Dit deel sluit de complete Sibelius-symfonieën af, uitgevoerd door het Gothenburg Symphony Orchestra onder leiding van Santtu-Matias Rouvali. Deze serie heeft al talloze prijzen over de hele wereld gewonnen en bereikt hier zijn hoogtepunt met twee van Sibelius’ grootste symfonieën: Andrew Mellor schrijft in zijn inleidende tekst dat “we muziek horen die wordt gedragen door vormen van zwaartekrachtenergie die doen denken aan die welke de loop van een rivier bepalen”. Rouvali heeft er ook voor gekozen om acht fragmenten op te nemen van Sibelius’ toneelmuziek voor Shakespeares The Tempest. Het werd voor het eerst uitgevoerd in maart 1926 en is een van Sibelius’ laatste orkestwerken en is zeker zijn meest fascinerende compositie voor het theater.
Sibelius componeerde tussen 1899 en 1924, zeven symfonieën. Een 8ste Symfonie liet hij in 1929 onvoltooid. Elk van de symfonieën is op zichzelf al een wonder van natuurpoëzie, maar samen, geven ze pas hun grootsheid en hun diepste geheimen prijs, Jean Sibelius was reeds 34 jaar oud, toen hij in 1899 pas zijn eerste symfonie componeerde. In 1892 had hij weliswaar “Kullervo”, een symfonie voor sopraan, bariton, mannenkoor en orkest, gecomponeerd. In 1901-1902 volgde zijn Symfonie nr. 2 in D-majeur, op. 43, in 1907 gevolgd door zijn Symfonie nr. 3 in C-majeur, op. 52. Na de 4de (1911), volgden de 5de, 6de en 7de Symfonie, respectievelijk in 1915, (herzien in 1916 en 1919), 1923, en 1924.
De symfonie nr. 6 in d mineur, opus 104, is een werk in vier delen voor orkest, gecomponeerd van 1914 tot 1923. De symfonie ging in première door het Helsinki Philharmonic Orchestra, onder leiding van de componist, op 19 februari 1923 en had andere uitvoeringen onder zijn leiding in de daaropvolgende maanden. De symfonie werd opgedragen aan de Zweedse componist en dirigent Wilhelm Stenhammar.
De symfonie nr. 7 in C majeur, Op. 105, is een werk in één deel voor orkest, gecomponeerd van 1914 tot 1924. De compositie is opmerkelijk omdat het slechts één deel heeft. Het is “Sibelius’ meest opmerkelijke compositorische prestatie”. Nadat Sibelius zijn compositie op 2 maart 1924 had voltooid, ging het werk op 24 maart in Stockholm in première als Fantasia sinfonica nr. 1, een “symfonische fantasie”. De componist was blijkbaar nog niet zeker over de naam die hij het stuk zou geven en gaf het pas na enig beraad de status van symfonie. Bij de publicatie in 1925 kreeg de partituur de titel “Symfonie nr. 7 (in één deel)”. Sibelius leefde nog 33 jaar na het voltooien van Symfonie nr. 7, maar het was een van de laatste werken die hij componeerde. Hij voltooide nog één belangrijk orkestwerk, zijn symfonisch gedicht Tapiola.
Naast indrukwekkende symfonieën en symfonische gedichten, componeerde Jean Sibelius een aanzienlijke hoeveelheid theatermuziek. Deze muziek is helaas nog steeds grotendeels onbekend. Nochtans was het met “Koning Christian II” (1898) en “Kuolema” (1903), dat Sibelius zijn naam en faam vestigde in heel Europa. Van zijn mooiste muziek voor het podium, is trouwens te vinden in zijn “Belsazars gästabud” (1906). “The Tempest”, een van Shakespeare’s ‘late romances’, werd voor de eerste keer opgevoerd in 1611 en gepubliceerd in 1623. Daarin kreeg het als openingsstuk een ereplaats, wellicht doordat het de recentste komedie was en omdat het bij trouwfeesten zo populair was, sinds het ter gelegenheid van prinses Elizabeths huwelijk in 1612, was opgevoerd. In “The Tempest” komen veel onderwerpen aan de orde die Shakespeare al in eerdere toneelstukken had behandeld, zoals de pogingen om een koning af te zetten en de legitimering daarvan (Macbeth, Richard II en Julius Caesar), nature versus nurture (The Winter’s Tale en King Lear) en de onschuld (Twelfth Night). Omdat het een romance was, was de thematiek duisterder dan die van een typische komedie en werden er ook meer filosofische kwesties in besproken, maar het was geen typische tragedie, omdat het stuk eindigde met een happy end.
Symfonisch in omvang en ambitie, was de toneelmuziek bij Shakespeare’s toneelstuk “The Tempest” een van de laatste orkestwerken die Sibelius componeerde voor hij de mysterieuze ‘stilte van Järvenpää’ betrad tot aan zijn overlijden. In opdracht van de vooraanstaande Deense theatermaker Johannes Poulsen, deed Sibelius in 1925, vanwege de brede expressieve eisen van het stuk, een beroep op zijn legendarische, grote muzikale krachten. Van het angstaanjagend toonbeeld van het eerste scheepswrak via etherische liederen, onstuimige karakterportretten en opmerkelijke evocaties van de natuur, zette Sibelius ten volle de thema’s van Shakespeare’s magische wereld om in zijn eigen unieke klank. Omdat Sibelius nauwe banden had met het rijk, Deens muziekleven, is het passend dat deze opname zo’n typisch Scandinavisch tintje heeft.
Santtu-Matias Rouvali is chef-dirigent van het Philharmonia Orchestra in Londen (sinds 2021) en van het Göteborg Symfonieorkest (sinds 2017). Daarnaast is hij al vele jaren chef-dirigent en artistiek directeur van het Tampere Philharmonisch Orkest in zijn thuisland, Finland. In de zomer van 2022 maakte hij zijn BBC Proms-debuut met het Philharmonia Orchestra. Een reis naar Italië in September was vervolgens de start van een lange reeks tournees naar Spanje, Duitsland en Hongarije. Santtu-Matias Rouvali is regelmatig te gast bij orkesten als de Berliner Philharmoniker, de Wiener Symphoniker, de Münchner Philharmoniker en de philharmonische orkesten van New York en Los Angeles. In januari 2020 maakte Santtu-Matias Rouvali een zeer overtuigend debuut bij het Concertgebouworkest met werken van Stravinsky, Verdi en Verbey.
Hij bouwt gestaag een uitgebreide discografie op met zijn orkesten in Londen en Tampere. Met het Göteborg Symfonieorkest werkt hij sinds 2019 aan een ambitieuze Sibelius-cyclus, waarvan de eerste drie delen al goed waren voor onder meer een Gramophone Editor’s Choice award, twee Chocs de Classica, een Preis der deutschen Schallplattenkritik en een Diapason d’Or. Santtu-Matias Rouvali studeerde aan de Sibelius-Academie bij onder anderen Jorma Panula, Leif Segerstam and Hannu Lintu.
Sibelius Symphonies Nos. 6 & 7 The Tempest Gothenburg Symphony Orchestra Santtu-Matias Rouvali ALPHA1130