Bijna een eeuw voor Gluck had een andere opera genaamd Iphigénie en Tauride – hetzelfde plot, dezelfde protagonisten – enorm succes op het operatoneel. Deze ‘eerste’ Iphigénie heeft een nogal merkwaardige geschiedenis. De opera werd rond het jaar 1695 geschetst door componist Henri Desmarest, maar hij werd toen door Louis XIV uit Frankrijk verbannen omdat hij zonder toestemming van haar vader met een jong meisje was getrouwd. De onvoltooide partituur van Iphigénie werd toen toevertrouwd aan André Campra. De opera, inmiddels verloren en vergeten, werd herontdekt door Benoît Dratwicki, directeur van het Centre de Musique Baroque de Versailles, die zich verwondert over de stilistische eenheid ervan: “Campra nam de stijl van Desmarest gemakkelijk over. Hij voegde alleen wat virtuoze aria’s toe aan de divertissementen, evenals de melodieuze refreinen die zijn specialiteit waren”. Iphigénie en Tauride beleefde zijn première op 6 mei 1704 en werd vanaf 1711 in heel Europa nieuw leven ingeblazen. Dankzij Hervé Niquet, een topteam van zangers, een orkest dat goed thuis was in het Franse repertoire en al hun gezamenlijke onderzoek naar de praktijken en specifieke speeltechnieken van het begin van de 18de eeuw, ziet Iphigénie opnieuw het daglicht.
Henry Desmarest (1661-1741) was één van de meest getalenteerde componisten van de latere regeringsperiode van Louis XIV en de beginperiode van Louis XV. Als opvolger van Charpentier als maître de chapelle aan het Collège des Jésuites in Parijs, genoot hij de gunst van de koning zowel door zijn religieuze muziek als door zijn opera’s. Toen in 1701 de kleinzoon van Louis XIV de Spaanse troon besteeg als Filips V (foto), benoemde hij Desmarest om de stijl van Versailles aan zijn hof te introduceren en om Franse musici te rekruteren.
Zijn opvolger bij de jezuïeten, Jean-Baptiste Matho, wist Desmarest nl. een aanbevelingsbrief te bezorgen van Louis van Frankrijk, de hertog van Bourgondië en kleinzoon van Louis XIV, voor diens broer, Filips V, koning van Spanje. Van 1701-1706 verbleef Desmarest bijgevolg in Madrid aan het hof van Filips V, in de functie van maestro de musica de la Camara.André Campra (1660-1744), afkomstig uit Aix-en-Provence, was een Franse operacomponist in de periode tussen Lully en Rameau. Hij componeerde verschillende tragédies en musique en opéra-ballets, cantates en religieuze muziek, waaronder een Requiem. Hij werd opgeleid door Guillaume Poitevin aan de kathedraal Saint-Sauveur in Aix (foto), werd maître de musique van de kathedralen van Arles en Toulouse, en vervolgens, van 1694 tot 1700, van de Notre-Dame in Parijs.
Daar voegde hij violen toe aan de uitvoering van religieuze muziek, een controversiële innovatie in een tijdperk waarin de viool nog als een volksinstrument werd beschouwd. In 1697, begon hij te componeren voor het theater en publiceerde enkele theatercomposities onder de naam van zijn broer om zijn reputatie bij de kerkelijke autoriteiten te beschermen. In 1700 gaf hij uiteindelijk zijn functie aan de Notre-Dame op en wijdde zich aan theatermuziek. In 1722 werd hij kort aangesteld als maître de musique door François Louis de Bourbon, de prins van Conti (foto). Na het overlijden van de regent Philippe d’Orléans in december 1723, werd Campra sous-maître van de Koninklijke Kapel in Versailles. In 1730, werd hij de inspecteur-géneral van de Opéra. Hij overleed op 83-jarige leeftijd.
Hervé Niquet weet spanning te creëren, veel contrast en verrassing, en vraagt soms meer van het muzikale gedeelte dan het kan leveren. De inspanning loont, de betekenis van elke situatie wordt geaccentueerd, vergroot en het algehele resultaat is perfect in lijn met de veeleisende verwachtingen die de luisteraar kan hebben bij het ontdekken van een partituur. De dirigent wordt bijgestaan door Le Concert Spirituel, met wie hij al vele jaren samenwerkt en die hij heeft getraind in zijn gebaren, zijn esthetiek, zijn gevoel voor humor en zijn sterke persoonlijkheid. Hij laat de meest opvallende persoonlijkheden van zijn orkest hier en daar tot uiting komen, maar hij houdt ze altijd onder controle.
Rolverdeling:
Véronique Gens (Iphigénie),
Reinoud Van Mechelen (Pylade),
Thomas Dolié (Oreste),
David Witczak (Thoas),
Olivia Doray (Électre),
Floriane Hasler (Diane),
Tomislav Lavoie (L’Ordonnateur, L’Océan),
Antonin Rondepierre (Un Haitant De Délos, Triton, Le Grand Sacrificateur),
Jehanne Amzal (Isménide, Première Habitante De Délos, Première Nymphe, Première Prêtresse),
Marine Lafdal-Franc (Tweede Habitante De Délos, Seconde Nymphe, Seconde Prêtresse)
Desmarets & Campra Iphigénie en Tauride Le Concert Spirituel Hervé Niquet ALPHA1106