Celliste Ophélie Gaillard en het Pulcinella Orkest richten zich op Luigi Boccherini, de Italiaanse componist en eerste virtuoze cellist in de muziekgeschiedenis. Boccherini, geboren in de Toscane, ging vervolgens naar de hoven van Pruissen en Spanje. Zijn muzikale opleiding zag eruit als een reis door Europa.
In 1769 vestigde Boccherini zich in Madrid. In 1778 werd hij aangenomen in het privéorkest van Don Luis (de broer van koning Karel III van Spanje) als componist en kenner van kamermuziek. Nadat deze in 1785 overleed, werd hij benaderd door Frederik Willem II, koning van Pruisen, die hem in 1786 aanstelde op basis van een vast jaarlijks inkomen, met als tegenprestatie exclusief voor hem periodiek een serie kamermuziekwerken te componeren. In datzelfde jaar kwam hij in aanraking met de hertog van Benavente Ossuna die een privéorkest bezat, waar de succesvolste werken van die tijd op de talrijke muzikale soirees werden uitgevoerd. Speciaal voor zo’n soiree componeerde hij zijn enige opera, La Clementina (1786), een Zarzuela, op het libretto van de dichter Ramon de la Cruz (1734-1794).
Boccherini componeerde 32 sonaten voor cello en diende als maestro de capilla in Arenas de San Pedro (Avila) de verbannen Infante Don Kuis de Borbón, een jongere broer van koning Carlos III. Later werkte hij in Madrid voor de hertog de Benavente-Osuna en vervolgens voor Lucien Bonaparte, broer van Napoleon Bonaparte, die daar Frans ambassadeur was. Tussen 1786 en 1797 had Boccherini opdracht om cellomuziek te componeren voor de koning van Pruisen, Friedrich Wilhelm II. De koning was een amateur-cellist. Ook de broers Duport componeerden voor deze koning en raakten op de duur bevriend met Beethoven. Jean-Pierre Duport heeft trouwens ooit nog twee van Beethovens cellosonaten gespeeld met Beethoven zelf aan de piano.
Lang overschaduwd door de viool, de ster onder de strijkinstrumenten, paste de cello langzaam in het achttiende-eeuws repertoire dankzij componisten die het instrument zelf bespeelden. De nu beroemde Suites van Johan Sebastian Bach waren de eerste meesterwerken gecomponeerd voor de cello. Toen versterkte Luigi Boccherini zijn plaats in de muzikale creatie, waardoor hij voor de cello werd wat Vivaldi een generatie eerder voor de viool was. Met dansritmen uit Andalusië en melodieën uit de straten van Madrid, tekende Boccherini met muzieknoten zijn geadopteerd land, zoals zijn tijdgenoot Francisco Goya dat deed met kleuren.
De cd verkent alle genres (concerti, sonates, symfonieën) en nodigt Sandrine Piau uit om het aangrijpend Stabat Mater van Boccherini uit te voeren voor strijkkwintet en solosopraan. Op de cd staan het Concerto voor cello nr. 6 in D, G. 479, de Symphonie nr. 6 in d, G. 506 (“La Casa del Diavolo”), het Concerto voor cello nr. 9 in Si-Bémol, G. 482, het Quintette à cordes nr. 6 in Ut, G. 324, op. 30 (“La Musica Notturna delle Strade di Madrid”), het Stabat Mater (1ste versie, 1781, voor sopraan & strijkorkest), G532, de Sonate voor cello en pianoforte nr.2 in c, G. 2, en de Symphony-Ouverture in D, G. 521. En bijzonder mooie dubbel cd. Warm aanbevolen.
Boccherini Cello Concertos Stabat Mater & Quintet Ophélie Gaillard Pulcinella Orchestra 2 cd Aparte
https://www.stretto.be/2017/06/27/celliste-ophelie-gaillard/