De Franse gambiste Lucile Boulanger speelt werk van Antoine Forqueray en tijdgenoten. Op haar cd staat bijzonder stijlvolle muziek voor viola da gamba van Antoine Forqueray, Michele Mascitti, Jean-Marie Leclair, Robert de Visée, Arcangelo Corelli en Jean-Baptise Forqueray.
U ontdekt de vijfdelige Sonata a Violino solo e Basso in sol klein, op. 1, nr. 2 van Mascitti, “La Leclair” uit de 2de suite van de “Pièces de viole” van Antoine Forqueray, de Sonata voor viool en continuo nr. 2 in mi klein, op. 9 van J. M. Leclair, “La Vénitienne de Mr. Fourcroy” van Robert de Visée, de Vioolsonate in C, op. 5, nr. 3 (transcriptie voor viola da gamba) van Corelli, de Suite nr. 4 in sol klein (I. La Marella. II. La Clément, III. Sarabande, IV. La Bournonville, V. La Sainscy en VI. Le Carillon de Passy), en “La Morangis ou La Plissay. Mouvement de chaconne” uit de Suite nr. 3 in G van Jean-Baptiste Forqueray.
De talentvolle, Franse viola da gamba-speelster, Lucile Boulanger (1986) uit Parijs, die eerst, begin jaren ’90, als kind in films acteerde (foto), was amper vijf toen ze haar eerste lessen gamba kreeg van Christine Plubeau. Aan het Conservatorium van Parijs volgde ze les bij Ariane Maurette en behaalde er in 2004 een eerste prijs. Daarna studeerde ze verder bij Jérôme Hantaï aan het Conservatorium van Cergy. In 2006 ontving ze een Eerste prijs voor kamermuziek en studeerde verder aan het Conservatorium van Parijs bij Christophe Coin. Ze behaalde er haar einddiploma in 2009 en volgde verschillende meesterscursussen en workshops bij Wieland Kuijken, Anne-Marie Lasla en Philippe Pierlot. In Juni 2009 won ze de Eerste prijs in het Internationaal Bach-Abel Concours, met nog twee bijzondere prijzen voor beste uitvoering van werk van Bach en van Abel. Ze is ook prijswinnares van het Europees Concours dat jaarlijks georganiseerd wordt door de “Società Umanitaria” in Milaan, en in 2011 won ze de Derde prijs op de Internationale wedstrijd van het prestigieus “Festival Oude Muziek” in Brugge.
Lucile Boulanger speelde samen met verschillende jonge kamermuziekensembles, zoals “La Sainte Folie Fantastique”, waarvan ze in 2005, stichtend lid was. Ze speelt ook met gevestigde ensembles, zoals “Les Folies Françoises” (Patrick Cohën-Akenine), “Le Poème Harmonique” (Vincent Dumestre), “Les Cyclopes” (Thierry Maeder/Bibiane Lapointe), “La Chapelle Rhénane” (Benoît Haller) en “Collegium Marianum” (Jana Semeradova). Daarnaast treedt ze ook vaak op als soliste, vooral met Bach recitals, en vormt ze een vast duo met klavecinist, Arnaud De Pasquale (foto). Met het “Consort Project” treedt ze sinds 2008 maandelijks op.
Forqueray was de naam van een Franse familiedynastie van componisten, dansmeesters, gambisten en organisten, die actief was tussen ca. 1650 en 1785. Het bekendste lid van de familie was Antoine (bijgenaamd ‘le père’, 1672-1745) (fto), die ondanks zijn beschamend huwelijksleven, samen met Marin Marais, één van de meest vooraanstaande componisten en spelers van de viola da gamba was. In 1689, op 17-jarige leeftijd, werd Antoine “musicien ordinaire de la Chambre du Roi” en tussen 1710 en 1715, verwierf hij een functie in de Chapelle royale. Antoine Forqueray was ook “ordinaire de la musique” van de hertog van Orléans en was één van de musici aan het hof van de keurvorst van Beieren tijdens zijn ballingschap in Compiègne. Ook de hertog van Bourgondië, de dauphin, de zoon van Lodewijk XIV, was een van zijn leerlingen, evenals prins Karel van Frankrijk. Samen met François Couperin en Jean Buterne, Robert de Visée en Pignon Descoteaux speelde hij aan het hof, maar ook in Saint Maur bij de prins de Condé en in Sceaux bij de hertogin van Maine.
In 1742 volgde zijn zoon Jean-Baptiste Antoine, officieel zijn vader op, een functie die hij tot net voor zijn pensioen in 1761 bekleedde. Tot 1776 werkte hij nog voor de Prins de Conti. De Pieces de viole van de zoon vormden het hoogtepunt van de Franse virtuoze gambatraditie. Hij gebruikte vooruitstrevende vingerzettingen, Italiaanse strijktechnieken en versieringen en wel 260 verschillende akkoordpatronen, inclusief 42 verschillende variaties voor verminderde akkoorden. Harmonisch stonden de stukken vol verminderde en overmatige akkoorden, Napolitaanse sextakkoorden, noneakkoorden en akkoordenreeksen. Hij voegde een baslijn toe en voorzag de gambapartij van een vingerzetting. Mogelijks heeft Jean-Baptiste ook de werken van zijn vader in die zin herschreven.
Met deze debuutopname voor harmonia mundi verkent Lucile Boulanger o.a. de vele facetten van de carrière en de muziek van Antoine en Jean-Baptiste Antoine Forqueray als virtuoze instrumentalisten. Erg bedreven in het Italiaans repertoire, het improviseren, en in het bewerken van muziek die oorspronkelijk bedoeld was voor viool, combineerde vader Antoine, elementen van zowel de Franse als de Italiaanse stijl. Antoine wilde op de gamba doen wat de Italianen op de viool deden. Het resultaat was muziek met een verbluffende moeilijkheidsgraad die alleen hij en zijn zoon konden spelen. Antoine Forqueray breidde de techniek uit en confronteerde de uitvoerder dan ook met moeilijke uitdagingen.
Die uitdagingen worden hier elegant en briljant gespeeld door Lucile Boulanger en haar verfijnd continuo ensemble (gamba, klavecimbel en theorbe). De uitvoerders zijn Lucile Boulanger (viola da gamba) Pierre Gallon (klavecimbel) Claire Gautrot (viola da gamba) en Romain Falik (theorbe). Romain Falik speelt daarenboven een solo compositie voor theorbe van Robert de Visée.
De Italiaanse violist en componist Michele Mascitti (1664-1760) ging in de leer bij Pietro Marchitelli, violist in het Koninklijk Hoforkest van Napels en bij het “Teatro San Bartolomeo”, en vermoedelijk ook bij Corelli. Hij speelde enige tijd in het Koninklijk Orkest, reisde daarna door Italië en later door heel Europa. Hij verbleef lange tijd in Duitsland en later in Nederland. In 1704 vestigde hij zich definitief in Parijs, en verfranste zijn naam tot Michel Mascitti. Hij stond achtereenvolgens onder de bescherming van kardinaal Ottoboni, een neef van paus Alexander VIII, de hertog van Orléans en de hertog van Beieren. In Parijs publiceerde hij negen bundels sonaten en was tijdens zijn leven even bekend als Albinoni of Corelli. Ook zijn composities combineerden Italiaanse en Franse stijlelementen met rijkgeschakeerde, nieuwe harmonieën.
Robert de Visée (ca 1650-1665 – na 1732), was een Franse barokgitarist, theoreticus, luitist en componist. Zijn leraar was waarschijnlijk de Italiaan Francesco Corbetta, aan wie hij een “Tombeau” wijdde. Hij maakte deel uit van de kleine kring van musici die toegelaten werd tot de chambre du Roi (Louis XIV) en gaf hem les. Net als andere leden van het hof, speelde de koning nl. gitaar. de Visée werd rond 1680 lid van de Musique de la Chambre en werd rond 1719,”maître de guitare du Roy”. Hij speelde theorbe en gitaar op de avonden van Madame de Maintenon en speelde er waarschijnlijk ook viola da gamba. Daarnaast nam hij vaak, samen met Antoine Forqueray, deel aan de “fêtes des Grandes Nuits” van de duchesse du Maine in haar kasteel in Sceaux. Een cd met bijzonder stijlvolle en sfeervolle muziek, prachtig gespeeld. Warm aanbevolen.
Les défis de Mr. Forqueray Corelli Mascitti Leclair Lucile Boulanger cd harmonia mundi HMM 902330