Noel Bauldeweyn (ca. 1480 – na 1513) was een Franco-Vlaamse polyfonist uit de Renaissance, actief in de Lage Landen. Hij was een belangrijke tijdgenoot van Josquin des Prez. Jacob Obrecht componeerde in navolging van Johannes Ockeghem, hoofdzakelijk missen en motetten en was naast Josquin des Prez, één van de toonaangevende vertegenwoordigers van de Vlaamse polyfonie in de Middeleeuwen/Vroegrenaissance
Er is weinig documentatie over Bauldeweyn bekend. Hij was tussen 1509 en 1513 zangmeester in St. Rombouts in Mechelen, ter vervanging van Jean Richafort, en was daarna waarschijnlijk werkzaam in Antwerpen. Zijn functie aan de St. Rombouts was een hoogstaande positie in een kerk die een muzikaal centrum was en ook gebruikt werd door de Bourgondische hofkapel. In 1513 nam Jacques Champion de positie van Bauldeweyn in St. Rombouts over. Champion werd in 1522 kapelmeester van de Capilla Flamenca, de Vlaamse hofkapel van de Habsburgers.
De brede verspreiding van Bauldeweyns muziek in Italië, Bohemen, de Nederlanden en Spanje, suggereert dat hij gereisd heeft. De stilistische evolutie in zijn werk suggereert dat hij wellicht decennialang actief was als componist. Afgezien van een weinig gedocumenteerde biografie en de gevolgtrekkingen over zijn carrière uit zijn muziek, is er geen informatie over zijn leven bekend.
Van Noel Bauldeweyn was wel muziek aanwezig in pauselijke en Beierse archieven, in Nederlandse, Italiaanse en Spaanse koorboeken, en in de door Petrus Alamire (ca.1470-1536) aangelegde manuscriptenverzameling. Alamire componeerde en musiceerde niet alleen, in zijn atelier kopieerde hij nl. ook muziek van Vlaamse polyfonisten om die vervolgens in verluchte, gekalligrafeerde handschriften te bundelen. Tijdens het leven van Bauldeweyn werden niet meer dan vier van zijn motetten gepubliceerd. En dit door Ottaviano Petrucci in Venetië, in zijn vierde boek ‘Motetti de la corona’ uit 1519.
Bauldeweyn componeerde zowel religieuze als seculiere muziek. Zeven van zijn missen zijn bewaard gebleven. De bekendste is de Missa Da pacem Domine die lange tijd toegeschreven werd aan Josquin des Prez. Naast de zeven missen zijn er ook nog 13 motetten van hem bewaard. Geen van zijn missen werd echter gepubliceerd, behalve de vroeger aan Josquin toegeschreven Missa Da pacem Domine. De overige Missen bestaan enkel in manuscripten, o.a. in Wolfenbüttel. Een onbekend aantal composities is verloren gegaan, waaronder een mis, zoals blijkt uit een fantasia voor vihuela van Enríquez de Valderrábano, naar die Mis van Bauldeweyn, in zijn “Libro de música de vihuela intitulado Silva de Sirenas” uit 1547.
De stijl van Bauldeweyn vertoonde zowel de contrapuntische schrijfwijze van de late 15de eeuw met af en toe harde dissonantie, als de imitatie- en canon schrijftechnieken van de generatie van Josquin des Prez. De stijl van sommige van zijn nieuwste werken impliceert dat hij mogelijks langer heeft geleefd dan aangegeven door de laatste vermelding van zijn naam in St. Rombouts in 1513. Bauldeweyn gaf de voorkeur aan vijf- of zes stemmigheid, kenmerkend voor de jaren 1520 en de decennia daarna, met gevoel voor harmonie. In zijn a capella werken hield hij het stilistisch midden tussen de cantus firmustechniek van Obrecht en de dissonantie en imitatie in heel korte intervallen van Gombert, een rijke, maar stevig aangeklede textuur met transparante eenvoud, compact en geraffineerd in de opbouw van motieven.
Deze opname is de eerste cd volledig gewijd aan Bauldeweyns werk. De brede geografische spreiding van de overgebleven werken in koorboeken die behoorden tot de pauselijke en Beierse kapellen, evenals in de prachtige manuscripten afkomstig uit het atelier van Petrus Alamire, getuigen van de reputatie die Bauldeweyn onder zijn tijdgenoten genoot. Zijn motet Quam pulchra is zelfs te zien op het schilderij “Rust tijdens de vlucht naar Egypte” uit ca. 1595 van Caravaggio, nu in de Galleria Doria Pamphilj in Rome.
Op de Bauldeweyn dubbel cd staan vier Missen, de Missa en douleur en tristesse, de Missa Inviolata integra et casta es, de Missa Myn liefkens bruyn ooghen en de opvallende Missa Sine Nomine met zijn van symbolische namen voorziene, zes stemmen. Uitvoerders zijn Bart Uvyn en Kaspar Kröner (contratenor), Florian Schmitt en Jon Etxabe Arzuaga (tenor), Arnout Lems (bariton) en Joachim Höchbauer (bas). De cd werd opgenomen in het Kartuizerklooster (“Kartause”) in Mauerbach in St. Pölten-Land in Neder-Oostenrijk. “Beauty Farm”, een gezelschap opgericht in 2014 en gespecialiseerd in a capella zang uit Middeleeuwen en Renaissance, nam eerder Ockeghems Missa L’homme armé en zijn Missa Quinti Toni op. Hun Bauldeweyn cd is heel belangrijke herontdekking. Niet te missen!
Jacob Obrecht, een Vlaamse componist afkomstig uit Gent, studeerde theologie en ging kort nadat hij priester werd, naar Bergen op Zoom. In 1484 werd Obrecht leraar aan de zangschool van de kathedraal van Kamerijk en werd in 1485 benoemd tot ‘zangmeester’ aan de Sint-Donatianuskerk in Brugge. Na een eerste reis naar Ferrara op verzoek van de hertog Ercole I d’Este kreeg hij een betrekking als koormeester en later kapelmeester aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Antwerpen Vanaf oktober 1504 was Obrecht opnieuw in Ferrara. Hij volgde er nl. Josquin Des Prez op als kapelmeester. Toen op 25 januari 1505 Ercole I overleed, ontsloeg diens zoon, Alfonso I d’Este, Obrecht onmiddellijk. Na een poging in Mantua werk te vinden keerde Obrecht als priester terug naar Ferrara. In 1506 overleed hij in Ferrara hij aan de pest.
De muziek van de Renaissance leek weinig de gevaren, gruwelen en gewelddadige conflicten van zijn tijd te weerspiegelen. Muziek geschreven tijdens de Honderdjarige Oorlog of de Franse invasie van Italië geeft vandaag nauwelijks de indruk van het precair bestaan waarvan de componisten, zangers en luisteraars zich toen voortdurend bewust moeten zijn geweest.
Een parodiemis was een toonzetting van een mis, die gebruik maakte van verschillende stemmen van een bestaande compositie, zoals een fragment van een motet of een wereldlijk chanson. De twee parodiemissen van Jacob Obrecht (1457/8 – 1505) op deze opname verraden niets van de rusteloze geest van hun tijd, ondanks dat beide gebaseerd waren op modellen die verwezen naar lijden en ellende.
Op deze dubbel cd staan de “Missa Fortuna Desperata”, gebaseerd op “Fortuna desperata” van Antoine Busnois (ca. 1430-1492), de bekendste componist in Europa tussen Guillaume Dufay en Johannes Ockeghem, en de “Missa Maria zart, von edler Art”, gebaseerd op het gelijknamig, geestelijk lied “Maria zart, von edler Art, ein Rose ohn allen Dornen, du hast aus Macht her widerbracht daß vor lang war verloren”. De uitvoerders (vocale solisten) zijn Bart Uvyn (contratenor), Jon Etxabe Arzuaga en Florian Schmitt (tenor) en Joachim Höchbauer (bas). Subliem!
Bauldeweyn Masses Beauty Farm 2 cd Fra Bernardo FB 1709761
OBRECHT MASSES BEAUTY FARM 2 cd fra bernardo FB 1905157