Kort na zijn aankomst in de Verenigde Staten, in september 1939, gaf Stravinsky aan Harvard lezingen. Die lezingen werden uitgegeven in het Frans met de titel Poétique Musicale, maar zijn nu in het Nederlands vertaald. Ontdek nu Stravinsky als leraar.
Stravinsky in de VS
In 1934 werden Stravinsky en zijn dochter Ludmila door zijn vrouw Catherine besmet met tuberculose. Stravinsky’s dochter Ludmila Igorevna overleed in 1938 op dertigjarige leeftijd en zijn vrouw Catherine en zijn moeder Annaoverleden beiden in 1939. In september van dat vreselijke jaar vertrok Stravinsky, die op dat moment officieel een genaturaliseerde Fransman was en nog maar net zeven maanden in het sanatorium had doorgebracht, naar de VS. Stravinsky was uitgenodigd door Harvard University.
In januari 1940 arriveerde Vera de Bosset in New York. Hoewel Stravinsky sinds 1906 gehuwd was met zijn nicht Catherine Nossenko, had hij sinds 1921 een verhouding met Vera. In maart 1940 huwde de weduwnaar Stravinsky met Vera in Bedford in Massachusetts, en het echtpaar vestigde zich in Los Angeles. In augustus 1940 vroeg het koppel de Amerikaanse nationaliteit aan. Pas vijf jaar later was het zover.
Eerst voltooide Stravinsky in opdracht van Mrs. Robert Woods Bliss zijn Symfonie in C, die in 1940 in Chicago in première ging. Voor het Ballet Theatre in New York maakte Stravinsky een orkestbewerking van twee delen uit Tsjaikovski’s Schone Slaapster en daarna componeerde hij voor het orkest van de componist van filmmuziek, Werner Janssen (1899-1990) uit Los Angeles, zijn Danses Concertantes. Werner was de zoon van de uitbater van het bekende New Yorkse Restaurant Hofbrauhaus. Hij werd een bekend gastdirigent en de Concertante Dansen van Stravinsky werden in 1944 onder zijn leiding als ballet opgevoerd in New York, door de Ballets Russes in een choreografie van George Balanchine.
Los Angeles betekende de directe nabijheid van Hollywood en Hollywood betekende filmmuziek. Na het afslaan van het aanbod om filmmuziek te componeren bij Walt Disney’s Fantasia, componeerde Stravinsky in 1942 Four Norwegian Moods en in 1944 het Scherzo à la Russe. Een filmproject met Orson Welles leverde het middendeel op van Ode en die met Franz Werfel het tweede deel (Andante, Interlude, L’istesso tempo) van de geniale Symphony in Three Movements. In 1942 componeerde hij voor het Barnum and Bailey Circus, de Circus Polka. Twee jaar later vroeg de muziekuitgever Nathaniel Shilkret een aantal componisten elk een deel te componeren voor een werk gebaseerd op het Boek Genesis. Stravinsky, Schönberg, Darius Milhaud en Mario Castelnuovo-Tedesco, leverden hun bijdrage in de vorm van Babel. Daarna volgden in 1944 zijn Scènes de Ballet. Onder de indruk van het spel van de klarinettist Woody Herman (1913-1987) componeerde Stravinsky in 1945, voor diens “Band That Plays The Blues”, zijn Ebony Concerto.
Zes lessen
In september 1939 bekleedde Igor Syravinsky de Charles Eliot Norton leerstoel voor poëtica aan de Harvard University en gaf daar, in het Frans, een cursus van zes lessen over muzikale poëtica. Deze lessen, geïnspireerd op het gedachtegoed van Stravinsky’s goede vriend, Pierre (Pyotr) Souvtchinsky (1892-1985), werden in het Frans geschreven met medewerking van Paul Valéry en de componist en criticus Alexis Roland-Manuel. De lessen werden in 1942 uitgegeven door Harvard University Press als Poétique Musicale. Souvtchinsky was steenrijk. Hij was de uitgever van het muziektijdschrift “Muzikalniy sovremennik” (Le Contemporain musical) en leefde het grootste deel van zijn leven in Parijs. Prokofjev droeg zijn 5de pianosonate uit 1923 aan hem op.
De eerste Engelstalige editie verscheen in 1947, vertaald door Arthur Knodel en de Duits-Amerikaanse componist Ingolf Dalh (1912-1970). Het voorwoord was van Darius Milhaud. Ingolf Dahl was niet de eerste beste. Hij was de vocal coach en koorrepetitor van de eerste opvoeringen van “Lulu” en van “Mathis der Maler”.
In de tweede Engelstalige editie van 1970 door The President and the Fellows of Harvard College en de Lennart Sane Agency, werd het voorwoord in mei 1969 in Athene geschreven door de Griekse dichter en Venizelist, Giorgos Seferis (1900-1971). Hij kreeg in 1963, als eerste Griek, de Nobelprijs voor Literatuur. Interessant is dat beide voorwoorden in de Nederlandstalige uitgave zijn opgenomen.
De lessen zijn door mevrouw Pien Braat weliswaar uit het Frans vertaald. In 2000 verscheen er een Franstalige editie van Myriam Soumagnac: Poétique Musicale (Parijs, Harmoniques/Flammarion, 2000), later vertaald door Pien.
Het boek
Het boek bestaat uit zes lessen en een Epiloog. In de Kennismaking lezen we wat er in de rest van het boek zal staan, en in de Epiloog lezen we waarover hij het in zijn lessen heeft gehad. In de Epiloog legt hij de betekenis van muziek uit en geeft hij eigenlijk een résumé: “Onze kennismaking stond in het strenge teken van orde en discipline. We bevestigden het principe van de speculatieve wil die aan scheppend werk ten grondslag ligt. We onderzochten het fenomeen muziek als een vorm van speculatie in termen van klank en tijd. We lieten de vormaspecten van het muzikale métier de revue passeren. We brachten het probleem van de stijl ter sprake en we bekeken de biografie van de muziek. Naar aanleiding daarvan volgden we, bij wijze van voorbeeld, de avatars van de Russische muziek. Ten slotte bestudeerden we de verschillende problemen van de uitvoering.
In de loop van deze lessen ben ik meerdere malen teruggekomen op de kernvraag die de musicus bezighoudt en die de aandacht vraagt van een ieder die door een geestelijk elan wordt gedreven. Die vraag komt altijd weer onvermijdelijk neer op het zoeken naar het Ene in het Meervoudige.
Nu sta ik dan weer voor het eeuwige probleem, dat zich bij elk onderzoek op ontologisch gebied voordoet, het probleem waar de mens die zijn weg zoekt in het rijk van ongelijksoortigheid, onvermijdelijk op uitkomt juist vanwege de structuur van zijn verstand – of hij nu ambachtsman, fysicus, filosoof of theoloog is.”
U leest dus best eerst de Kennismaking en dan de Epiloog. Kan geen kwaad.
In de eerste les (Stravinsky’s Kennismaking), verduidelijkt hij de methode die hij zal volgen en kondigt hij aan dat hij in de komende zes lessen polemiek zal bedrijven. In de daarop volgende vijf lessen heeft hij het dan over het fenomeen muziek (niet zo eenvoudig) en over muzikale compositie (ook niet zo eenvoudig), daarna over muzikale typologie en over wat hij de Avatars (Stravinsky bedoelt transformaties) van de Russische muziek noemt (van Glinka tot de 5de van Sjostakovitsj). In de laatste les heeft hij het tot slot over Uitvoering. Ik mag niets verklappen, maar als u Stravinsky’s mening wil weten over Wagner als improvisator, als u wilt weten waarom hij meer hield van Weber dan van Wagner, wat hij bedoelde met potentiële muziek en reële muziek, en wat hij dacht over de relatie tussen componist en publiek, dan moet u zijn lessen zeker lezen. Stravinsky’s eruditie is groot, zijn inzicht is groot en zijn taalgebruik is direct, soms pedant, maar constant to the point, les pieds dans le plat. Hij is niet discreet maar weet zijn eigenwijze overtuiging over te brengen. Wie zijn muziek kent, zal versteld staan welk een formidabel kenner van muziek er (ook) schuil ging achter zijn complexe ritmiek, zijn neo-classicisme, zijn Histoire du soldat en zijn Picasso-achtige verscheidenheid.
Helaas ontbreekt een register, dat men had kunnen toevoegen. Want er komen tal van interessante namen in voor. Van Maritain, Montaigne en Du Bellay, naar Gilbert Keith Chesterton (1874-1936) en Cézanne, Sofokles en Gide, naar Seu-Ma-Tsen of Oscar Wilde, naast tal van componistennamen uiteraard. Tenzij u hetzelfde niveau van Stravinsky’s muzikale eruditie zou hebben, moet u weten dat u dit boek niet zo maar kunt lezen. Het zijn geen essays, het is geen novelle, laat staan een roman, neen, het zijn lessen. En lessen moet u zeer aandachtig volgen. Het beste maakt U er notities bij en, thuisgekomen herleest en memoriseert u de geziene stof. Dit is hier niet anders. Ik wil maar zeggen dat dit boek niet echt geschikt is om liggend op de sofa te lezen. Beter is er mee aan tafel te gaan zitten alsof uw huiswerk gaat maken. Maar, zeker doen.
Uitg. Nieuwezijds ISBN: 9789057123320 · 2012