Hoewel ze niet vaak worden gespeeld op concert, zijn de sonaten van Vivaldi in de jaren ‘80 opgenomen door Susan Sheppard, Christophe Coin, David Watkin, Anner Bylsma en Pieter Wispelwey, in de jaren ’90, door Jaap ter Linden, en meer recent door Bruno Cocset. Nu is er de schitterende opname door Canadees-Franse cellist Jean-Guihen Queras.
Vivaldi componeerde tussen 1720 en 1730, een reeks van zes sonaten voor cello en continuo, die in 1740 in Parijs gepubliceerd werden door Leclerc en Boivin. Deze sonaten werden gepubliceerd zonder opusnummer. Soms worden ze incorrect als op. 14 genummerd. Een herdruk verscheen bij dezelfde uitgevers in 1748.Naast deze componeerde Vivaldi op zijn minst nog vier andere cellosonaten. De manuscripten van twee van deze worden bewaard in de bibliotheek van het conservatorium van Napels, en een andere wordt bewaard in het kasteel van Wiesentheid in Beieren (foto). Eén sonate in re klein (RV 38) is verloren gegaan.
De zes cellosonaten van Vivaldi werden aanvankelijk verspreid in een geplagieerde druk. Zonder medeweten van de componist, publiceerden de Parijse uitgeverijen Le Clerk de Jonge en Boivin, de werken in 1740 met een aantal redactionele aanpassingen. Wel is het handschrift van een kopie uit Vivaldi’s omgeving bewaard. Het bevindt zich nu in de Bibliothèque Nationale de France.
De solisten Jean-Guihen Queyras, cello, Michael Behringer, klavecimbel en orgel, Lee Santana, theorbe en Christoph Dangel, cello gebruikten het authentiek materiaal voor deze opname. Vivaldi volgde volledig de geest van de kamer sonate uit zijn tijd. De cellist Jean-Guihen Queyras ontdekte een aantal details. Bijvoorbeeld in de vijfde sonate, met een octaafsprong, gevolgd door de vijfvoudige herhaling van de noot mi. Hij plaatste dit werk bewust aan het begin van de cd, wat sowieso legitiem is, omdat Vivaldi de cyclus niet in chronologische volgorde componeerde.
Op de titelpagina van de verzameling staat ‘VI sonates solo cello Antonio Vivaldi’s basso da, Musico di violine en Maestro de concerti del Pio Ospidale della Pietà di Venezia’. De zes cellosonaten hebben alle vier bewegingen, Largo, Allegro, Largo, Allegro. De Largo’s waarmee de sonaten openen, hebben alle typische, eigen kenmerken. Het Largo van de ‘Sonate in F ‘ bijvoorbeeld is een pompeus voorspel in gepunte zestiende noten, die van de ‘Sonate in la klein’ introduceert een marsritme, terwijl die van Sonate in mi klein, een concerto-beweging oproept. De 3 sonaten in Bes openen anders, maar elk Largo is gebaseerd op tegenstellingen, nl. de oppositie van triolen en gepunte zestiende noten, een Siciliaans ritme met virtuoze toonladders en triolen in oppositie met een lange melodie in de viool, op de halsstarrig herhaalde tonen van een typisch Italiaanse continuo baslijn.
De eerste Allegro bewegingen beantwoorden elk aan de typische stijl van een concerto, terwijl de centrale Largo bewegingen, mooie melodieën bevatten. In het Largo van de Sonate in F bv. reageert de bas constant op de cello. In de Sonate in Bes, ontwikkelde Vivaldi een sierlijke melodische lijn, herintroduceerde een thema dat al door hem was gebruikt in een C mineur sonate, ongepubliceerd tijdens zijn leven (Sonate in la klein), of gebruikte opvallende, chromatische effecten in de Sonate in Bes. De finales, in concertstijl, zijn over het algemeen vol van geest met bruisende virtuositeit. Schitterende muziek, schitterend uitgevoerd. Warm aanbevolen.
Jean-Guihen Queyras Vivaldi Sonatas For Violoncello & Basso cd harmonia mundi HMM 902278