Niemand kon zich voorstellen dat al die betoverde schoonheid verloren zou gaan. Agnès Poirier, “Notre-Dame, De ziel van Frankrijk”, uitgegeven door Spectrum, en Ken Follet, “Notre-Dame, een beknopte geschiedenis van de beroemde kathedraal”, uitgegeven door Meulenhoff.
In april 2019 dreigde de beroemde Parijse kathedraal Notre-Dame verslonden te worden door een hevige brand. Agnès Poirier wijdde er een uitgebreid verhaal aan en in zijn kort maar betoverend boekje, beschreef Ken Follett zijn persoonlijke reactie op het nieuws dat één van de mooiste kathedralen ter wereld misschien wel helemaal verwoest zou worden en voor altijd zou verdwijnen!
“Door mijn keukenraam”, zo vertelt Agnès poirier, “zag ik felgele spiralen van rook de lucht in kringelen. Ik rende de trappen af naar de Quai de la Tournelle en stond pal tegenover het zuidelijke roosvenster van de Notre-Dame, de rode en oranje vlammen die uit het dak omhoogsprongen, de oorverdovende stilte van de menigte, de verbijsterde blikken in de ogen van de mensen, de afschuwelijke schoonheid van het moment, betraande wangen, lippen die een stil gebed vormden, de exacte, doelgerichte bewegingen van brandweerlieden die plotseling leken te zijn getransformeerd tot chirurgen op een slagveld, de brandende fakkel van de torenspits die elk moment kon instorten, de middeleeuwse stenen met hun roze teint afgetekend tegen de koningsblauwe hemel, de zwarte rook die opsteeg uit de noordelijke toren.”
Wereldwijd werden foto’s gedeeld en richtten mensen hun steunbetuigingen aan de Fransen terwijl ‘hun’ Notre-Dame in vlammen opging. Maar waarom raakte specifiek deze brand zoveel mensen? Wat maakt ‘Onze Dame van Parijs’ tot de ziel van een land en een symbool van menselijke prestaties? Wat maakt dat een bouwwerk uit de twaalfde eeuw nog altijd zoveel mensen kan ontroeren?
Agnès Poirier en Ken Follet doken beiden in de geschiedenis van de wereldberoemde Notre-Dame, op zoek naar antwoorden. Ze begonnen hun zoektocht bij het leggen van de eerste steen in 1163 en verdiepten zich in de bekering van Hendrik IV tot het katholicisme en de kroning van Napoleon. Beiden nemen de lezer mee naar de 19deeeuwse campagne van Victor Hugo om de kathedraal te behouden, naar Baron Haussmanns stadshervormingen waarbij ruimte rondom de kathedraal werd vrijgemaakt, en de bevrijding in 1944. Daarnaast gaan ze dieper in op de wereldberoemde film uit de jaren ’50 over de klokkenluider die de kathedraal ook bij een jong publiek onder de aandacht bracht en de staatsbegrafenis van Charles de Gaulle, om tot slot weer uit te komen in onze eigen tijd.
“De Notre-Dame is altijd veel meer geweest dan een kathedraal, een plaats waar katholieken hun geloof belijden en een prachtig monument met glas-in-loodramen uit de dertiende eeuw”, schrijft Agnès poirier. “De Notre-Dame”, zo vervolgt ze, “is een van de grootste architectonische prestaties van de mensheid, het aangezicht van onze beschaving en de ziel van een natie. Ze is zowel gewijd als wereldlijk, gotisch als revolutionair, middeleeuws als romantisch. Ze was altijd een plaats van gemeenschap, een veilig heenkomen voor iedereen, gelovigen en atheïsten, katholieken en anders gezinden. Victor Hugo en zijn gebochelde klokkenluider maakten van de Notre-Dame een heldin voor de hele wereld en redden haar van de vreselijke verwaarlozing waaraan ze tweehonderd jaar eerder ten prooi was gevallen.
Ze herrees in de jaren zestig van de 19de eeuw in schoonheid dankzij de architect Eugène Viollet-le-Duc, een kenner van middeleeuwse kunst die de Notre-Dame opnieuw uitvond en haar een perfect passende torenspits schonk. Dankzij nieuwe kunstvormen als fotografie en film werd ze een internationaal icoon, een personage van vlees en bloed, net als Quasimodo, Esmeralda en de monsterlijke, maar ontwapende waterspuwers die haar gevel sieren. De liefde voor de Notre-Dame, een levend wezen vermomd als een gotische kathedraal, wordt doorgegeven van generatie op generatie.”
‘Notre-Dame: De ziel van Parijs’ brengt een hommage aan Maurice de Sully, de boerenzoon die bisschop van Parijs werd en leiding gaf aan de bouw van de kathedraal aan het einde van de 12de eeuw. We zullen ook Hendrik IV ontmoeten die zich, toen hij besefte dat hij niet tegen de wil van Parijs in kon regeren, bekeerde tot het katholicisme, zijn respect uitsprak voor de Notre-Dame en verzoening teweegbracht in een land dat dertig jaar lang verscheurd was geweest door de oorlog tussen protestanten en katholieken. Lodewijk XIII droeg zijn kroon en het lot van Frankrijk op aan de Heilige Maagd Maria in de Notre-Dame, en zijn zoon, Lodewijk XIV, de Zonnekoning, vervulde de gelofte van zijn vader. De marmeren piëta van Nicolas Coustou, die wordt geflankeerd door beelden van die twee koningen, geknield, had zwaar getroffen kunnen worden door brokstukken van de spits en het gewelf, maar doorstond de brand ongeschonden.
Hun verhaal is chronologisch opgevat rond bepaalde jaartallen en daaraan verbonden figuren. Na “1594 en 1638 – De Bourbons (‘Parijs is wel een Mis waard!’)”, volgen “1789 – Rede, het opperwezen”, “1804 – De kroning van Napoleon”, “1831 – Victor Hugo’s roman”, “1844 – Viollet-le-Duc, “1865- Haussmann”, “1944 – De Gaulle en de bevrijding”, “2013 – De klokken van de Notre-Dame” en “2019-De strijd om de reconstructie”.
Beide boeken vormen een prachtig eerbetoon aan één van de meest kenmerkende en geliefde bouwwerken van de Europese beschaving en zijn een eerbetoon aan alle kathedralen, geschreven door twee geëngageerde auteurs die de Notre-Dame als niemand anders kennen. Met haast fotografische beschrijvingen van het monument, weten beiden in een goed verteld verhaal, de unieke sfeer te vangen die de kathedraal zo bijzonder maakt.
Net als Agnès Poirier, vertelt ook Ken Follet het verhaal van de kathedraal, van de constructie tot aan de verschillende functies die ze door de tijd heen vervulde. Beide auteurs, Poirier heel uitvoerig en Follet aantrekkelijk beknopt, onthullen de invloed die de Notre-Dame heeft gehad op kathedralen over de hele wereld. Ken Follett doneert daarenboven de opbrengsten van zijn boekje aan “La Fondation du Patrimoine”, ten behoeve van de restauratie van de Notre-Dame.
Agnès Catherine Poirier, geboren in 1975 in Parijs, is een Franse journaliste en essayiste, die woont en werkt tussen Londen en Parijs. studeerde af aan de Sorbonne in geschiedenis, aan het Institut d’études politiques in Parijs en studeerde aan de London School of Economics (MPhil / PhD in International History). Als freelance journaliste, gevestigd in Londen, behandelde ze eerst Brits cultureel nieuws voor Le Monde (1996), Le Figaro (1997-2001) en vervolgens kort nieuws voor Liberation (2001-2006). Daarna werkte ze als correspondente in Groot-Brittannië voor o.a. Le Nouvel Observateur, Télérama, La Vie, L’Espresso, Marianne, en Le Journal du Dimanche. Ze is politiek commentator en criticus van de BBC, CNN, Channel 4, Sky News en Al Jazeera en schrijft ook regelmatig voor de Britse en Amerikaanse pers, met name voor The Guardian, The Observer, The Times en The New York Times.
Ze produceerde en presenteerde series voor France Musique over de relatie tussen film en muziek, maar ook documentaires en radio-essays voor BBC Radio 4 en BBC Radio 3. Haar boek “Left Bank, Arts, Passion and the Rebirth of Paris 1940-1950” (foto), gepubliceerd in maart 2018 door Bloomsbury in Groot-Brittannië en Henry Holt in de Verenigde Staten, verscheen op de lijst, ‘beste boeken van 2018’ van The Times en The Telegraph. Het is ondertussen vertaald in tien talen. Haar nieuwste boek, “Notre-Dame, The Soul of France”, is in tien talen vertaald. Agnès Catherine Poirier selecteert Britse films vooraf voor het Filmfestival van Cannes en maakt deel uit van haar team van buitenlandse correspondenten.
Ken Follett (Cardiff, 1949) is een expert op het gebied van geschiedenis, en kathedralen in het bijzonder. De Kingsbridge-saga, historische romans die zich afspelen tegen de achtergrond van de beroemde kathedraal in Kingsbridge, behoort tot zijn meest geliefde werk. Hij studeerde filosofie de University College in Londen en volgde daarna een cursus journalistiek. Hij werkte daarop drie jaar in Cardiff voor de South Wales Echo en daarna keerde hij terug naar Londen, waar hij eerst journalist werd voor de Evening Standard en daarna manager werd bij de uitgeverij Everest Books. Hij begon verhalen te schrijven en publiceerde een paar paperbacks, die hij schreef onder meerdere pseudoniemen. Zijn succes als schrijver kwam wanneer in 1978, zijn “Eye of the Needle” werd gepubliceerd. Dit boek maakte hem internationaal beroemd. De boeken die hierop volgden werden alle bestsellers. Van zijn boeken zijn met name meer dan 100 miljoen exemplaren verkocht. Ken Follett ontving diverse eredoctoraten, eretitels en prijzen. Op 11 juli 2008 werd hij Honorary Doctor of Literature (Hon.D.Litt.) aan de Universiteit van Exeter.
Agnès Poirier Notre-Dame, De ziel van Frankrijk 224 bladz. geïllustreerd uitg. Spectrum 9789000372607
Ken Follet Notre-Dame vertaald door William Oostendorp 64 bladz. geïllustreerd uitg. J.M. Meulenhoff ISBN 9789029093965