“De muziek van Geminiani had nog één voet in de zeventiende eeuw en de andere in de achttiende eeuw. De gebruikte retoriek en architectuur waren nog steeds compatibel met de barok. Het ensemble Café Zimmerman weet dit uitstekend te verklanken.
Hoe het komt dat Francesco Geminiani tegenwoordig niet in dezelfde adem wordt genoemd als de andere grootheden van de muzikale barok, kan niet echt worden verklaard. Naast Corelli en Händel was nochtans hij het die carrière maakte in het achttiende-eeuws Groot-Brittannië. Concerto Köln is hem niet vergeten, integendeel, het vereert hem terecht als één van de groten. Uit verschillende delen van zijn oeuvre koos het ensemble hun persoonlijke favorieten: Quinianus van Geminiani. “Dit zijn de werken die wij als de mooiste en meest succesvolle composities beschouwen”, zegt fagottist Lorenzo Alpert. Bepalend voor hun interpretatie was ook het feit dat Geminiani verschillende technische en interpretatieve handboeken heeft nagelaten. “Deze rijke informatiebronnen hebben ons in staat gesteld om enkele verrassende en ongebruikelijke stilistische elementen te gebruiken bij de interpretatie van zijn Concerti Grossi”, vertelt Alpert. “Ze hebben geleid tot deze speciale en zeer persoonlijke ‘Quinta Essentia’.”
De violist Francesco Geminiani (1687-1762) (foto) studeerde viool bij de viool virtuoos Carlo Ambrogio Lonati, die in dienst was van hertog Ferdinando Carlo Gonzaga in Milaan en bij Arcangelo Corelli, en compositie bij Alessandro Scarlatti. In 1714 vertrok Geminiani naar Engeland (zijn leraar Lonati had er eerder ook gedaan), waar hij gewaardeerd werd door het Engelse hof en de aristocratie als violist, dirigent en muziekleraar. Reeds in 1714 verscheen hij met Händel in Londen. In 1715 speelde Geminiani zijn vioolconcerti voor het hof van George I, met Händel aan het klavecimbel. In het midden van de jaren 1720 werd hij vrijmetselaar in Londen, met name als een leidend lid van de kortstondige loge “Philo-Musicae et Architecturae Societas” (1725-27) in de “Queen’s Head taverne” aan Fleet Street, waar nu het mooi gebouw van “The Old Bank of England” staat. In 1733 kwam hij aan in Dublin.Graaf William Capel, 3rd Earl of Essex, nam hem onder zijn bescherming waardoor Geminiani een grote reputatie kon opbouwen. Het was trouwens deze Capel die o.a. met de gepensioneerde zeekapitein Thomas Coram, in 1739, één van de stichters was van het “Foundling Hospital for abandoned children”, waarvoor Händel zijn magistraal “Anthem for he foundling Hospital” componeerde.
Met uitzondering van twee perioden die hij in Dublin doorbracht en één periode in Parijs, verbleef Geminiani in Engeland. Hij introduceerde voor het eerst de moderne viooltechniek in Engeland. Zijn “Art of Playing on the Violin” (1751) was overigens één van de vroegste leerboeken over het vioolspel in het algemeen. In 1749 publiceerde hij in Londen een collectie songs) en mtunes, bewerkt tot sonaten voor verschillende instrumenten. Geminiani overleed in Dublin.
De bekendste composities van Geminiani zijn drie reeksen concerti grossi, Opus 2 (1732), Opus 3 (1733) en Opus 7 (1746) (er zijn in totaal 42 concerti) waarin hij de altviool als lid van de concertino-groep solisten introduceerde. Daardoor waren ze in wezen concerti voor strijkkwartet. De concerti waren contrapuntisch om tegemoet te komen aan de voorkeur van het Londens publiek dat nog steeds hield van de stijl van Corelli. Dit in tegenstelling tot de nieuwe, galante stijl die op dat moment reeds in de mode was op het continent. Geminiani herwerkte ook Corelli’s opusnummers. 1, 3 en 5 tot concerti grossi.
“Al enkele jaren”, vertelt klaveciniste Céline Frisch, “waren we geïnteresseerd in de experimenten van componisten aan de grenzen van de barokke taal. De muziek van de Bach-zonen en vooral die van Carl Philipp Emanuel, had ons al gefascineerd en we hadden dezelfde wens om ons te laten verrassen door deze van Geminiani.” “Deze muziek bracht ons op onverwachte wijze van de kerk naar het theater, van Italië tot Frankrijk, van de 17de – tot de 18de eeuw.”, voegt violist en concertmeester Pablo Valetti er aan toe.
Café Zimmermann, was een café-koffiehuis in Leipzig. Het bevond zich in het in 1717 door Christian Schellhafer, eigenaar van een herberg op de markt, gebouwd barok herenhuis (van architect Christian Döring), dat vanaf 1727 het Oertelsches huis heette. Het huis stond in de Katharinenstraße nr. 14, hoek Böttchergasse, vlakbij het marktplein. De Katharinenstraße was met zijn barokke gebouwen in de 18e eeuw heel bekend in Leipzig.
Het koffiehuis werd beheerd door Gottfried Zimmermann. Daar vergaderde vanaf 1723 het Leipzigse Collegium Musicum, dat Georg Philipp Telemann in 1702, als student rechten, had opgericht. Van 1729 tot 1739 leidde Johann Sebastian Bach het Collegium Musicum en voerde er veel van zijn seculiere cantaten en instrumentale muziek uit. De concerten eindigden met het overlijden van Zimmermann in 1741. Ze worden beschouwd als de voorlopers van de Gewandhaus-concerten, die startten met de oprichting van de muziekmaatschappij “Großes Concert” in 1743.
De zaal van het Café bood plaats aan grotere ensembles, zelfs met trompetten en pauken, en aan ongeveer 150 personen in theateropstelling. In 1999, richtte de violist Pablo Valetti, samen met de klaveciniste Céline Frisch, naar de naam van deze historische locatie, het ensemble Café Zimmermann op, dat gespecialiseerd is in de historische uitvoeringspraktijk van barokmuziek. Op de cd Quinta Essentia staan de Concerti grossi op. 2 Nr. 1 & 2; op. 3 Nr. 1; op. 4 Nr. 2; op. 5 Nr. 5 & 6; op. 7 Nr. 2 & 6 Grandioze, gedreven uitvoeringen.Niet te missen!
GEMINIANI CONCERTI GROSSI, OP.7 Café Zimmermann cd ALPHA 396