Ontdek de uitgave van de complete klavecimbelconcerti van Bach, opgenomen door “La Risonanza” in een opvallende one-to-a-part uitvoering, één uitvoerder per partij.
Onder de in totaal 13 concerti voor één, twee, drie en vier klavecimbels en orkest, componeerde Bach er zeven voor klavecimbel solo, strijkers en basso continuo (BWV 1052-1058). Met zijn vijfde Brandenburgs concert uit 1719 had Bach het eerste klavecimbel concert in de muziekgeschiedenis gecomponeerd. In dit concert bestaat de concertino nl. uit fluit (traverso), soloviool en obligaat klavecimbel (cembalo concertato), en het ripieno, uit viool, altviool en continuo. In dit bijzonder concert is een prominente solopartij met een uitgebreide virtuoze klavecimbel cadens voorzien, die gelegenheid gaf aan de solist om zijn technisch kunnen te tonen. Het klavecimbel ging in de eerste beweging van het concerto, voor de eerste keer van zijn traditionele continuo-rol, via een obligato-rol naar een dominante en extraverte solo rol.
Vanaf 1729 ontstond in Leipzig de mogelijkheid om dit experiment voort te zetten. Elke week dirigeerde Bach daar nl. in Café Zimmermann, twee uur lang, zijn Collegium musicum. De eerste openbare concerten van een Collegium Musicum vonden in 1660 plaats in Hamburg o.l.v. Matthias Weckmann. Later werd het door Georg Philipp Telemann in 1701 opgericht Collegium in Leipzig, o.a. door Johann Sebastian Bach voortgezet, en werd het Collegium musicum bekend en geliefd in het openbaar.
In de zomer van 1733 kwam Bach in het bezit van een nieuw klavecimbel. Dit prachtig instrument, dat te zien en te horen was tijdens de Zimmermann-concerten, nodigde uit om de concerti door hemzelf als solist te laten spelen, en door zijn zonen en studenten. Niet alleen in Saksen, maar ook ver daarbuiten, werd Bach beschouwd als de absolute autoriteit inzake klavecimbel en orgel. Hij moest dus wel zijn eigen bijdrage leveren aan het opkomend genre van het “klavierconcerto”. Het manuscript van zijn zes klavecimbel concerti BWV1052 tot 1057, moet daarom worden opgevat als een repertoireverzameling van zijn Collegium musicum en als een compositorisch manifest.De zes concerti hebben elk een eigen karakter en een specifieke functie. Het d klein concerto is het langste, meest virtuoze en meest italianiserende. Het energiek concerto met de sombere, langzame beweging, wordt gevolgd door het sereen en cantabile concerto in E, dat waarschijnlijk gebaseerd was op een verloren gegaan hoboconcerto in Es, terwijl de concerti in d en E, grotere werken zijn. De concerti in A en f zijn daarentegen veel compacter. Beide vertonen merkbare invloeden van de galante-stijl en werden daarom waarschijnlijk niet vóór 1730 gecomponeerd. De uitvoerders zijn Fabio Bonizzoni, klavecimbel, Nicola Dal Maso, Jorge Jimenez en Ulrike Slowik, viool, Krishna Nagaraja, altviool en Caterina Dell’Agnello, cello. Aanstekelijke ritmen, gevat in gedreven samenspel, in combinatie met een perfecte klankweergave, maken van deze opnames een feest. De Italiaanse musicus Bonizzoni leidt zijn ensemble immers perfect naar het voorbeeld van Bach, die zijn concerti componeerde naar Italiaans model. Kwaliteit verzekerd, dus. Warm aanbevolen.
Johann Sebastian Bach Harpsichord Concertos Vol. 1 Fabio Bonizzoni La Risonanza cd Challenge Classics CC 72773
Johann Sebastian Bach Harpsichord Concertos Vol. 2 Fabio Bonizzoni La Risonanza cd Challenge Classics CC72800