Op 20 november 1901 ontdekte Paris Massenets Grisélidis in de Opéra-Comique. Het werk roept een middeleeuws verhaal op dat met name door Boccaccio en Perrault werd opgepakt en in de barokperiode meerdere malen op muziek werd gezet. Het gaf Massenet de kans om de ‘gotische’ kleur te verkennen waar het begin van de 20ste eeuw nooit genoeg van kreeg. Het inventieve libretto van Armand Silvestre en Eugène Morand ontwikkelt contrasterende registers: het religieuze, het fantastische, het sentimentele en het krijgshaftige. Bovenal zorgt de aanwezigheid van een gespierde duivel, opgescheept met een knorrige vrouw, ervoor dat we het serieuze (sublieme) kunnen contrasteren met het komische (groteske).
Massenet levert hiermee een zeldzaam voorbeeld van evenwicht tussen genres, een pareltje van het Franse demi-caractère, typerend voor het repertoire van de Opéra-Comique. Hoewel de gesproken dialoog achterwege blijft, sluipt er in een aantal bijzonder geslaagde scènes toch theatrale declamatie in. Twee prachtige baritonrollen – de markies en de duivel – contrasteren met alle versieringen van romantische zang, terwijl Grisélidis het perfecte model van de Franse sopraan belichaamt, een nobel en introspectief personage.
Na zijn pianostudie, die in 1859 bekroond werd met een eerste prijs aan het Conservatorium, won Massenet in 1863 de Prix de Rome. Dit succes leidde tot de opdracht voor La Grand’ Tante, een komische opera die bij de creatie (1867) goed werd ontvangen. De toneelmuziek van Les Érinnyes (Leconte de Lisle, 1873) en de oratoria Marie-Magdeleine (1873) en Ève (1875) vestigden de aandacht op de musicus, die zich vanaf dat moment hoofdzakelijk aan het lyrische theater zou wijden. Massenet is altijd op zoek naar vernieuwing en behandelt daarom zeer uiteenlopende onderwerpen. Zo volgden het exoticisme van Roi de Lahore (1877) en Mage (1891), de fantasie van Esclarmonde (1889), het naturalisme van La Navarraise (1894) en Sappho (1897), le conte de fées Cendrillon (1899), Thaïs (1894) en Grisélidis (1901), de middeleeuwse en religieuze setting van Jongleur de Notre-Dame (1902), de oude mythologie van Ariadne (1906) en Bacchus (1909), het tragikomische heldendom van Don Quichotte (1910). De componist liet zich ook inspireren door beroemde literaire werken voor Le Cid (1885), Manon (1884) en Werther (1892).
Jules Massenet werd beroemd om zijn 30! opera’s, maar hij componeerde ook aanzienlijk veel schitterende orkestmuziek, waaronder balletten, orkestsuites en toneelmuziek. Een deel van de niet-operamuziek van Massenet, vertegenwoordigt een belangrijk aspect van zijn werk met zijn vertrouwde uitgevers, Georges Hartmann (1843–1900) en Henri Heugel (1844–1916). Beiden moedigden deze opdrachten aan, die uitgevoerd werden op de beroemde Parijse orkestconcerten onder leiding van Jules-Étienne Pasdeloup (1819-1887) en Édouard Colonne (1838-1910), en later in de Opera van Monte Carlo, waarvoor de componist vanaf 1902, vaak werkte. Van 1878 tot 1896 doceerde Massenet compositie aan het Conservatorium in Parijs. Tot zijn bekende leerlingen behoorden Gabriel Pierné, Georges Marty, Paul Vidal, Xavier Leroux, Gustave Charpentier, Henri Rabaud, Max d’Ollone, Gabriel Dupont, Alfred Bruneau, Reynaldo Hahn en Florent Schmitt!
Hij beschikte over de talenten die essentieel waren voor het lyrische toneel: psychologische karakterisering en theatraal ritme. Hij was een weelderige melodieus muzikant die bovendien verleidde met de subtiliteit van zijn harmonie en de verfijning van zijn orkestratie, die hij ontwikkelde op basis van de dramatische situatie. Massenet was de auteur van pianostukken, religieuze werken en melodieën en droeg ook bij aan de heropleving van de symfonische muziek in Frankrijk, wat met name blijkt uit de zes orkestsuites met de titel Scènes.
Grisélidis werd begonnen in de herfst van 1893, toen Massenet veel plezier beleefde aan de tijd die hij doorbracht met Armand Silvestre. Het werk werd eind 1894 voltooid en werd terzijde geschoven ten gunste van Cendrillon, daarna Sapho, wiens première werd vervroegd vanwege de hommage die was gearrangeerd voor Daudet en het fenomenale succes van Calvé in La Navarraise. De partituur voor Grisélidis werd bij talloze gelegenheden terzijde geschoven en werd in de herfst van 1900 volledig herwerkt. De muzikale tekst behandelt behendig de juxtapositie van religieuze, lyrische en komische registers, terwijl de vocale tekst bijzonder toepasselijk is en de psychologische stemmingen van elk van de personages fijn vormgeeft. In Lucienne Bréval (Grisélidis), Lucien Fugère (de Duivel), Adolphe Maréchal (Alain) en Hector Dufranne (de Markies) vond Massenet de ideale uitvoerders, die in staat waren tot genuanceerde maar robuuste uitvoeringen. De ingenieuze productie van Albert Carré, met zijn veelzeggende gebruik van verdwijningen, verschijningen en lichteffecten, droeg ongetwijfeld bij aan het succes van het werk toen het in première ging in de Salle Favart. Geïnspireerd door een legende uit de 12e eeuw, vertelt het werk het verhaal van Grisélidis, de loyale echtgenote van de markies de Saluce, die is vertrokken om oorlog te voeren in het Heilige Land. Hoewel de duivel haar loyaliteit op de proef stelt en haar voormalige minnaar, Alain, aan haar laat verschijnen, geeft de deugdzame echtgenote niet toe aan de verleiding en put ze kracht uit haar rol als toegewijde moeder.
.
Rolverdeling:
Vannina Santoni (Grisélidis),
Julien Dran (Alain),
Thomas Dolié (Le Marquis),
Tassis Christoyannis (Le Diable),
Antoinette Dennefeld (Fiamina)
Adèle Charvet (Bertrade)
Adrien Fournaison ((Gondehaud)
Thibault de Damas (le Prieur)
Het bijhorend boek bevat naast het libretto, vijf teksten zowel in het Engels als in het Frans, van Alexandre Dratwicki, Comme échappé d’un vitrail; Jonathan Parisi, “Voir Grisélidis c’est l’aimer!” ; Sabine Teulon Lardic, “Fantasmer la Provence médiévale dans Grisélidis”; Jules Massenet, Mes souvenirs (pour mes petits-enfants): “En plein Moyen Âge” en Camille Bellaigue, “Un mot de la première”.
Opname gemaakt van 30 mei tot 2 juni 2023 in het Corum – Opéra Berlioz in Montpellier.
Jules Massenet Grisélidis Orchestre et Chœur Opéra national Montpellier Occitanie Jean-Marie Zeitouni 2cd/boek Bru Zane BZ1058
https://www.stretto.be/2022/07/11/ontdek-jules-massenet-songs-with-orchestra-op-het-label-bruzane/