De schrijver en filosoof Peter Neumann heeft een boek geschreven over de eeuwwisseling in Jena rond 1800. Het gaat om een hoogtepunt in de Duitse en Europese cultuurgeschiedenis. Goethe, Schiller, de schilder Anselm Feuerbach, de taal- en letterkundigen August en Friedrich Schlegel en de filosofen Fichte, Schelling en Hegel, woonden of verbleven er. De kleine universiteitsstad werd voor even hét intellectueel centrum van Europa.
Jena aan de Saale, nu in de deelstaat Thüringen, werd in 1741 een deel van het hertogdom Saksen-Weimar-Eisenach. Onder Carl August, hertog van Saksen-Weimar-Eisenach, werd de stad een belangrijk intellectueel centrum. Tijdens het bewind van Carl August (1775-1828) (foto) en zijn minister Johann Wolfgang von Goethe (foto), bereikte de nieuwe geest van Weimar (“Weimarer Klassik”) ook Jena. Die invloed leidde er tot een tweede gouden tijdperk van de universiteit. Goethe wijdde zijn officiële en persoonlijke interesse aan de stad en hier sloot hij in 1794 vriendschap met Schiller, die er sinds 1789 als professor werkte en tot 1799 in Jena woonde.
De idealen van de Franse Revolutie sijpelden in heel Europa door. Een generatie jonge dichters en filosofen dacht na over een nieuwe politieke indeling van Europa die niet langer gebaseerd zou zijn op erfelijke opvolging. Zo ook in universiteitsstad Jena, in het oosten van Duitsland. Belangrijke intellectuelen streken hier neer om met gelijkgestemden te filosoferen over de toekomst.
In 1794 kwam Johann Gottlieb Fichte, in 1798, Friedrich von Schelling en in 1801-1807 woonde Georg Wilhelm Friedrich Hegel in Jena. De stad werd bijgevolg een belangrijke plaats van de Duitse idealistische filosofie, waar de literaire richting van de oudere romantiek met August Wilhelm Schlegel, zijn vrouw Caroline (foto) (later de vrouw van Schelling), Friedrich von Schelling, Friedrich Schlegel, Ludwig Tieck, Clemens Brentano en Friedrich von Hardenberg, alias Novalis, vorm kreeg. De “Allgemeine Literatur-Zeitung”, gepubliceerd in Jena van 1785 tot 1803, verhoogde de reputatie van de stad en de universiteit had er de reputatie van vrijdenken.
Centrale figuren in het boek zijn de gebroeders Schlegel (foto) en hun echtgenotes, de filosoof Schelling en de dichter Novalis (foto). Het terreurbewind in Frankrijk, waarbij aristocraten en edellieden via de guillotine waren vermoord, leek hen niet de oplossing. Ze zochten eerder naar een geweldloze oplossing om de idealen ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ in praktijk te brengen. Het individu moest centraal staan, waarbij vrijheid van denken het grootste goed was.
Aan de hand van talrijke anekdotes, bronnen en kleurrijke voorbeelden neemt Neumann u mee naar een bijzondere periode uit de geschiedenis. Hij schetst een beeld van een markante gemeenschap van invloedrijke denkers en kunstenaars die aan de wieg stonden van belangrijke hervormingen in de aanloop naar de moderniteit.
Neumann geeft een uiterst objectieve beschrijving van de artistieke en filosofische, literaire en culturele, politieke en sociale stromingen van die tijd, en hij schetst een kleurrijk en levendig beeld van de spannende en intense tijd, waarin Jena, naast Weimar, rond 1800, het centrum werd van de avant-garde in Duitsland.
Neumann maakt gebruik van zeer uitgebreid bronnenmateriaal, niet alleen uit de werken van de protagonisten, maar ook uit de massa aan secundaire literatuur en de bijna onhandelbare hoeveelheid archiefmateriaal. Hij goochelt met dit materiaal en creëert zo doende een tekst, die hij als een collage ordent en aan de lezer presenteert als licht verteerbare literatuur. Als gevolg hiervan wordt de tekst nooit overladen en wordt de lezer niet overdonderd door een overvloed aan feiten. Neumann verbindt de individuele verhaallijnen en bekomt op die manier een boeiend verhaal op basis van bronnen en feiten over de opkomst en ondergang van die kleine “Republiek van vrije geesten”.
Zijn veelzijdige beschrijvingen van het milieu in Jena, laten zich meer als een literair verhaal lezen dan als een wetenschappelijke tekst. Niettemin verschaft dit boek ook de wetenschapper waardevolle informatie. Maar, de eigenlijke doelgroep is het breed publiek, de lezer die geïnteresseerd is in het filosofisch en literair ontwaken voor de periode rond 1800 in het algemeen, en in de stad Jena in het bijzonder.
In zijn beroemde “Atheense fragmenten” schreef Friedrich Schlegel, “De Franse revolutie, Fichte’s wetenschapstheorie, en de “Wilhelm Meister” van Goethe, zijn de grootste tendensen van het tijdperk.” “Jena 1800” laat de lezer precies reizen naar de tijd waarin de beloften van de vrijheid van de Franse Revolutie nog vers waren, waarin men de geest van Fichte en zijn filosofie met enthousiasme bekritiseerde, en waarin men Goethe voor zijn “Wilhelm Meister” aanbad. Het boek is niet alleen vermakelijk en rijk aan anekdotes en atmosferische beschrijvingen van het dagelijks leven rond 1800, maar roept ook de behoefte op om deze spannende en intense fase van de Duitse culturele en intellectuele geschiedenis te herontdekken. Het boek “Jena 1800, Die Republik der freien Geister” (Siedler) werd uit het Duits vertaald door Fred Reurs. “De republiek der vrije geesten” is een prachtig en uiterst vermakelijk leesboek over een heel fascinerende fase in de Duitse intellectuele geschiedenis. Subliem! Zeker lezen.
Peter Neumann is onderzoeker en geeft les aan de afdeling Filosofie van de Friedrich Schiller-universiteit in Jena met een focus op het Duitse idealisme.Peter Neumann De republiek der vrije geesten Jena, het Oost-Duitse stadje waar de briljantste intellectuelen samenkwamen in 1800 232 bladz. Uitg. Spectrum ISBN 9789000364961