Het hier opgenomen, veertig nummers tellend werk is een typisch voorbeeld van een “passie oratorium”, een muzikale vorm die populair was in de Duits sprekende, Lutherse wereld van de 18de eeuw, gebouwd op een reeks lyrische beschouwingen bij het verhaal van de passie van Christus. Het libretto van “Ein Lämmlein geht und trägt die Schuld” werd geschreven door Stölzel zelf.
Na hun recente releases van Conti’s “Missa Sancti Pauli” en “Les Indes galantes” van Rameau, presenteren dirigent György Vashegyi en zijn Orfeo Orchestra en Purcell Choir, een wereldpremière van een bijzonder mooie passie van Gottfried Heinrich Stölzel. een vandaag vrijwel onbekende componist. Nochtans was Stölzel in de eerste helft van de 18de eeuw een belangrijke figuur in het muzikaal leven van Duitsland, die zelfs bij Johann Sebastian Bach in hoog aanzien stond. “Bist du bei mir”, eerder toegeschreven aan Bach, was in werkelijkheid een aria uit de opera “Diomedes” van…Stölzel.
Na de “Choralpassion” en “responsoriale Passion”, “Figuralpassion” en “motettische Passion”, componeerde men in de Duits-Lutherse wereld van de 17de – en 18de eeuw, passies in de vorm van een oratorium, de ‘oratoriumpassie’. In de oratorische passie werd de letterlijke evangelietekst afgewisseld met teksten die het evangelieverhaal becommentarieerden.
Uit de concertante “Oratorische Passion” ontwikkelde zich de oratorium passie, een oratorium dat het verhaal van de Bijbelse passie niet enkel aan de hand van Bijbelse getuigenissen verklankte, maar ook vanuit niet-Bijbelse, tekstuele elementen of geestelijke poëzie (“geistliche Lyrik”). Een eerste voorbeeld was Thomas Selle in 1642. Selle heeft toen nl. in zijn Johannes Passion, intermedia ingevoegd, die een contemplatieve functie hadden, en instrumentale partijen toegevoegd. Johann Sebastiani, de cantor van de kathedraal van Königsberg, combineerde in 1672 op zijn beurt de gebruikelijke hymnen met verzen van Johann Eccard. Ook Schützs leerling Johann Theile, voegde in 1673 in zijn Matthäus-Passion, instrumentale ritornelli en liedaria’s toe.
Zo werd de oratorio Passie gekenmerkt door vrije poëzie die de Bijbeltekst onderbrak. Kenmerken waren het Secco recitatief voor de evangelist en de solisten (de “gläubige Seelen”), begeleid door enkel het continuo-orgel (orgelpositief) en de contrabas of Violone. In het Accompagnato recitatief daarentegen, kregen de woorden van Christus een rijkere strijkersbegeleiding. Beschouwende da capo aria’s, arioso’s op basis van vrije poëzie, koren en koralen, meegezongen door de geloofsgemeenschap (de “Chistliche Kirche”), verrijkten het werk.
Gottfried Heinrich Stölzel (1690-1749) kreeg eerst pianoles van zijn vader. In 1707 werd hij student theologie in Leipzig en kreeg er muziekles van Melchior Hoffmann, de organist van de Neukirche en de leider van het plaatselijk Collegium Musicum. Van 1710 tot 1712 gaf Stölzel zelf muziekles aan adellijke families in Breslau. In 1713 kwam hij in Italië in contact met Francesco Gasparini, Vivaldi en Giovanni Bononcini. Vijf jaar later werd hij hofkapelmeester in Gera. In 1719 huwde hij en vertrok naar Gotha, waar hij de hofkapelmeester van hertog Frederik II van Saksen-Gotha-Altenburg (foto) werd. Daar schreef Stölzel verschillende muziektheoretische werken en kreeg verschillende compositie-opdrachten van het hof in Sondershausen in Thüringen (foto).
De schitterende uitvoerders zijn Ágnes Kovács, sopraan (foto), Péter Bárány, contratenor, Zoltán Megyesi, tenor, Lóránt Najbauer, bas, het Purcell Choir en het Orfeo Orchestra o.l.v. de Hongaarse klavecinist, György Vashegyi (°1970). Het oratorium werd opgenomen in de grote zaal van de Franz Liszt-Muziekacademie in Boedapest. Niet te missen!
GOTTFRIED HEINRICH STÖLZEL Ein Lämmlein geht und trägt die Schuld (Passion oratorio, 1731) Purcell Choir/Orfeo Orchestra György Vashegyi cd Glossa GCD 924006