Hoewel Dandrieu het best bekend staat als organist, verdienen zijn triosonates een prominente positie in de kamermuziek van die periode. Ze tonen een verbluffende beheersing van stijl en een diversiteit aan karakter. Dansen vol energie worden afgewisseld met “pièces de caractère” en ondeugend en onstuimig contrapunt met expressieve articulatie, frasering, ritme, zachtheid en passie.
Dandrieu publiceerde ze onder de titel Premier Oeuvre in 1705, toen hij drieëntwintig jaar oud was. De triosonate ontstond in de tweede helft van de zeventiende eeuw en Corelli, de meester van het genre, verspreidde het in heel Europa. De triosonates van Dandrieu worden gekenmerkt door de invloed van Corelli. Dandrieu noemde overigens één van zijn klavecimbelstukken “La Corelli”. Justin Taylor heeft dit stuk gearrangeerd als een “sonate a tre”.
Jean-François Dandrieu (1682-1738) werd geboren in Parijs in een familie van ambachtslieden en musici, afkomstig uit Angers. Op vijfjarige leeftijd speelde hij aan het hof reeds klavecimbel voor Élisabeth-Charlotte d’Orléans (foto), de dochter van “Monsieur”, de broer van Louis XIV en Elisabeth Charlotte (Liselotte) von der Pfalz (“Madame”). Het was het begin van een prestigieuze carrière als klavecinist en organist.
In 1704 volgde hij Nicolas Lebègue (foto) op als organist van de Saint-Merry kerk (foto’s). Het orgel van deze kerk werd in 1647 gebouwd door Germain Pilon. Dandrieu was ook organist van de nu verwoeste kerk Saint-Barthélemy op het Île de la Cité, waar hij zijn oom, de priester en organist Pierre Dandrieu (1664-1733) (foto) opvolgde, die rond 1714 een kerstboek voor orgel en klavecimbel publiceerde.
Zijn zus Jeanne-Françoise (1685-1750) volgde hem daar op. Dandrieu publiceerde in 1718, het jaar van zijn “Les Caractères de la Guerre, concert pour instruments”, een verhandeling getiteld “Principes de l’Accompagnement du Clavecin”, een belangrijk werk voor de kennis van de muziekpraktijk van die tijd. In 1721 werd hij organist van de Koninklijke Kapel. Zijn opvolger was Louis-Claude Daquin.
Op de cd staan negen voorbeelden van de Sonata da chiesa en de Sonata da camera. De term sonate da camera was afkomstig uit het Rome van de late 17de eeuw, toen Arcangelo Corelli twee verschillende vormen van een sonate componeerde. Deze werden respectievelijk bekend als “sonata da camera” en “sonata da chiesa”. De sonate da camera was in wezen een danssuite, die Corelli aanpaste aan het heersend vier-bewegingsformaat, bestaande uit een ‘preludio’ en drie dansen of verbindende bewegingen.
De dansstijlbewegingen kregen meestal namen die verwezen naar de stijl, bijv. Partita, suite, ordre, ouverture en air, zoals in Engelse herdrukken van Corelli’s kamersonates. De meest voorkomende instrumentatie van de sonate da camera was twee violen en een bas. De sonate da camera stond ook bekend als Triosonate, omwille van deze drie partijen. Soms verdubbelde een vierde speler, meestal een cellist, de basso continuo-partij. Recent onderzoek heeft echter de diversiteit aan instrumenten onthuld die gebruikt werden voor de basso continuo in het milieu van Corelli, waaronder theorbe, gitaar en orgel.
De Sonata da chiesa bestond meestal uit vier bewegingen. Er werd vaak meer dan één melodie gebruikt en de bewegingen waren qua tempo langzaam snel, langzaam en snel. De tweede beweging was meestal een fugatisch allegro, en de derde en vierde waren binaire vormen, vaak afgeleid van een sarabande en een gigue. Er wordt aangenomen dat deze sonates werden gecomponeerd om te worden uitgevoerd in religieuze ceremonies, hoewel instrumentale Sinfonias in de Sonata da chiesa-vorm vaak werden gespeeld tijdens religieuze ceremonies en tijdens de mis, meer bepaald bij het Graduale na het voorlezen van het Epistel, het Offertorium, de Elevatie en de Communie, of als Introïtus of Deo Gratias. Ook werden ze tijdens de Vespers gespeeld ter vervanging van antifonen.
Giovanni Legrenzi, Maurizio Cazzati, Alessandro Stradella en Carlo Ambrogio Lonati componeerden in de loop van de 17de eeuw Sonates da chiesa, maar één van de grootste exponenten van het genre was Arcangelo Corelli (1653-1713). Onder zijn beste composities waren 6 Sonata da Chiesa, opus 1, (vanwaar de naam van de cd), opgedragen aan koningin Christina van Zweden, die in Rome woonde. De eerste 8 van zijn 12 Concerti grossi, op.6 waren eigenlijk ook sonates da chiesa.
De jonge, Franse klavecinist van Amerikaanse origine, Justin Taylor (°1992) uit Angers, begon in zijn geboortestad als kind piano te spelen. Toen hij tien was begon hij op klavecimbel te oefenen. In 2011 studeerde hij verder aan het Centre national de musique in Parijs. Naast klavecimbel studeerde hij ook piano. In 2015 behaalde hij een master voor klavecimbel, met felicitaties van de jury. In augustus van dat jaar behaalde hij de eerste prijs in de internationale wedstrijd Musica Antiqua in Brugge en kreeg ook de publieksprijs.
Hij veroverde hetzelfde jaar Prix de l’EUBO Developping Trust voor de meest belovende Europese musicus in de barokmuziek, evenals de Prix Alpha, met als prijs een eerste opname voor dit label. Deze cd, getiteld La famille Forqueray: Portrait(s) (Alpha 247) verscheen in september 2016 en behaalde verschillende onderscheidingen. Hij heeft Le Consort opgericht, residerend in de Fondation Singer-Polignac, dat zich wijdt aan het barokrepertoire. Hij speelt verder met Orchestre Français des Jeunes Baroque, Le Poème Harmonique, en met Les Musiciens de Saint-Julien.
De vijf uitvoerders (twee plus drie), allen jonge twintigers, zijn Theotime Langois de Swarte en Sophie de Bardonneche (viool), Louise Pierrard (gamba), Hanna Salzenstein (cello) en Justin Taylor (klavecimbel en positief orgel). Allen bespelen waardevolle, historische instrumenten (een viool van François Vaillant uit 1728 en een viool van Santino Lavazza uit 1720) of kopieën (een gamba van Judith Kraft naar Nicolas of Michel Colichon en een klavecimbel van Bruce Kennedy naar een 18de eeuw, Frans model, in bruikleen van Skip Sempé). De cd werd opgenomen in de Maladrerie Saint-Lazare in Beauvais (foto). Ken Yoshida tekende voor de geluidskwaliteit. Warm aanbevolen.
OPUS 1 – DANDRIEU CORELLI Le Consort Theotime Langois de Swarte Sophie de Bardonneche Louise Pierrard Hanna Salzenstein Justin Taylor cd ALPHA542