Pi-Hsien Chen speelt “Partiten” van Bach op het label Phil harmonie.

Herinnert u zich nog de Koningin Elisabethwedstrijd van 1972? Toen won Valery Afanassiev (°1947), werd Emanuel Ax 7de, Cyprien Catsaris 8ste, en eindigde een pianiste uit Taiwan, toen nog Formosa,  12de. Haar naam was Pi-Hien Chen. Zij heeft een cd uitgebracht met de zes partita’s van Johann Sebastian Bach. Wat moeten we ons bij een partita voorstellen? “Partita” is de afkorting van “Forma Bipartita”, een eendelige maar  tweeledige vorm (A-A’ of A-B). Tegen het einde van de eerste episode wordt van tonica naar dominant gemoduleerd, in de tweede episode wordt terug gemoduleerd naar de tonica. De tweede episode (B)  is vaak een variatie van de eerste episode. Een partita werd ten tijde van Bach een ander woord voor  suite oftewel een “Tanzfolge” of een “Variationsreihe”.

De meeste dansen in de Baroksuiten waren gecomponeerd in de “Forma Bipartita”. Uit deze partitavorm ontstonden bij Domenico Scarlatti (1685-1757) de eerste Essercizi  en uit de thematische uitbreiding van de tweede episode, ontwikkelde zich later de bi-thematische, klassieke sonatevorm. Bach publiceerde zijn zes partita’s in 1731 als zijn Clavier-Übung I. De klavierwerken waren bedoeld om kennis te nemen van zowel compositorische als  uitvoeringstechnische elementen. Een soort van studies dus, meer bepaald voor liefhebbers van klaviermuziek. Ze kregen later hun plaats in de Bach-catalogus (Verzeichnis) onder de nummers BWV 825/830. De “Clavierübung”, “Denen Liebhabern zur Gemüths Ergoetzung verfertiget von  Johann Sebastian Bach”, aldus de vervolledigde titel op de editie van de zes” Partitas “in 1731, werd door Bach op eigen kosten gepubliceerd om zijn naam als klaviercomponist te vestigen. Het was het hoogtepunt van de traditionele suite met zijn verschillende dansen naar Italiaanse en Franse modellen,  uitgewerkt tot een Duitse, meer contrapuntische vorm.

Toen Bach in 1726 de eerste partita onder deze titel uitbracht was hij nog maar pas benoemd tot cantor in Leipzig als opvolger van Johann Kuhnau (1660-1727). Kuhnau, de componist van de “Musicalische Vorstellung einiger biblischer Historien“, had in 1689 en 1692 zijn Neuer Clavier-Übung Erster Theil en Andrer Theil gepubliceerd.  Elk “Theil” bevatte zeven partita’s. Het componeren van klavierstudies kwam in de eerste helft van de 18de eeuw volop op gang. In navolging van Johann Krieger (1651-1735) die zijn “Sechs Musicalische Partien für Klavier” in 1697 en zijn “Anmuthige Clavier-Übung” in 1699 publiceerde, publiceerde Scarlatti in 1738 zijn Essercizi, en Telemann in 1740, zijn Essercizi musicali. Het samenstellen en uitgeven van series klavierwerken kwam in die tijd in de mode. Telemann componeerde  in 1728  “Der Getreue Musick-Meister” en in 1733 publiceerde hij  zijn “Musique de Table”.

Bachs partita’s verschenen tussen 1726 en 1730. Eerdere versies van de 3de– en 6de partita waren reeds eerder verschenen in het “Notenbüchlein für Anna Magdalena Bach”. In 1726 droeg Bach zijn eerste partita, zijn “geringe musicalische Erstling aus unterthänigster Devotion, die erste Frucht, die meine Saiten bringen”, op aan Emanuel Ludwig, de pasgeboren zoon van zijn gewezen broodheer, Leopold von Anhalt-Köthen. De delen van de partita’s werden naar het model van de Franse suite gecomponeerd. De Franse suite had zijn plaats in de Duitse steden en vorstendommen rond 1700 verworven. De “Ordres” van Louis Couperin waren het voorbeeld voor Johann Jakob Froberger (1616-1667) en Bach zelf nam die volgorde over in zijn  Franse suites.

De naam “Engels” verwijst naar een anonieme Engelse edelman die aan Bach opdracht zou hebben gegeven tot het componeren van de suites, noemde Albert Schweitzer de partita’s “Duitse suites”. De gebruikelijke, Franse indeling van de klaviersuite bestond uit een reeks gestileerde dansen volgens het patroon allemande-courante-sarabande-gigue, met mogelijke invoeging na de sarabande van een air of een menuet. Bach was weliswaar zo vindingrijk dat hij de dansen afwisselde met  modieuze, galante genrestukken als capriccio, burlesca, scherzo, rondeaux, passepied en gavotte. Bachs partita’s waren een mengeling van de Italiaanse en de Franse stijl. Ze gaan niet verder dan driestemmigheid. Driestemmige inventie (praeludium tot de 1ste partita), een soort van perpetuum mobile (Allemande van de 1stepartita), een sarabande zoals men ze bracht in Versailles (Sarabande uit de 1stepartita), Menuetten in de stijl van Rameau, of grote virtuositeit (in de Gigue van de 1ste partita).

Daarnaast een arioso boven een basso continuo en de combinatie van een ouverture à la Française en een Italiaanse sinfonia, een air afgewisseld met een duo (sarabande uit de 2de partita), rondeaux in de stijl van de Franse klavecinisten, een fantasie als tweestemmige inventie, contrapuntisch en complex van ritme, een gigue als driestemmige fuga. Een praeambulum in geïmproviseerde toccatastijl (5de– en 6departita), een sarabande uitgewerkt als sonatevorm met twee thema’s, compleet met expositie en modulaties in de doorwerking (sarabande uit de 5departita), een air met basso continuo als contrapuntische tegenmelodie. Om u maar een idee te geven van hun rijkdom.

Bach partita’s hielden het midden tussen “Gebrauchsmusik” en “Unterhaltungsmusik”. Zijn partita’s vormden daarvan zijn compendium, de “Verdichtung” en “Vergeisterung” van de Klavierkunst. “Gespräche der Musik mit sich selbst”, experimenteel en humoristisch. Sarabanden werden bij Bach muzikale meditaties. Genrestukken kregen een contrapuntische spiritualiteit en werden ironische gesprekken met de traditie.

Om dit alles tot uitdrukking te brengen moet u heel wat in uw mars hebben. De partita’s worden gespeeld en opgenomen op klavecimbel of op piano. Denk aan Glenn Gould op Sony, Maria João Pires op DGG, Gianluca Luisi (OnClassical, 2005–07), Murray Perahia (Sony, 2008 and 2009), Vladimir Ashkenazy (Decca, 2010), Martha Argerich (Verbier Festival, 2008), Richard Goode (Nonesuch, 2003) of Dinu Lipatti (EMI Classics, 1999). We hebben dus keuze.

Verkiest u klavecimbel dan kan u ondertussen kiezen uit de opnamen van András Schiff (Decca, 1985 and ECM 2009), Angela Hewitt (Hyperion, 1997). Blandine Verlet, (Philips, 1978), Kenneth Gilbert, (Harmonia Mundi, 1985), Trevor Pinnock, (Archiv, 1985), Huguette Dreyfus, (Denon, 1986), Gustav Leonhardt, (Virgin, 1986), Scott Ross, (Erato, 1988), Christophe Rousset, (L’Oiseau-Lyre, 1992), Andreas Staier, (Deutsche Harmonia Mundi, 1993) of  Pieter-Jan Belder, (Brilliant Classics, 1999). Gustav Leonhardt nam daarenboven de partita’s twee keer op. De eerste keer was eind jaren ‘60 voor BASF harmonia mundi (helaas niet op cd verschenen), en in 1986 speelde Leonhardt ze op een kopie van een  klavecimbel uit 1755 van Nicholas Lefebvre. Christophe Rousset nam ze op, op een historisch klavecimbel van Jean-Henri Hemsch uit 1751. Niet te missen trouwens.

Chen speelt telkens twee delen na de respectievelijke sarabandes (Partitas IV en VI). Dit is gebaseerd op het onderzoek van Kenneth Gilbert, die betoogde dat de omgekeerde volgorde werd toegepast vanwege het drukken in die tijd met betrekking tot het omslaan van de pagina’s.  Welke delen beluistert u best eerst? Wel, de nummers 4, 5 en 6 uit de eerste partita, 3 en 7 uit de tweede partita, 1, 2, 5 en 7 uit de derde, 1, 2, 3 en 7 uit de vierde, 3 en 5 uit de vijfde, en 3 en 7 uit de zesde partita.

Pi-Hsien Chen (°1950) werd geboren in Taiwan en studeerde bij Hans-Otto Schmidt-Neuhaus in Keulen en bij Hans Leygraf aan de Musikhochschule Hannover, en volgde masterclasses bij Tatjana Nikolajewa, Geza Anda, Wilhelm Kempff en Claudio Arrau. Op haar 21ste won ze de eerste prijs op de ARD-Internationale Pianowedstrijd in München, later ook van de Schoenberg in Rotterdam en van het Bach-Concours in Washington. Ze trad op met het London Symphony Orchestra, het BBC Symphony Orchestra, het Concertgebouw Orchestra, het Zürich Tonhalle-Orchestra en het Duits Radio-Symfonie Orkest, o.l.v. Bernard Haitink, Paul Sacher, Sir Colin Davis, Charles Dutoit, Marek Janowsky, Hans Zender en Peter Eötvös.

Sinds 2004 geeft ze les aan de Musikhochschule in Freiburg en legt ze zich toe op de uitvoering van 20ste eeuwse pianomuziek (Schoenberg, Messiaen, Barraqué, Boulez). Chen was professor piano aan de Hochschule für Musik Köln en sinds 2004 bekleedt ze een soortgelijke functie aan de Hochschule für Musik in Freiburg. Ze is ook gastprofessor aan het Institute of Music van de National Chiao Tung University.Johann Sebastian Bach Partiten Pi-Hsien Chen 2 cd Phil harmonie PHIL-06015

https://www.stretto.be/2019/03/06/partitas-van-bach-schitterend-gespeeld-op-piano-door-shoshana-telner-op-het-label-centaur/

https://www.stretto.be/2019/08/29/zur-gemuhts-ergoetzung-verfertigt-von-johann-sebastien-bach-partitas-gespeeld-op-piano-door-igor-levit-op-het-label-sony-meesterlijk/