Op haar debuut solo cd voert de jonge, getalenteerde mezzosopraan Giuseppina Bridelli, moeiteloos de moeilijke aria’s uit die gecomponeerd werden voor enkele van de beroemdste zangers uit de 18de eeuw.
De in Napels geboren Porpora bracht zijn nuove musiche in de vroege jaren ‘30 van de 18de eeuw naar Londen, om er samen met zijn leerling, de castraat Farinelli, te profiteren van de weifelende situatie van Händels opera-onderneming. In 1733 wenkte Londen nl. met een uitnodiging om in de “Opera of the Nobility”, concurrentie aan te gaan met Händel in het “King’s Theatre”. “Arianna in Nasso” was Porpora’s eerste opera die opgevoerd werd in het Lincoln’s Inn Fields Theater. Deze opera rivaliseerde met Handels “Arianna in Creta” en werd een groot succes.
Porpora gebruikte daarenboven veel van Händels’ zangers, Senesino (foto), Montagnana en Cuzzoni. Tijdens zijn driejarig verblijf in Londen voltooide Porpora er nog vier andere opera’s, het oratorium “David e Bersabea” en de serenade, “La fest d’Imeneo”. Hij publiceerde er naast de hier opgenomen cantaten op. 1, ook een Sinfonie da Camera op. 2. Door zijn contact met de hoge de adel werden zijn 12 cantaten, hoewel ze waarschijnlijk reeds gecomponeerd waren in Napels, in 1735 in Londen gepubliceerd, onder het hoog beschermheerschap van Frederick Louis, prins van Wales (foto), de oudste zoon van koning George II en de vader van de latere koning George III. De cantaten genoten meteen aanzienlijk succes en weerspiegelden naast het gezag van de Italiaanse muziek, Porpora’s meesterlijke toonzetting van de teksten van Pietro Metastasio, die de arcadische genoegens en idealen verheerlijkten.
Na zijn successen in Venetië en zijn opera avontuur in Londen, was Porpora een korte tijd kapelmeester aan het hof van de Saksische keurvorst in Dresden. Omwille van het succes van zijn rivaal Hasse en na een tijd in Wenen te hebben gewerkt, en enkele zomers in het kuuroord Mannersdorf am Leithagebirge te hebben doorgebracht, keerde hij in 1759 naar Italië terug en werd hij aangesteld als maestro di Capella van het Conservatorio di S Maria di Loreto in Napels.
Ondanks de rivaliteit tussen de operacomponisten geleid door Haendel en Porpora in Londen (1734-1737), is nog niet alles gezegd over de ware aard van de band tussen de twee componisten. Beiden werden als buitengewoon originele componisten beschouwd vanwege hun esthetische keuzes en beiden bewonderden elkaars muziek. De enkele jaren in Londen brachten gedenkwaardige partituren voort, waaronder Ariodante van Haendel en Polifemo van Porpora, uitgevoerd met gelijktijdige runs in de theaters van de stad.
Het gevecht tussen het opera company was een gelegenheid voor de componisten om elkaar te ontmoeten en te ontdekken, om om te gaan met de smaak van het publiek, om nieuwe ideeën uit te proberen, en om inspiratie te putten uit de ongelooflijke vaardigheden van de leden van de vocale casts (Farinelli, Senesino, Carestini, e.a.). Deze bijzondere cd vangt de ziel van hun gecompliceerde intellectuele relatie, geeft een aantal voorbeelden van hun stijl en schetst de grenzen van de wederzijdse achting tussen deze twee heel belangrijke componisten uit de geschiedenis van de muziek. Warm aanbevolen.
Op de cd staan volgende aria’s :
Handel: Sta nell’Ircana pietrosa tana ( Alcina)
Porpora: Nume che reggi il mare (Arianna in Naxo)
Porpora: Dolce è su queste alte mie logge a sera (David e Bersabea)
Porpora: Fu del braccio onnipotente (David e Bersabea)
Porpora: Overture (Polifemo)
Porpora: A questa man verrà (Calcante e Achille)
Handel: Scherza, infida (Ariodante)
Porpora: Il gioir qualor s’aspetta (Polifemo)
Handel: Ariodante: balletmuiek
Porpora: Alza al soglio i guardi (Mitridate)
Handel: Inumano fratel (Tolomeo, re di Egitto)
Handel: Stille amare (Tolomeo)
Handel: Quando piomba improvvisa saetta (Catone in Utica)
Duel Porpora and Handel in London Giuseppina Bridelli Le Concert de l’Hostel Dieu Franck-Emmanuel Comte cd ARCANA A461