Dit is een unieke verzameling geremasterde audiodocumenten van de geniale Sovjet-componist als pianist, die tussen 1946 en 1958 door Melodiya voor het nageslacht is vastgelegd. De box bevat pianocomposities, kamermuziek, twee concerti en een symfonie.
Op de eerste twee cd’s hoort u Sjostakovitsj (Nederl. spelling) zelf, zijn preludes en fuga’s op. 87 spelen. Na de Tweede Wereldoorlog was hij Ruslands meest prominente componist die nog steeds uitgekozen werd om naar het buitenland te reizen als cultureel ambassadeur van Sovjet-Rusland. Eén van die reizen ging in 1950 naar Leipzig om er een festival ter gelegenheid van de tweehonderdste sterfdag van Johann Sebastian Bach bij te wonen.
Sjostakovitsj werd gevraagd om deel te nemen in het jurypanel van de eerste Internationale Bach Wedstrijd. Eén van de deelnemers was de 26-jarige Tatiana Nikolayeva (1924-1993) (foto), een leerlinge van de legendarische Alexander Goldenweiser (ook de leraar van o.a. Lazar Berman) aan het conservatorium in Moskou. Hoewel het niet toegestaan was volgens de regels, had ze zich voorbereid om elk van de 48 stukken uit Bachs “Wohltemperiertes Klavier” te spelen. Ze behaalde de eerste prijs.
Hierdoor geïnspireerd begon Sjostakovitsj aan het componeren van zijn eigen cyclus van 24 preludes en fuga’s. Het kostte hem gemiddeld drie dagen om één stuk te componeren. Elke keer als hij een nieuw deel had gecomponeerd, nodigde hij Nikolayeva uit om het te spelen. De complete cyclus werd gecomponeerd tussen oktober 1950 en 25 februari 1951. Sjostakovitsj droeg het werk op aan Nikolayeva, die ook de première verzorgde in Leningrad op 23 december 1952. In 1959 werd Tatiana Nikolayeva docente aan het conservatorium van Moskou. Op 13 november 1993 werd zij tijdens een concert in San Francisco getroffen door een hersenbloeding. Zij was niet meer in staat haar concert af te maken en overleed negen dagen later in Santa Monica.
Sjostakovitsj begon met het componeren van de andere reeks preludes op. 34 in december 1932, kort na het voltooien van zijn opera “Lady Macbeth van het district Mtsensk”. Hij voltooide de cyclus in maart 1933 en speelde ze zelf in première in Moskou in mei van hetzelfde jaar. Hij componeerde de preludes grotendeels om terug te keren naar het openbaar concertleven. Hij was nl. gestopt met optreden in 1930, nadat hij in 1927 op de internationale Chopin-pianowedstrijd, niet bij de eersten was geëindigd. De Preludes werden voor het eerst gepubliceerd in 1935, twee jaar na hun première.
De belangrijkste bonus van de set is de uitvoering van de Vioolsonate, uitgevoerd door de componist en David Oistrakh, in 1968 opgenomen in het appartement van Sjostakjovitsj. De vierhandige pianotranscriptie van de tiende symfonie, in 1954 opgenomen samen met de uitstekende componist Mieczyslaw Weinberg is al even bijzonder. Sjostakovitsj nam concerten, kamerensembles en vocale cycli op met enkele van de grootste 20e-eeuwse muzikanten zoals Daniil Shafran, Nina Dorliak, Zara Dolukhanova, Alexei Maslennikov, Maxim Sjostakovitsj en het Beethoven Quartet. “Het was een componist die speelt, maar niet elke componist speelt zo”, schreef Nikolai Malko, de tijdgenoot van Sjostakovitsj en dirigent, over zijn pianistische stijl.
Sjostakovitsj was nl. een muzikaal wonderkind, als pianist en componist. Hij begon op 9-jarige met pianolessen en op 13-jarige leeftijd studeerde hij aan het conservatorium van Sint-Petersburg. Als 16-jarige speelde hij piano in filmhuizen en vaudevilletheaters, om in het levensonderhoud van zijn familie te voorzien. Op 19-jarige leeftijd vierde hij triomfen bij de première van zijn 1ste symfonie, waarmee hij met lof afstudeerde aan het Conservatorium van Sint-Petersburg, waar hij studeerde bij Alexander Glazoenov en Maximilian Steinberg. De symfonie werd meteen uitgevoerd door Bruno Walter in Berlijn en Leopold Stokowski in Philadelphia!
Toen Sjostakovitsj een student was aan het Leningrad-conservatorium, kreeg hij pianoles van Leonid Nikolayev (1878-1942), een ex leerling van Sergei Taneyev en Mikhail Ippolitov-Ivanov. Veel uitstekende pianisten, onder wie Vladimir Sofronitsky, Maria Yudina en Pavel Serebryakov, waren zijn studenten. Als pianist voerde Sjostakovitsj recitals uit en behaalde hij in 1927 een eervolle vermelding op de eerste Internationale Chopin Wedstrijd in Warschau. Later beperkte hij zich weliswaar tot het uitvoeren van zijn eigen muziek. Sjostakovitsj bleef als pianist publiekelijk optreden tot het midden van de jaren zestig, toen hij het podium moest vermijden vanwege een handziekte.
Los van het feit dat u hier Sjostakovitsj zelf hoort spelen, bevat de box een aantal minder bekende tot onbekende werken. De drie Fantastische Dansen, op. 5 (mars – Allegretto, Waltz – Andantino en Polka – Allegretto), bv. is de vroegste pianocompositie van Dmitri Sjostakovitsj, gecomponeerd in 1922 toen hij 16 jaar oud was. “Children’s Notebook” (op. 69) is een set van zeven solostukken voor piano uit 1944–1945. De selecties werden gekozen uit stukken die de componist voor zijn dochter Galina had geschreven voor haar pianostudies. Slechts zes van hen werden in 1945 oorspronkelijk gepubliceerd onder deze titel. Het zevende stuk (“Verjaardag”, gecomponeerd voor de negende verjaardag van zijn dochter in 1945) werd pas in 1983 aan de collectie toegevoegd. Het zesde stuk in de set (“Clockwork Doll”) weerspiegelt het motief dat wordt gebruikt in de eerste compositie van Sjostakovitsj, zijn Scherzo voor orkest in fis klein (op. 1). “Verjaardag” (het zevende stuk) begint met een motief dat het fanfare-motief vooraf schaduwt van het begin van Sjostakovitsj’ Festival Ouverture (op. 96). Sjostakovitsj toonde weliswaar niet echt interesse in het componeren met pedagogische doeleinden of het geven van pianolessen. Zijn acht jaar oude dochter Galina begon piano te spelen. De componist beloofde zijn dochter dat zodra ze het ene stuk beheerste, hij een ander zou componeren. Sjostakovitsj nam ze allemaal op tijdens het Praags Lentefestival van 1947.
“From Jewish Folk Poetry”, op. 79, een liedcyclus voor sopraan, mezzosopraan, tenor en piano gebruikt teksten uit de verzameling Joodse volksliederen, samengesteld door I. Dobrushin en A. Yuditsky, uitgegeven door Y. M. Sokolov (Goslitizdat, 1947). Het stuk werd gecomponeerd in de herfst van 1948, na de opzegging van Sjostakovitsj in het Zhdanov-decreet van dat jaar. De situatie van de componist en het antisemitisme van die tijd maakten een openbare première onmogelijk tot 15 januari 1955, toen het werd uitgevoerd door Shostakovich zelf met Nina L’vovna Dorliak, Zara Dolukhanova en Alec Maslennikov. Voor de première ontving het werk een aantal privé-uitvoeringen. De cyclus is een van de vele werken van Sjostakovitsj waarin hij elementen van Joodse muziek verwerkte. Hij zei dat hij aangetrokken werd door “een vrolijke melodie op droevige intonaties”.
“The Golden Age/Het Gouden Tijdperk” (“Zolotoi vek”), op. 22, is een ballet in drie akten en zes scènes naar een libretto van Alexander Ivanovsky. Gechoreografeerd door Vasili Vainonen (eerste akte), Leonid Jacobson (tweede akte) en V. Chesnakov (derde akte) ging het ballet in première op 26 oktober 1930 in het Kirov-theater. Het werk werd achttien keer uitgevoerd en werd aanvankelijk gecensureerd vanwege de opname van moderne, Europese dansstijlen.
Het ballet is een satirische kijk op de politieke en culturele verandering in het Europa van de jaren 1920. Het volgt een Sovjet voetbalteam in een westerse stad waar ze in contact komen met veel politiek incorrecte slechte karakters zoals de Diva, de fascist, de agent Provocateur, de neger en anderen. Het team wordt slachtoffer van politie-intimidatie en onterechte gevangenneming door de slechte burgerij. Het team wordt bevrijd uit de gevangenis wanneer de lokale arbeiders hun kapitalistische heren omverwerpen. Het ballet eindigt met een dans van solidariteit tussen de arbeiders en het voetbalteam. Sjostakovitsj zelf een zeer enthousiaste voetballiefhebber, zou de uitdrukking “voetbal is het ballet van de massa” hebben bedacht.
Inhoud van de box :
-Cellosonate in re klein, op. 40
-Children’s Notebook, op. 69
-Concertino voor twee piano’s, op. 94
-Fantastic Dances (3), op. 5
-From Jewish Folk Poetry, op. 79/79a
-Pianoconcerto nr. 1 in do klein voor piano, trompet & strijkers, op. 35
-Pianoconcerto nr. 2 in F, op. 102
-Pianokwintet in sol klein, op. 57
-Pianotrio nr. 2 in mi klein, op. 67
-Polka uit “The Golden Age”, op. 22
-24 Preludes & Fuga’s voor piano, op. 87
-24 Preludes voor piano, op. 34
-Symfonie nr. 10 in mi klein, op. 93 (arrangement voor twee piano’s)
-Vioolsonate, op. 134
De uitvoerders/solisten zijn Dmitri Shostakovich, piano, Iosif Volovnik, trompet, Daniil Shafran, cello, David Oistrakh, viool, Maxim Shostakovich, piano, Miloš Sádlo, Nina Dorliak, sopraan, Zara Dolukhanova, alt, Aleksei Maslennikov, tenor en Mieczysław Weinberg, piano. De dirigenten zijn Alexander Gauk en Samuil Samosud. In de uitvoering van zijn Pianokwintet, speelt Sjostakovitsj samen met het Beethoven Kwartet. De beide Pianoconcerti, opgenomen in de grote zaal van het conservatorium in Moskou, worden uitgevoerd door het Filharmonisch Orkest van Moskou en het Radio Symfonie Orkest van Moskou. Vijf cd’s van onschatbare waarde!
Shostakovich Plays Shostakovich 5 cd Melodiya MELCD1002596