Gottfried Finger (ca.1656-1730) was een Moravische barokcomponist. Hij was een virtuoos op de gamba, en veel van zijn composities waren bedoeld voor dit instrument. Hij componeerde weliswaar ook opera’s. Finger werd geboren in Olomouc en werkte voor het hof van James II van Engeland voor hij een freelance componist werd.
Het feit dat Finger een kopie bezat van de partituur van het “Chelys” (suites voor gamba) uit 1686 van de Vlaamse componist Carolus Hacquart, suggereert dat de twee componisten mogelijks hebben samengewerkt in Engeland. Na een wedstrijd in Londen om William Congreve’s “The Judgement of Paris” te toonzetten als een opera, waarin Finger op de vierde plaats eindigde, verliet hij Engeland en verhuisde naar Duitsland en overleed in Mannheim.
Hij werd kamermusicus in Wroclaw en na 1702 werkte hij aan het hof in Berlijn als kamermusicus. Vanaf 1707 was hij lid van de hofkapel van de keizerlijke gouverneur in Innsbruck, wiens concertmeester hij was vanaf 1708. Gottfried Finger behield waarschijnlijk deze positie tot zijn overlijden, zelfs toen het hof in 1717 naar Neuburg an der Donau verhuisde, naar Heidelberg in 1718 en naar Mannheim in 1720. In 1723 was hij overigens nog steeds lid van het hoforkest van Mannheim.
De multi-instrumentalist en componist Gottfried Finger wordt vaak aangetroffen in de voetnoten in de geschiedenis van de muziek, maar tijdens zijn leven konden maar weinig andere componisten opscheppen over het aantal primeurs en mijlpalen in zijn carrière. In een gevarieerde en actieve carrière van meer dan een halve eeuw kruiste hij de weg met enkele van de toonaangevende componisten van zijn tijd (Biber, Purcell, Telemann, Silvius Leopold Weiss en misschien François Couperin, om er maar een paar te noemen).
Finger kon gemakkelijk schakelen tussen trouwe versies van de dominante Franse en Italiaanse stijlen, maar dankzij zijn ervaringen in zulke brede geografische gebieden, verschillende muziekstijlen, talen en culturen, was zijn primaire stijl een echt pan-Europees fenomeen. Hoewel Italiaanse muziek zijn belangrijkste inspiratiebron was, is het moeilijk om Finger consequent toe te wijzen aan elke vorm van nationale stijl of regionale school. Deze cd presenteert premières van twaalf stukken uit de tweede helft van zijn carrière en toont een aantal van de adembenemende voorbeelden uit zijn oeuvre en zijn specifieke kracht in behendige omgang met instrumentale sonoriteiten en virtuositeit. Heel bijzonder.
Tracklist :
“Come All, with Moving Songs Prepare” (proloog tot The Loves of Mars and Venus)
Sonata a tre chori in C
Sonata a 5 in Bes
Chaconne a 4 in G
The Mourning Bride
Sonata a 6 in C
Chaconne a 5 in G
Concerto a 6 in F
Fantasia in sol klein
Sonata a 6 in D
Sonata 9 in sol klein
“Morpheus, Gentle God” (uit “Alexander the Great”)
De vocale uitvoerders zijn David Lee (tenor), Jon Williams (bas), Ciara Hendrick (alt), en Emily Atkinson (sopraan), samen met The Harmonious Society of Tickle-Fiddle Gentlemen o.l.v. Robert Rawson (bas en gamba). “The Harmonious Society of Tickle-Fiddle Gentlemen” ontleent zijn naam aan het oorspronkelijk ensemble dat vanaf 1678 de eerste openbare concerten in Londen gaf, en dat tot ver in het midden van de achttiende eeuw bleef samenkomen. De leden van de groep zijn leidende figuren op het gebied van instrumentatie in het VK en Europa, en bieden programma’s die voortbouwen op recent en origineel onderzoek.
Een prachtige cd die een heuse meerwaarde biedt voor de receptie van Europa’s muzikaal erfgoed. Warm aanbevolen.
Gottfried Finger Music for European Courts and Concerts The Harmonious Society of Tickle‐Fiddle Gentlemen, Robert Rawson cd Ramée RAM1802