Cristóbal de Morales was één van de grootste componisten van het midden van de 16de eeuw. Na in Sevilla op uitzonderlijk vroege leeftijd als koorknaap aan de kathedraal te zijn opgeleid door Pedro Fernández de Castilleja en Francisco de Peñalosa, specialisten van Nederlandse polyfonie, werd Morales in 1526 kapelmeester van de kathedraal van Ávila.
Van 1529 tot 1531 was de Morales (ca.1500-1553) verbonden aan de kathedraal van Plasencia in de provincie Cáceres in Extremadura. Omstreeks 1535 ging hij naar Rome, waar hij zanger werd aan de pauselijke kapel. Daar bleef tot 1545 in dienst van het Vaticaan. Na zijn verblijf in Italië keerde hij naar Spanje terug, waar hij opeenvolgende betrekkingen had. In o.a. Toledo volgde hij Andrés de Torrentes op en was er de leraar van de jonge Francisco Guerrero. De laatste levensjaren bracht Morales door in Marchena in de Spaanse provincie Sevilla, in dienst van de hertog van Arcos en vervolgens in Málaga, waar hij kapelmeester van de kathedraal (foto) was.
De bekendheid en invloed van Cristóbal de Morales waren enorm in zijn eigen tijd. Meer dan 70 afdrukken vóór 1600 bevatten enkele van zijn composities. De werken van de musicus uit Sevilla waren niet alleen een essentieel onderdeel van het repertoires van de belangrijkste kerken en kathedralen van Spanje en Amerika tot het einde van de moderne tijd, maar ze genoten ook buitengewoon prestige onder theoretici en historici. Hij werkte alleen voor korte periodes in Spanje en zijn naam blijft verbonden aan het decennium dat hij doorbracht aan de pauselijke kapel van paus Paulus III, van 1535 tot 1545.
In Rome vervulde hij zijn verantwoordelijkheden als cantor naast collega’s zoals Costanzo Festa, Jacques Arcadelt en Juan Escribano. Morales was vooral geïnteresseerd in teksten voor de vastentijd, waaronder de viering van Aswoensdag en de zondagen van Septgramsima, Sexagesima en Quinquagesima. La Grande Chapelle profiteert hier ten volle van het uitgebreid aantal van deze motetten op liturgische teksten voor de Vastentijd, om op een schitterende wijze een groot componist te eren.
“La Grande Chapelle” is een Spaans vocaal en instrumentaal ensemble van Oude religieuze muziek, opgericht in 2005. Hun naam is ontleend aan de muziekkapel in Bourgondië, waaraan musici/componisten als Nicolás Gombert, Philippe Rogier, Pierre de La Rue en Mateo Romero verbonden waren. De Catalaanse musicoloog Albert Recasens volgde zijn vader, de dirigent Ángel Recasens, na zijn overlijden in augustus 2007, op als directeur van het ensemble. Wat met vader Recasens en zijn Capilla Príncipe de Viana begon, het uitvoeren van Spaanse muziek uit de Gouden Eeuw, wordt nu door de zoon voortgezet met “La Grande Chapelle”, Lauda is daarbij hun eigen label.
Op de cd staan 15 meesterlijke motetten van Morales, Circumdederunt me a 5; Simile est regnum coelorum/Cum sero autem factum esset a 4; Cum turba plurima a 4; Immutemur habitu/Iuxta vestibulum a 4; Inter vestibulum et altare a 4; Emendemus in melius a 5; Clamabat autem mulier/At illa venit a 5; Quanti mercenarii/Pater Peccavi a 6; Lamentabatur Iacob a 5; Accepit Iesus panes a 4; Peccantem me quotidie a 4; O Crux ave spes unica a 5; Stabant autem a 4; Vigilate et orate a 4, en Per tuam crucem/Miserere nostri a 4.
Cristóbal de Morales Lamentabatur Iacob La Grande Chapelle Albert Recasens cd Lauda LAU019