth Jesu Christi, SWV 435

O bone Jesu, fili Mariae, SWV 471

Magnificat Anima Mea Dominum, SWV468

Hammerschmidt:

Machet die Tore weit

Ehre seit Gott in der Höhe

Alleluia, freuet euch, ihr Christen alle

Freude, Freude, große Freude

Praetorius: Es ist ein Ros’ entsprungen

Heinrich Schütz Weihnachtshistorie Vox Luminis Lionel Meunier cd Ricercar RIC467